top of page

De kracht van Gods woord

In de voorlaatste lezing hebben we het gehad over de wet van God. De wet die ons vertelt dat wij allen overtreders zijn en schuldig staan tegenover haar. Wij konden enkel vaststellen dat wij die schuld onmogelijk kunnen betalen en ook niet het vermogen hebben de wet te gehoorzamen. Dat is een angstaanjagende vaststelling want in overeenstemming zijn met de wet is de voorwaarde die de Bijbel stelt om het eeuwig leven in te gaan.
In de laatste lezing werden we gerustgesteld want de Bijbel vertelt ons dat Jezus Christus de Zoon van God de schuld voor ons heeft vereffend door in onze plaats de prijs te betalen met Zijn leven. Maar meer dan dat, we hebben ook gezien dat Jezus is opgestaan en dat we door Zijn leven en door Zijn bemiddeling voor de Vader het nodige ontvangen om in gehoorzaamheid te leven aan Zijn wet voor zover we er de betekenis van beseffen; om te leven naar het licht dat we hebben ontvangen.
 
Een van de meest wonderlijke gaven die wij door Zijn bemiddeling ontvangen is Zijn woord. In deze lezing laten we de Bijbel spreken over het woord en zullen we ontdekken hoe krachtig dat woord werkt in ons leven wanneer we het gelovig aannemen.
 
Het scheppende woord
We gaan terug naar een tekst die we vorige keer ook aanhaalden en terugvinden in Johannes 1:1 “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.”
In de Bijbel wordt zowel Christus als ook dat wat Hij gesproken heeft en geopenbaard aan de profeten het woord genoemd. Daarom kunnen we de Bijbel zelf ook het woord noemen. Het woord heeft enkele bijzondere eigenschappen. Een van deze is dat het altijd tot stand brengt wat het zegt.
In de negentiende eeuw was er iemand die op het idee kwam om over het uiteinde van een buis een membraan te spannen. Dit is een beetje gelijkaardig aan een membraan gespannen over een trommel. Hij wist dat wanneer hij door de buis zou spreken het membraan een weinig zou trillen.
Bovenop het membraan strooide hij gekleurd fijn zand om te zien wat er zou gebeuren bij het spreken door de buis. Het resultaat was fascinerend. Elke toon schikte het fijne zand in wonderlijke figuren.  
De persoon die deze experimenten deed verwonderde zich over de gelijkenis die de figuren vertoonden met de bladeren en bloemen van planten in de natuur. Hij  schreef later dat hij hoopte dat zijn bevindingen mensen zouden doen denken aan de stem van God die niet alleen de echte planten maar ook de hele natuur had voortgebracht door het spreken van Zijn woord. (Visible Sound, Century Magazine, May 189, https://www.unz.com/print/Century-1891may-00037).
 
De Bijbel zegt dat God sprak en dat het gesproken woord precies dat voortbracht wat het zei. Zo lezen we in Genesis 1:3 “En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.” En om te benadrukken dat het woord niets gebrekkigs voortbrengt, wordt daaraan toegevoegd in Genesis 1:4 “En God zag dat het licht goed was.” Aan wat het woord tot stand brengt valt niets te verbeteren.
 
