top of page

De waarheid

Inleiding

Heel wat mensen in deze wereld zijn aanhangers van het Sciëntisme. Zij zijn van mening dat enkel de wetenschap tot waarheid leidt. In zijn boek “Kan de wetenschap alles verklaren” illustreert John Lennox de begrensdheid van de wetenschap met het volgende voorbeeld. “Stel je voor dat mijn tante Henriëtte een taart heeft gebakken en dat we die laten analyseren door een groep topwetenschappers. De biochemici zullen ons inlichten over de structuur van de proteïnen, vetten enzovoort die bij de samenstelling een rol speelden, de scheikundigen over de elementen die erin zitten, de natuurkundigen zullen de taart analyseren in termen van fundamentele deeltjes en de wiskundigen zullen ons ongetwijfeld een reeks fraaie vergelijkingen voorleggen die het gedrag van die deeltjes beschrijven. 

Als we weten hoe de taart is gemaakt en waarvan, zouden we de wetenschappers vervolgens kunnen vragen waarom de taart is gemaakt. De grijns op het gezicht van tante Henriëtte laat zien dat zij het antwoord weet. Zij heeft de taart immers gemaakt. Toch spreekt het vanzelf dat deze topwetenschappers ons op grond van hun onderzoek geen antwoord op deze vraag kunnen geven. Zonder dat mijn tante het antwoord onthult, komen ze er nooit achter. De natuurwetenschappen kunnen de vragen over de aard en de structuur van de taart aan, maar de waarom-vraag als vraag naar het doel kunnen ze niet beantwoorden. De wetenschap heeft dus haar beperkingen.”

Stel je een wetenschapper fundamentele vragen zoals: waarom zijn we hier of hoe is alles begonnen? Dan kan hij daar geen antwoord op geven.
 

Soms gebeurt het dat wanneer ik met mensen spreek over de zin van het leven en wat er na dit leven komt dat ze zeggen: we zullen wel zien waar we uitkomen. Ze menen dat de waarheid over de grote levensvragen niet kan gekend worden. Anderen zeggen dan: jij hebt jou waarheid en ik de mijne, of zoals mijn moeder altijd zegt: ieder zijn geloof. Ze beseffen het misschien niet ten volle maar door dergelijke uitspraken te doen leveren ze het bewijs van het menselijk onvermogen om de waarheid te kennen. Dit betekent niet dat men de waarheid niet kan kennen maar dat dit slechts mogelijk is door goddelijke openbaring.

 

De Geest der Waarheid

De Bijbel geeft een duidelijk antwoord op de vraag wat is de waarheid? Ze maakt ook duidelijk dat het Gods wil is dat alle mensen de waarheid kennen in 1 Timotheüs 2:4 “Die (God) wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.” Dat het kennen van de waarheid van levensbelang is wordt in de tekst benadrukt door het te verbinden met het zalig worden van de mens. 

Omdat het niet in het vermogen van de mens ligt om zijn eigen zaligheid of verlossing te bewerken, kan hij ook niet uit zichzelf de waarheid kennen; de waarheid moet hem gegeven worden. Hierin speelt het werk van de Heilige Geest een belangrijke rol.

We hebben in onze lezingen nog maar weinig aandacht besteed aan de Heilige Geest als derde persoon van de Godheid. In de eerste lezing over “wat de Bijbel zegt over Zichzelf,” haalden we een tekst aan uit 2 Petrus 1:21 “want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.”Uit deze tekst begrijpen we dat het woord van God, dat waarheid is, tot ons is gekomen doordat Gods Geest mensen heeft geïnspireerd en gedreven.

Maar de Heilige Geest zorgt niet enkel voor de openbaring van de waarheid. Nadat Jezus aan Zijn discipelen had gezegd dat Hij niet altijd bij hen zou blijven maar zou heengaan naar de Vader gaf Hij hen een belofte in Johannes 14:16 “En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.” Jezus was tot dan altijd de leraar geweest die de discipelen had onderwezen uit het woord van God. Hij was het die tot dan toe hen de waarheid leerde kennen. Maar Hij zou niet bij hen blijven. De Geest der waarheid zou in Zijn plaats komen om de leraar van de waarheid te zijn voor iedere mens die gelooft.

De Geest der waarheid ook de Heilige Geest genoemd komt als antwoord op het gebed van Christus. Christus bidt op grond van Zijn bloed dat Hij voor ons heeft vergoten. Hij vraagt aan de Vader om ons de bijstand van de Geest der waarheid te geven. Door Hem ontvangen wij deze bijzondere en noodzakelijke gave.

Dat het aanwezig zijn van de Heilige Geest in ons leven enkel mogelijk is door de bemiddeling van Jezus wordt nogmaals benadrukt in Johannes 16:7 “Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden.”

Jezus zegt ook aan de discipelen wat de Geest der waarheid voor hen zal doen in Johannes 16:13 “Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid.”

 

Liefde voor de waarheid

Om tot ervaringskennis van de waarheid te komen is het niet enkel noodzakelijk dat iemand ons vertelt en leert begrijpen wat de waarheid is. Er is nog iets anders nodig. De Bijbel noemt het de “liefde voor de waarheid”. Over de mensen die misleidt worden door de leugen zegt de Bijbel dat ze “De liefde voor de waarheid niet hebben aangenomen om zalig te worden.” 2 Thessalonicenzen 2:10

De liefde voor de waarheid zorgt ervoor dat we de waarheid die we hebben leren kennen, bezit laten nemen van ons leven. Door deze liefde wordt ons leven gelijkvormig aan de waarheid. Ze maakt dat we niet enkel de waarheid kennen maar ook doen. Dit is belangrijk want Jezus maakt duidelijk in Lukas 6:47- 49 “Ieder die naar Mij toe komt en Mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u laten zien aan wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan een man die een huis bouwde: hij groef en diepte uit en legde het fundament op de rots. Toen de hoge vloed kwam, sloeg de waterstroom tegen dat huis aan en kon het niet doen wankelen, want het was op de rots gefundeerd. Maar wie ze gehoord en niet gedaan zal hebben, is gelijk aan een man die een huis bouwde op de aarde zonder fundament. Toen de waterstroom ertegenaan sloeg, stortte het meteen in, en de val van dat huis was groot.” Kennis van waarheid zonder de toepassing ervan brengt niets goeds.

