top of page

Bidden en wandelen met God

Alles wat je hart verlangt

Nadat Hij een hele dag tot de mensen had gesproken en hen had gediend in hun noden, was Jezus dikwijls heel erg vermoeid. Toch lezen we over Hem in Mattheüs 14:23 “En toen Hij de menigte weggestuurd had, klom Hij de berg op om er in afzondering te bidden. Toen het avond was geworden, was Hij daar alleen.”

 

Jezus was de mensgeworden Zoon van God die Zich door Zijn menszijn geheel afhankelijk stelde van de Vader. Hij was gekomen met de opdracht God kenbaar te maken aan de mensen en te tonen dat God werkelijk liefde is. Om te slagen in deze opdracht was het noodzakelijk om steeds verbonden te blijven met de Vader die Hem kracht gaf. Deze verbondenheid hield Jezus in stand door het gebed. Door het gebed ontving Hij van de Vader alles wat nodig was om te doen waarvoor Hij was gekomen.

Als mens zei Jezus over Zichzelf in Johannes 5:30 “Ik kan van Mijzelf niets doen.” Daarmee wilde Hij aan Zijn toehoorders bekend maken dat Zijn uitzonderlijk karakter, wijsheid en wondere werken Hem door God de Vader gegeven waren. Voor ons mensen betekent dit dat wij ook kunnen zijn zoals Hij was maar dan enkel op de manier zoals Hij het als mens verkreeg. Daarom zegt Hij tot ons in Johannes 15:5 “Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.” Zo hebben ook wij het gebed nodig om met God verbonden te zijn en in die verbondenheid alles te ontvangen wat we nodig hebben om godsvruchtig te leven naar het voorbeeld van Jezus.

 

De Schrift zegt in Jakobus 1:17 “Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer.”

Jezus Christus is zonder twijfel de grootste goede gave en het meest volmaakte geschenk dat God ons in Zijn liefde heeft gegeven. Het is in deze gave dat we de absolute zekerheid vinden waarover we lezen in Romeinen 8:32  “Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?”

Wanneer je veel dingen hebt dan ben je rijk. Om rijk te worden in de dingen die van boven zijn, gaf God Zijn Zoon zoals Paulus uitdrukt in 2 Korinthe 8:9 “Want u kent de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden.”

Het is door Jezus Christus dat wij het goede dat van God komt ontvangen.Deze goede gaven en volmaakte geschenken is alles wat de wereld ons niet kan schenken. De wereld kan ons niet schenken ten allen tijde lief te hebben. Ze kan het onvermogen daartoe bij ons niet wegnemen. De wereld kan ons geen onverstoorbare vrede en blijdschap geven. De wereld kan ons alles wat we verloren hebben door de zonde niet teruggeven. Ze kan het paradijs niet herstellen. De wereld heeft niets waarmee ze ons God kan doen kennen en de eeuwige schatten die Hij voor ons heeft weggelegd in Christus. Ze kan ons de dingen waarvoor Jezus Zijn bloed heeft vergoten niet geven; ze kan ons niet met God verzoenen.

 

Vrede, blijdschap, vergeving en kunnen liefhebben zoals Jezus ons heeft liefgehad zijn dat niet de diepste verlangens die God gelegd heeft in het hart van de mens? En God is meer dan bereid deze verlangens te vervullen. Hij zegt in Psalm 37:4 “Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.” Verder verwijst Paulus naar Hem die “bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is.” Efeze 3:20

 

In Mijn naam

Jezus geeft Zijn leven gegeven om ons door Zichzelf toegang te verschaffen tot al het goede dat van God komt. Omdat Hij de enige weg is tot de gaven Gods zegt Hij in Johannes 14:13, 14  “En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.”

Bidden in de naam van Jezus is veel meer dan het gebed afsluiten met de woorden “in de naam van Jezus.” Bidden in de naam van Jezus is bidden in het geloof in de doeltreffendheid van Zijn bloed voor ons vergoten. Het is bidden in het geloof van de doeltreffendheid van Zijn middelaarschap dat we door Hem kunnen naderen tot de troon van God en daar alles bekomen wat we nodig hebben om te leven zoals Jezus heeft geleefd.   Zo lezen we in Hebreeën 7:25 “Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.”