Deze eigenschap van het woord om tot stand te brengen wat het zegt, kunnen wij ook persoonlijk ervaren. Dat gebeurt door geloof in het woord.
We lezen in Hebreeën 11:3 “Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God.”
Waar zijn geleerden al eeuwenlang naar op zoek? Naar een antwoord op de vragen: hoe is het leven ontstaan en van waar komt het universum? Ze hebben al wat theorieën samengeknutseld maar het definitieve antwoord is er nog altijd niet.
Nu hier staat dat geloof inzicht geeft of kennis geeft betreffende het tot stand komen van de wereld. En wat is deze kennis die we krijgen door geloof?
Dat de wereld tot stand is gekomen door het woord van God. 
Hoe dan kan geloof ons de kennis geven waar geleerden al zo lang naar zoeken? Wat is geloof? Wat is Bijbels geloof? 
De Bijbel noemt Abraham de Vader van alle gelovigen. Laten we eens zien waaruit het geloof van  Abraham bestond. We lezen daarover in Romeinen 4:21 “Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was.”Wat God beloofd heeft, is het woord dat Hij heeft gesproken. Abrahams geloof dan was de zekerheid dat dat woord dat God had gesproken zou doen wat het zei. Welk woord had God tot Abraham gesproken? Genesis 17:1, 2 “Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de HEERE aan Abram en zei tegen hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht. Ik zal Mijn verbond sluiten tussen Mij en u, en u uitermate talrijk maken.”
God belooft aan Abraham dat Hij hem uitermate talrijk zal maken. En als voorwaarde stelt Hij dat Abraham oprecht en gehoorzaam zou zijn. Abrahams reactie op dit woord was niet zelf te proberen verwezenlijken wat dit woord zei. Hij had reeds eerder ervaren dat dit enkel leidt tot teleurstelling en ontmoediging. Abraham echter geloofde het woord; hij nam het ter harte, hij nam het als een woord dat volbrengt wat het zegt, een scheppend woord. En hij liet dat woord doen wat het zegt. Door het woord op die manier te geloven, ervaarde Abraham dat dat woord oprechtheid en gehoorzaamheid in Zijn leven bewerkte en zo de belofte werd vervuld die God hier nogmaals herhaald aan Isaak in Genesis 26:4 “Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft.”
 
Het geloof van Abraham in het woord, in dat wat God sprak, gaf Hem de proefondervindelijke kennis dat het woord tot stand brengt wat het zegt en door deze kennis zag hij ook in dat God de wereld tot stand heeft gebracht door het spreken van datzelfde krachtige en scheppende woord. 
De geleerde dan die stopt met al zijn dure onderzoeken en er toe komt te geloven in het woord zoals Abraham deed, zal het antwoord krijgen op zijn vraag naar het ontstaan van de wereld.
In de wereld zegt men: “meten is weten”, in de Bijbel: “geloof is weten.”
Een kind leert lezen omdat het gelooft dat A, A is. Het kind vraagt daar geen bewijs voor, hij gelooft het. Indien hij had gewacht tot er bewezen werd dat A, A is dan had hij nooit leren lezen. Hij zou nooit tot de kennis gekomen zijn van de dingen die geschreven staan. Hij moest het feit dat A, A is aanvaarden in geloof en dan zou het zichzelf als waar bewijzen onder elke omstandigheid. Daar is niets waar mensen meer zeker van zijn dan van de letters van het alfabet dat ze zijn wat ze zeggen te zijn en daardoor kunnen ze lezen.
Het woord van God nu komt zoals het alfabet. Wanneer het tot ons komt, komt het met de uitnodiging het te geloven. Het bewijst zich als waar wanneer het wordt geloofd. Zo zegt Romeinen 10:17 “Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God.” Wanneer God Zijn woord tot ons spreekt schenkt Hij ons daarbij de gave van geloof. Het is aan ons deze gave te gebruiken.
Het is alsof ik op bezoek kom met een fles heerlijke drank, een levenselexir.
Maar omdat ik weet dat je het levenselexir niet zal kunnen drinken omdat de fles dicht is gemaakt met een kroonkurk heb ik ook een flesopener meegebracht. De goedheid en werkende kracht van het levenselexir zal zich bewijzen wanneer je de fles opent en ervan drinkt. Het woord van God is het krachtigste levenselexir maar je moet het openen met het geloof. Wanneer je het enkel in de kast van je geheugen zet zal het je van geen werkelijk nut zijn. 
In het boek de pelgrimsreis van John Bunyan draagt de hoofdfiguur Christen een geloofssleutel rond zijn nek. Deze sleutel heeft hij gekregen aan het begin van zijn reis. De sleutel dient om de deuren te openen die de beloften van God waar maken.   
Indien je die gave, die opendoener, die sleutel gebruikt zul je niet beschaamd worden, “want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden” (Romeinen 10:11). Waarom zul je niet beschaamd worden? Omdat het woord zal volbrengen wat het zegt. Omdat dat waar je alle vertrouwen in stelt doet wat het belooft.
 
In de Schrift vinden we tal van bewijzen van hoe het geloof de kracht van Gods woord ontsluit. Een van de meest aangrijpende is dat van de honderdman met zijn doodzieke knecht. Een Romeinse honderdman gaat tot Jezus en vertelt Hem dat zijn knecht erg ziek is. Jezus altijd bereid om te helpen zegt: “zal ik meekomen naar je huis?” “Nee, nee,” zegt de honderdman “spreek slechts een woord en mijn knecht zal genezen.”Jezus dan vraagt de aandacht van de mensen rondom zich en wijzend op de man zegt Hij in 
Mattheüs 8:10 “Voorwaar, Ik zeg u: Ik heb zelfs in Israël zo'n groot geloof niet gevonden.” Wat was dat groot geloof? Het was geloof in de scheppende en verlossende kracht van het woord van God; het woord dat volbrengt wat het zegt wanneer het wordt gesproken in hem die gelooft. Wat wordt bevestigd in Mattheüs 8:13 “En Jezus zei tegen de hoofdman: Ga heen, en het zal u gaan zoals u geloofd hebt. En zijn knecht is gezond geworden op datzelfde moment.”
 
 
Het woord als waarheid
Een woord dat ten allen tijde voortbrengt wat het zegt daarvan kan enkel gezegd worden dat het de waarheid is. Wanneer je liegt dan beweer je iets dat niet is. Wat je hebt gelogen zal er nooit zijn want het is er niet. De leugen zegt dat er leven is buiten het woord van God. Zij die de leugen geloven eindigen daar waar niet is. De Bijbel verwijst naar dat niets als naar de “tweede dood” ze zegt in Openbaring 21:8 “Maar wat betreft …alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.”
Het woord van God kan nooit liegen want het brengt altijd tot stand wat het zegt. Het brengt de werkelijkheid voort. Daarom is het woord waarheid. Waarheid dan heeft in zich al de kracht van het woord; de kracht om te volbrengen wat het zegt. 
Jezus zei tot de Joden die in Hem geloofden in Johannes 8:31, 32 “Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.” Wie het woord van God gelooft, gelooft de waarheid en wordt vrijgemaakt van de leugen en dat wat ze voortbrengt namelijk de dingen die leiden tot het niets, de dingen die tegen het woord zijn, tegen het leven en eindigen in de eeuwige dood. Wie dit wil vermijden, wie wil leven, wie dat wil doen dat tot eeuwig leven leidt moet in het woord van God blijven want in dat woord is eeuwig leven zoals Petrus zei  tegen Jezus: “Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven” (Johannes 6:68).
De vraag is dan hoe blijf je in het woord. Dit doe je eenvoudig weg door te geloven, door het ter harte te nemen, door het met je hele wezen te omarmen als het kostbaarste wat er is. 
Om dat te doen moet je een keuze maken, je moet kiezen om te geloven. Je moet kiezen om die flesopener in de hand te nemen en de fles waarin het leven zit te openen. Het maken van een keuze heeft motivatie nodig. Deze motivatie vinden we overvloedig bij God. Johannes zegt in 1 Johannes 4:19 “Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.”
Johannes zag in dat hij alles aan God te danken heeft; het leven zelf, het mogen zijn. Boven alles zag hij de liefde van God in de gave van Zijn Zoon die voor ons de eis van de wet heeft vervuld door met Zijn leven onze schuld te betalen en nu op grond van Zijn bloed ons de rijkste gaven schenkt die waardoor we in vrijheid kunnen leven. Samen met Paulus kon hij zeggen: “Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (Romeinen 8:32). Hoe zou je iemand die Zijn leven voor je gaf niet geloven? 
De apostel Paulus zegt in 2 Korinthe 5:14 “Want de liefde van Christus dringt ons…zodat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven maar voor Hem die voor hen gestorven is en opgewekt.”
Johannes en Paulus zijn niet de eerste de beste. Johannes wordt de zoon des donders genoemd. Paulus was een vurige vervolger van de Christenen.
Beide werden gegrepen door de liefde van God die Zijn leven voor hen had gegeven. Gedrongen door deze liefde grepen zij het woord aan in geloof en het woord vervulde alles wat het zei in hun leven. De oneindige liefde van God is de motiverende kracht die ons dringt het woord gelovige aan te grijpen. Zo beschrijft de Bijbel het ware geloof als “het geloof dat door de liefde werkzaam is” (Galaten 5:6). Dat geloof dat door de liefde wordt aangewakkerd, zorgt ervoor dat we in het woord blijven.
Wanneer we in het woord blijven ervaren we vrijheid van zonde die voortgebracht werd door de leugen. Zo vinden we in Johannes 8:34-36 “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde. Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.”
De psalmist getuigt van de vrijmakende kracht van het woord dat waarheid is in Psalm 119:11 “Ik heb Uw belofte (woord) in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig.”
 