 

Jezus dringt er bij ons op aan om datgene te vragen waarvoor Hij Zijn bloed heeft vergoten. Hij zegt in Mattheüs 7:7-11 “Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden. Of is er iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven, als hij om brood vraagt? Of als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem een slang geven? Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden.”

 

De gave van de Geest

In het werk voor onze verlossing werken de Vader, de Zoon en de Heilige Geest samen. Terwijl wij de gaven van de Vader door Jezus Christus ontvangen, worden ze in ons leven uitgewerkt door de Heilige Geest. Het is de Geest die in ons het leven brengt dat in Jezus is.  Zonder de werking van de Geest in ons leven hebben wij geen deel aan al het goede dat Christus voor ons heeft bekomen. God dringt Zich aan niemand op. Hij geeft aan hen die er om vragen; hen die er ernstig om bidden. Daarom zegt Hij in Lukas 11:13  “Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?” En wanneer we in vurig verlangen naar het goede van God om de Geest bidden hebben we de belofte in Johannes 14:16, 17 “En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.”

 

Het werk van de Geest bestaat erin om in ons leven alles te verwezenlijken wat God met ons heeft voorgenomen nog voor Hij de wereld schiep. Paulus zegt ons wat dat is in Efeze 1:4 “vóór de grondlegging van de wereld heeft Hij (God) ons in Hem (Jezus) uitverkoren, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.” (HSV). Dit is in volkomen overeenstemming met wat Paulus ook in de brief aan de Romeinen schreef in Romeinen 8:29 “Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn” Gelijkvormig zijn aan Zijn Zoon is zijn zoals Jezus is, heilig en smetteloos in de liefde. Het gebod dan dat Jezus gaf om elkander lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad is ook geheel in overeenstemming met wat God met ons heeft voorgenomen. 

Voor de grondlegging van de wereld, voor de schepping van de mens, heeft God Zich voorgenomen om de mens indien deze zou zondigen terug heilig en smetteloos te maken in de liefde door de gave van Zijn Zoon en de werking van de Geest in ons. Opdat we goed zouden begrijpen wat heilig en smetteloos in de liefde betekent, heeft God ons Jezus gegeven. In Zijn woorden en daden horen en zien we de smetteloze liefde want God is liefde.

Zijn voornemen dan is dat wij zouden zijn zoals Hij is; dat wij zouden liefhebben zoals Hij liefheeft, dat wij elkander zouden dienen zoals Hij ons heeft gediend en elkander zouden vergeven zoals Hij ons heeft vergeven. Het is dat voornemen dat de Geest in ons vervult wanneer wij deze ontvangen in antwoord op het gebed. Zo lezen we in Romeinen 5:5 

“En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.”

 

Eén van de kenmerken van de liefde die de Geest in ons hart uitstort, vinden we in Hooglied 8:6 “Want de liefde is sterk als de dood, de hartstocht onstuitbaar als het graf. Haar vonken zijn vurige vonken, vlammen van de HEERE.” Gods liefde door de Geest in ons hart gebracht is als een verterend vuur dat alle zelfzucht en de daaruit voorkomende zonde vernietigt. Het is het vuur van de liefde dat ons dring niet meer voor onszelf te leven maar voor Hem. Daarom wordt het ontvangen van de Geest als antwoord op het gelovige gebed ook de doop met vuur genoemd waarover Johannes de doper sprak in Mattheüs 3:11 “Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij (Jezus) Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.”

 

Na de gave van Christus is het reinigende vuur van Zijn liefde door de Geest uitgestort in ons hart de tweede grootste gave die we van God ontvangen.

Het maakt van de lauwe Christen een vurige getuige van het evangelie en het brengt alle andere goede gaven met zich mee.