Het woord dat heiligt
Enkele verzen uit de brief die Paulus schreef aan de gemeente van Efeze brengen nog een andere eigenschap van het woord naar voor. We lezen in Efeze 5:25, 26 “Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord.”
De tekst zegt dat Christus Zich voor de gemeente heeft overgegeven om haar te heiligen. Wat het betekent om geheiligd te zijn kunnen we opmaken uit 1 Korinthe 6:9-11 “Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven. Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.”
Het is duidelijk uit de tekst dat zij die geheiligd zijn voorheen in zonde leefden waardoor ze het koninkrijk van God niet konden beërven. In hun ongeheiligde toestand regeerde de zonde in hun leven; ze waren niet vrijgemaakt door de waarheid. Nu ze het woord van God hebben aangenomen zijn ze apart gezet van de zonde en is hun leven in overeenstemming gebracht met het woord van God. Dit is wat geheiligd zijn betekent; in overeenstemming zijn met de wil van God levend naar het licht dat je hebt ontvangen.
De verzen in Efeze 5:25, 26 maken ook duidelijk op welke wijze ze geheiligd werden. De tekst zegt: “door haar te reinigen met het waterbad door het Woord.” Het woord werkt als een waterbad dat ons schoonwast van ons vroegere leven in de zonde. Het woord bevrijdt ons van de kracht van het kwaad en vervult ons met een liefde voor wat van Gods is; wat in overeenstemming is met Zijn wil. Zo bidt Jezus in Johannes 17:17 “Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.”
Dit proces van schoonwassing door het woord wordt ook beschreven in 
Ezechiël 36:25-27 “Ik zal rein water (het woord) op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen.
Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.”
Telkens we het woord horen worden we besprenkeld. Wanneer we het woord gelovig aannemen zal het ons schoonwassen en heiligen en ons leven wordt God welgevallig.
 
Het eten van het woord
Het gelovig tot zich nemen van het woord zodat het kan doen wat het zegt, volbrengen wat het belooft in ons leven, dat wordt in de Bijbel vergeleken met het eten van het woord zoals beschreven in Jeremia 15:16 “Zodra Uw woorden gevonden werden, at ik ze op. Uw woord was mij tot vreugde en tot blijdschap in mijn hart, want Uw Naam is over mij uitgeroepen, HEERE, God van de legermachten.”
Jezus zegt in Johannes 6:54 “Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” Jezus bedoelt hier niet dat we hem letterlijk moeten eten en Hij geeft hier ook geen aanzet voor de praktijk die we terugvinden in de Rooms Katholieke Kerk waar de mensen een hostie krijgen en de priester zegt bij het uitdelen: “dit is het lichaam van Christus.” Nee, Hij nodigt ons uit Zijn woord tot ons te nemen. Want Zijn leven, Zijn vlees en bloed,  zijn  in het woord. Het eeuwig leven, het leven zoals het is in Christus, dat leven is in het woord. Door het eten van het woord, door dagelijks het woord gelovig aan te nemen en in ons hart te bergen, door het te laten doen wat het zegt; krijgen wij deel aan het leven van Hem, blijven we in Hem en worden we als Hem.
 