 

Het gelovige gebed

Is het niet verbazingwekkend dat er zo weinig wordt gebeden? Is er dan geen verlangen bij ons naar de goede gaven van God, naar Zijn Geest en de liefde in het hart? Beseffen we  niet dat zonder deze gaven er niets wezenlijks in ons leven en dat van anderen kan veranderen? Zijn we tevreden met een strijd tegen het kwaad in ons die we voortdurend verliezen. Zijn we tevreden met de triestige resultaten van het evangeliewerk?

 

Nu zijn er wel mensen die bidden maar zegt de Bijbel: ze bidden verkeerd. We lezen het in Jakobus 4:3 “U bidt wel, maar u ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt, met het doel het in uw hartstochten door te brengen.”

 

Wie zijn gebed niet richt op dat wat God Zich heeft voorgenomen en op het ontvangen van de goede gaven die gegeven worden om Zijn voornemen waar te maken die zal teleurgesteld worden want hij ontvangt niets. Wie enkel bezig is met zijn eigen verlangens en het dienen van zichzelf kan niet verwachten dat God hem daarin tegemoetkomt. God zal zijn goede gaven niet geven aan hen die ze willen gebruiken voor hun eigen gewin. Het gevaar is dat zij die zo bidden uiteindelijk kwaad worden op God omdat Hij hen niet geeft waar ze om vragen. 

 

Er Zijn voorwaarden verbonden aan het gebed wil het vrucht dragen. We hebben eerder al gezien dat we moeten bidden in Jezus naam. Dit betekent dat het gebed is gericht op het verkrijgen van die dingen waarvoor Jezus Zijn leven heeft gegeven en waarvoor Hij bij God pleit en dat is onze verlossing van zonde en het herstel van Gods beeld, zijn liefde in ons, zodat we een licht kunnen zijn in deze wereld om anderen te verlichten met de kennis van God.

Jezus zegt in Mattheüs 21:22 “En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen.” Het is het gelovige gebed dat verhoord wordt. Het geloof waarover Jezus spreekt, is het geloof dat gericht is op het verbond van God. Dit verbond is Gods belofte om door Christus vergeving te schenken en kracht tot gehoorzaamheid zodat de mens het leven zou hebben zoals het is in Christus en daardoor erfgename worden van de nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont. Deze belofte van het verbond is gebouwd op Gods voornemen om ons heilig en smetteloos te maken in de liefde. De belofte van het verbond vinden we terug in Jeremia 31:33 “Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn.” Ook vinden we de verbondsbelofte iets anders verwoord in Ezechiël 36:25-27 “Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.” 

Dat God Zich aan dit verbond houdt blijkt alleen al uit de woorden van Paulus in Romeinen 5:5 “En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.” God belooft niet alleen voor ons te doen wat wij niet kunnen doen voor onszelf Hij doet het ook. Hij schrijft Zijn wet in ons hart door de werking van Zijn Geest zodat wij naar de wet zouden leven en zo heilig en smetteloos zouden zijn in de liefde die de vervulling is van de wet.

Wie bidt met de zekerheid  dat God alles tot stand zal brengen wat Hij in Christus beloofd heeft, zal verhoord worden. Wie bidt in het geloof dat God nu in dit leven ons gehoorzaam kan maken aan het gebod van Jezus dat zegt elkander lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad, zal verhoord worden. Wie bidt in geloof en de zekerheid dat wat God gezegd heeft Hij ook zal doen zal verhoord worden. 

 

Het gebed van de gelovige is erop gericht het grote verlangen en voornemen van God werkelijkheid te laten zijn in zijn leven. In haar boek “Lessen uit het leven van alle dag” schrijft Ellen White: “Christus wacht met hunke­rend verlangen op de openbaring van Zichzelf in zijn gemeente. Wan­neer het karakter van Christus in zijn volk volmaakt zichtbaar is, zal Hij komen om hen op te eisen als zijn eigendom.”

Het gebed van de gelovige dan is gericht op de Openbaring van Christus in zijn leven. Hij bidt dat Hij mag Zijn en werken als Jezus. Hij bidt om wijsheid en kracht om goed te doen aan anderen en overal de liefde van Christus bekend te maken niet alleen door woorden maar ook door daden. Hij bidt dat hij net als Christus de last voor de redding van anderen mag voelen. Hij bidt om de kracht van Gods Geest om in dit alles geholpen te worden wetende dat hij uit zichzelf niets van dit alles kan doen.

Wanneer de gelovige bidt om gezondheid dan is dat om beter en ongehinderd God te dienen met meer kracht en enthousiasme. Wanneer de gelovige bidt om materiele welstand dan is dat om nog meer het werk van God te kunnen ondersteunen en anderen te helpen in hun nood.

​

Een andere voorwaarde voor de verhoring van het gebed vinden we in 

Mattheüs 5:6 “Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.” Zij zullen m.a.w van God ontvangen waar ze voor bidden. Deze woorden van Jezus steunen op de belofte in Jesaja 44:3 “Want Ik zal water gieten op het dorstige”

Water of regen dat leven opwekt uit de dorstige grond is in de Schrift een symbool van de werking van de Heilige Geest die God schenkt aan hen die er naar vragen omdat ze dorstig zijn naar gerechtigheid, naar het leven zoals het is in Christus.

Gerechtigheid is doen wat goed is, wat is naar de wet waarvan liefde de vervulling is. Gerechtigheid is het doen van wat de liefde beveelt. Het hongeren en dorsten is dus gericht op dat waartoe God ons heeft uitverkoren en dat is smetteloos te zijn in de liefde. Het gebed van wie daar naar verlangt met geheel zijn hart wordt door God beantwoord.

Hij die genoeg heeft van het kwaad en verlangt om bevrijd te worden van alles waarmee hij zichzelf en andere tekort doet en pijn doet, hij die verlangt goed te doen en lief te hebben zoals Jezus hem heeft liefgehad zal verhoord worden en hij zal vervuld worden van Gods Geest, door wie de liefde van God in het hart wordt uitgestort naar de belofte van Gods verbond.

 

Johannes schrijft in 1 Johannes 3:21-22 “Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is.”

Zonder de context van Ezechiel en Jeremia 31:33 waar God zegt dat Hij Zijn wetten in ons hart schrijft, zouden we kunnen denken dat God onze gebeden verhoort op grond van wat we doen. Het houden van de geboden echter is niet ons werk maar het werk van God in ons door Zijn Geest die Hij ons heeft gegeven. Het houden van de geboden getuigt ervan dat wij ons hart geheel aan God hebben gegeven en Hem niets hebben weerhouden. Het toont dat de liefde door de Geest uitgestort is in onze harten zodat de zonde die in ons leven is, wordt verteerd. Wanneer dit zo is, veroordeelt ons hart ons niet en zal God ons alles wat wij ook bidden geven, want als dit zo is bidden we altijd naar Gods wil.

 

Indien we Gods liefde niet hebben toegelaten elke bekende zonde te verteren. Indien we de werking van Gods Geest weerstaan door bewust vast te houden aan slechte gewoonten en dat wat zondig is dan gaat ons gebed niet hoger dan het plafond. De Schrift zegt in Psalm 66:18 “Had ik in mijn hart onrecht op het oog gehad, de Heere zou mij niet hebben gehoord.” En in Spreuken 28:9 “Van hem die zijn oor afkeert van het luisteren naar de wet, is zelfs zijn gebed een gruwel.”

Als wij toch tot zonde komen is er maar één gebed op zijn plaats voor wij bidden om het verkrijgen van Gods goede gaven. Het is het gebed van een gebroken hart dat de zonde belijdt en zich ervan afkeert. Een gebed zoals David uitsprak in Psalm 51 “Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ík ken mijn overtredingen, mijn zonde staat mij voortdurend voor ogen. Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. Geef mij de vreugde over Uw heil terug, ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid.” Zodoende kunnen we terug in alle vrijmoedigheid naderen tot de troon van genade om alles te verkrijgen wat we nodig hebben om te wandelen in Gods wegen van liefde en goedheid.