Het woord als wapen
Tijdens zijn verblijf op Patmos krijgt Johannes een visioen waarin hij een beeld van de Christus ziet: “En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht”(Openbaring 1:16). Het tweesnijdend scherp zwaard wordt in Hebreeën 4:12 aangeduid als het Woord van God: 
“Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.”
Tijdens de donkere middeleeuwen was het de mensen verboden de Bijbel te lezen omdat ze door het lezen van de Bijbel de bedrieglijke praktijken van de kerk zouden ontmaskeren en zich daarvan vrijvechten. Eenmaal de Bijbel vertaald werd en verspreid onder het gewone volk, verloor de kerk een groot deel van haar macht.
Vandaag is de Bijbel er voor iedereen maar de mensen vergaren zich tal van redenen om ze niet te lezen. Velen denken dat de Bijbel een hoop oude verhalen zijn, een sprookje of bedrieglijke leugens. Op deze manier maken ze zich tot een gemakkelijke prooi voor de leugens die er in de wereld heersen. Door de Bijbel aan te kant te zetten, ontdoen ze zich van het enige doeltreffende wapen om de leugen te onderscheiden en de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn. Het woord van God is een geestelijk wapen doeltreffend in het ontkrachten van alles wat tegen de waarheid is. daarover schrijft Paulus: “De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God” (2 Korinthe 10:4, 5). 
De grote strijd tussen Christus en Satan waarin wij verwikkeld zijn geraakt, is een strijd op leven en dood, een strijd tussen de waarheid en de leugen, een strijd tussen het licht en de duisternis. Om deze strijd niet te verliezen biedt God ons Zijn wapenrusting in Efeze 6:10-11 “Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.” Deze wapenrusting bestaat uit verschillende onderdelen. Efeze 6:14 zegt: “Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid.” We weten dat het woord de waarheid is. Verder zegt de tekst: “Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.” Het geloof is gericht op het woord van God. Waar geloof neemt het woord tot zich en laat het uitwerken wat het zegt. Zo werkt geloof als een ondoordringbaar schild tegen alles wat de kennis van God afbreekt en de persoonlijke verlossing bedreigt.
Over zij die zich met deze wapenrusting hebben bekleed lezen we in 
Hebreeën 11:33-34 “Zij hebben door het geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid in praktijk gebracht, beloften verkregen, muilen van leeuwen gesloten. Zij hebben de kracht van het vuur geblust, zij zijn aan de scherpte van het zwaard ontkomen, zij hebben in zwakheid kracht ontvangen, zij zijn machtig geworden in de oorlog, legers van vreemden hebben zij op de vlucht gejaagd.”
De wapenrusting bevat ook nog “de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest dat is Gods woord” (Efeze 6:17). De Psalmist beschrijft hoe hij dit zwaard koestert en hoe hij zich vaardig maakt in het hanteren ervan.
“Hoe lief heb ik Uw wet (woord)! Hij is heel de dag mijn overdenking.
Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden, want zij zijn voor eeuwig bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leraren, want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. Ik heb meer inzicht dan de ouderen, omdat ik Uw bevelen in acht genomen heb. Ik heb mijn voeten weerhouden van alle slechte paden,
opdat ik mij aan Uw woord zal houden. Ik ben niet afgeweken van Uw bepalingen, want Ú hebt mij onderwezen. Hoe zoet zijn Uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. Door Uw bevelen krijg ik inzicht, daarom haat ik elk leugenpad” (Psalm 119:97).
Is deze ervaring hier beschreven geen krachtige aansporing om het woord te eten, om ons dagelijks met het woord te omgorden om ons te wapenen met het woord als met een zwaard dat aan beide kanten snijdt?
​
Besluit
We hebben gezien dat het woord krachtig is. Het is een scheppend woord dat volbrengt alles wat het zegt. Door dat woord is de gehele schepping tot stand gebracht.
Met dezelfde kracht maakt dit woord in geloof aangenomen ook ons tot een nieuwe schepping. Het volbrengt alles wat het zegt in de gelovige.
Het woord in geloof aangenomen, het woord opgenomen als noodzakelijk voedsel, wast ons, reinigt ons van alles wat tot verderf en dood leidt. Het woord heiligt ons en brengt ons in overeenstemming met de wil van God. Het brengt in ins het eeuwige leven, het leven dat we zien in Christus.
Het woord is waarheid want het brengt tot stand wat het zegt. De waarheid maakt ons vrij van de macht van de zonde, van kwalijke gewoontes, hatelijke gevoelens, zelfzuchtige verlangens.
Het woord brengt ons overwinning in de strijd. Het is het meest doeltreffend instrument in het onderscheiden van leugens en het afbreken van valse redeneringen; een tweesnijdend zwaard weertegen de vijanden van God geen stand kunnen houden.
We kunnen God eeuwig dankbaar Zijn voor Zijn woord ons gegeven.

Inleiding
Het woord dat heiligt
Het scheppende woord
Het woord als waarheid
Het eten van het woord
Het woord als wapen
Besluit
bottom of page