 

Wandelen met God

“Wandelen met God” is een uitdrukking die we op verschillende plaatsen terugvinden in de Bijbel. Enoch was een van de patriarchen die leefde voor de zondvloed. Van hem wordt gezegd in Genesis 5:24  “Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg.” Henoch wandelde niet zijn hele leven met God want we lezen in Genesis 5:22 “En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach verwekt had, driehonderd jaar; en hij verwekte zonen en dochters.” Dit betekent niet dat Henoch voor het krijgen van zijn zoon in zonde leefde. Hij had echter nog niet geleerd standvastig in Hem te blijven want dat is de betekenis van wandelen met God. Wandelen met God is blijven in het woord van God en blijven in de liefde.  Jezus nodigt ons daartoe uit wanneer Hij zegt in Johannes 15:7 “Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen.” Waaraan Johannes er later aan toevoegt in 1 Johannes 2:6 “Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.”

Met God wandelen is blijven in Zijn liefde wat het doel is van alle goede gaven en de volmaakte geschenken die van boven komen van de Vader der lichten. Dit alles wat van boven komt wordt enkel ontvangen door het gelovige gebed. We mogen dus zeggen dat Henoch een man was van het gebed en dat Zijn gebedsleven ervoor zorgde dat Hij in de Heer bleef, in Zijn liefde en in Zijn woord en zo wandelde met God.

 

Henoch had geleerd zo met God te wandelen en dat is bemoedigend voor ons want Henoch was ook maar een mens zoals wij. Wij hebben niet zoveel tijd als Henoch om te leren wandelen met God maar Gods genade is ons genoeg, meer dan overvloedig zelfs om daar te komen waar Henoch was.

 

Het leven is vol gevaren, ups and downs, verleidingen en valstrikken, en enkel een voortdurende verbondenheid met God door het gebed kan ons veilig door dit dal van diepe duisternis brengen.

 

Het gebed is bedoeld niet om God tot bij ons te brengen om de dingen te doen die wij verlangen maar om ons tot bij Hem te brengen om het leven te ontvangen dat enkel bij Hem te vinden is, het overvloedige, eeuwige leven, het leven zoals het is in Jezus en daarin te wandelen. Zo alleen kunnen we ontsnappen aan het verderf dat in deze wereld is, aan de zelfzucht en de daarbij horende onvrede, haat pijn verdriet en het uiteindelijke verlies van het leven.

 

Wandelen met God is een leven van voortdurend bidden, een voortdurende verbinding met God en met Zijn woord, waarin we van Hem dat ontvangen waardoor we met blijdschap Zijn wil kunnen doen. Dit is Gods verlangen voor ons en daarom zegt Hij,

In Spreuken 3:5 “Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken.”

 

Wanneer wij God toelaten om ons in alles te leiden door Zijn wijselijk onderricht zullen wij kunnen zeggen met de Psalmist in Psalm 16:7-9 “Ik loof de HEERE, Die mij raad heeft gegeven; zelfs 's nachts onderwijzen mij mijn nieren. Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet. Daarom is mijn hart verblijd en mijn eer verheugt zich, ook zal mijn lichaam veilig wonen.” Dan wordt Psalm 23 niet enkel iets om naar uit te zien maar de werkelijkheid van ons leven en kunnen we met overtuiging zeggen zoals in Psalm 23:1-3 “De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. (Ik heb alle goede gaven ontvangen) Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam.”

 

Eerst bidden dan werken

Wie voor God wil werken moet het gelovige gebed leren bidden, want dit verbindt ons met God die ons alles geeft wat nodig is om vrucht te dragen, en succesvol te zijn in de uitvoering van de opdracht die Hij ons heeft gegeven.

Jezus zegt in Johannes 15:5 “Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.” Jezus bedoelt hiermee dat we niets zullen terecht brengen van dat wat Hij ons opgedragen heeft wanneer we het op onszelf willen doen en het gebed dat ontvangt van boven verwaarlozen.

Wij zijn geroepen om aan de mensen het voornemen van God bekend te maken en hen te vertellen door wie dat vervuld wordt en hoe Hij dat doet. Om ons daarin te doen slagen wilt Hij ons eerst leren in Hem te blijven. Daarom zegt Hij tot ons als tot Mozes in Exodus 24:12 “Klim naar boven, naar Mij toe, de berg op, en blijf daar.“

God gaf aan Mozes de opdracht Zijn volk te bevrijden en te leiden. Maar eerst zonderde Hij Mozes af en leerde Hij hem wandelen met God zodat Hij hem kon vervullen met Zijn Geest en alle goede gaven van boven zonder de welke hij nooit in staat zou geweest zijn de opdracht uit te voeren.

 

De discipelen hadden van de Heer ook een duidelijke opdracht gekregen om het evangelie te verkondigen. Gingen zij meteen op weg? Nee zij moesten naar het bevel van Jezus wachten op de uitstorting van de Geest die zoals we eerder hebben gezien komt als antwoord op het gelovige gebed. De Bijbel zegt over hen in: Handelingen 1:14 “Dezen bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broers.”

 

Wanneer wij geleerd hebben om door het gebed verbonden te blijven met de Heer kan Hij ons uitzenden met de kracht van boven en het vuur van de Geest, het verterende vuur van de liefde, om zo succesvol te zijn in het werk dat er in bestaat Zijn liefde bekend te maken.

 

Het gewoonte-gebed dat zonder veel nadenken ‘s morgens en ‘s avonds wordt uitgesproken zal ons niet ver brengen in het wandelen met God. Het gebed in de binnenkamer moet een spreken zijn met God dat ons met hem verbindt zodat het blijft voortduren bij alles wat we verder doen. Het spreken met God moet gericht zijn op Zijn voornemen en belofte waarover Zijn woord spreekt. Het moet Hem loven om Zijn voornemen en danken voor alles wat Hij daarvoor heeft ingezet. Het moet alles vernoemen waarvoor Jezus Zijn bloed heeft vergoten en er in geloof beslag op leggen. Het moet gericht zijn op het begrijpen van de lengte, breedte, hoogte en diepte van Zijn liefde met de bedoeling er geheel mee vervuld te worden. We lezen in  Psalm 1:1 “Welzalig de man …die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt.” De wet overdenken is de liefde van God overdenken want in de liefde wordt de wet vervuld. 

 

De Schrift helpt ons het gelovige gebed uit te spreken door de voorbeeld-gebeden die ze geeft. Het onze Vader is daar één van. Het is niet gegeven om eindeloos te herhalen zoals sommigen doen maar als een fundament waarop we onze eigen gebeden kunnen bouwen. Het bevat de bouwstenen van het gebed. We vinden er alle elementen die het gebed dat de goede gaven ontvangt, bevat. Het vraagt ons stil te staan bij elk woord ervan en erover te spreken met God zodat Hij er ons kan over onderwijzen en tonen tot welke hoogte en diepte het strekt.

Wat we zeggen over het Onze Vader kunnen we ook zeggen over de vele andere gebeden zoals de Psalmen en de gebeden van de profeten zoals het prachtige gebed in Daniël 9.

 

Wat een voorrecht is het te kunnen bidden. Te kunnen verbonden zijn en wandelen met de Schepper van het heelal de bron van alle leven, de God van liefde die Zijn leven heeft opgeofferd om jou heilig en smetteloos te maken in de liefde zoals Hij is. 

Hoe goed is het te weten dat wanneer we alleen zijn, niet alleen zijn, dat wanneer er geen hoop is toch hoop is, dat wanneer er duisternis is toch licht is want Hij die Zijn leven voor jou heeft gegeven pleit altijd bij de Vader en brengt het gelovige gebed voor de troon waardoor alle goede gaven en volmaakte geschenken ons deel worden. Zo zijn we nooit alleen, nooit zonder hoop, nooit zonder kracht, nooit zonder licht, nooit zonder liefde maar vol blijdschap en vrede.

De naam van Hij die ons dit alles schenkt wordt voor altijd geloofd. Amen.

Alles wat je hart verlangt
In Mijn naam
De gave van de Geest
Het gelovige gebed
Wandelen met God
Eerst bidden dan werken
bottom of page