De tekst zegt dat we de liefde voor de waarheid moeten aannemen. Dat we ze moeten aannemen, betekent dat we de liefde voor de waarheid niet van nature bezitten. Hoe kunnen we die liefde dan krijgen?

Eerst moet het voor ons duidelijk zijn dat de waarheid niet iets is maar iemand.  Die iemand is Jezus Christus. Hij zegt van Zichzelf in Johannes 14:6 “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.” We hebben al gezien wat De Waarheid voor ons heeft gedaan. Hij heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden. Hij is voor ons de tweede dood gestorven zodat wij eeuwig zouden leven. Johannes schrijft in 1 Johannes 4:9-11 “Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden.” En verder in vers 19 “Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.”

Wanneer wij geraakt door wat God voor ons in Christus heeft gedaan, ons hart voor Hem openstellen, ons gewillig aan Hem overgeven, dan doet Hij iets wonderlijks wat beschreven staat in Romeinen 5:5 “En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.” Het is op deze manier dat wij de liefde voor de waarheid ontvangen.

 

Leerling van de waarheid

Het is niet zo dat wij dan meteen alle waarheid kennen. We staan dan nog maar in de eerste klas van de school van de waarheid. Bovenaan de ingang van deze school staat het volgende te lezen “Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen.” (2 Petrus 3:18).

Leerlingen die bij het begin van hun schooltijd niet aannemen dat 1+1=2 of dat A, A is en B, B die zullen nooit groeien in kennis. Zo is het ook in het geestelijk leven. Onze groei in kennis van de waarheid wordt afgeblokt wanneer we dat wat de Geest der waarheid ons duidelijk maakt niet willen aannemen. Om te groeien hebben we de juiste ingesteldheid nodig. Jezus zegt in Mattheüs 5:3 “Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.”

Arm zijn van geest betekent ontvankelijk zijn voor de waarheid. Het is een nederige houding die ontdaan is van vooroordelen en gekenmerkt wordt door een grote bereidheid om te luisteren en vervolgens zorvuldig na te gaan of de dingen die gezegd werden ook werkelijk zijn. We vinden een voorbeeld hiervan in de reacties op een grap die werd gemaakt door een stand-up-comedian tijdens de verkiezingscampagne van Donald Trump. De stand-up-comedian vroeg aan het publiek wat de grootste vuilnisbelt was die in de oceaan dreef, waarop hij zelf antwoordde: “Puerto Rico.” Hij kreeg maar een flauwe reactie van het publiek dat blijkbaar niet goed had begrepen waarover het precies ging. Uit politieke hoek echter en ook door verschillende publieke omroepen werd hij onmiddelijk verweten van racisme want hij had de inwoners van Puerto Rico vuilnis genoemd.

Gewezen president Biden kon niet vlug genoeg reageren met te zeggen hoe schandalig het was om de Puerto Ricanen vuilnis te noemen en hij voegde er onnadenkend aan toe dat de Trump supporters zelf allemaal vuilnis waren.

Enkelen echter reageerden niet maar dachten na over de mop. Ze wisten dat stand-up-comedians dikwijls via een grap bestaande schrijnende toestanden aanklagen. Ze vroegen zich af of Puerto Rico te maken had met een groot vuilnisprobleem. Ze gingen naar huis en deden wat opzoekingswerk over Puerto Rico en vuilnisbelten. Ze vonden al vlug dat Puerto Rico een enorm probleem heeft met vuilnisbelten omdat het maar 9 % van alle vuilnis verwerkt krijgt en de overige 91% in de open lucht opstapelt met enorme vervuilingen van grond en water tot gevolg. Verschillende recente orkanen hadden de toestand nog verergert. 

Zij die onbevooroordeeld geluisterd hadden en nadien hun huiswerk hadden gedaan waren eigenlijk blij dat de stand-up-comedian dit schrijnend probleem onder de aandacht van de wereld had gebracht. Door hun ingesteldheid waren ze tot de waarheid gekomen. We zouden deze mensen, toch wat betreft dit gebeuren, arm van geest kunnen noemen.

De gelovigen te Berea hadden een gelijkaardige ingesteldheid. We lezen over hen in Handelingen 17:10 “En meteen stuurden de broeders Paulus en Silas 's nachts weg naar Berea. Die gingen, toen zij daar gekomen waren, naar de synagoge van de Joden. En dezen waren edeler van gezindheid dan die in Thessalonici, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid - ze luisterden onbevooroordeeld - en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren.”

De gelovigen uit de synagoge van Berea waren mensen die zoals de tekst zegt nobel of edel van gezindheid waren. Ze zijn een voorbeeld voor ons van hoe we moeten omgaan met dat wat we horen. Zeker als het gaat om iemand die zoals Paulus vanuit het woord van God spreekt. Zij waren niet van mening dat ze de waarheid in pacht hadden, ze stonden open, waren bereid om te luisteren en te redeneren. Ze waren altijd bereid iets nieuws te leren en erover na te denken ook al ging het in tegen hun eigen mening. Ze namen echter niet klakkeloos aan wat Paulus zei. Wat ze hadden gehoord, vergeleken ze met het woord van God om te zien of het daarmee in overeenstemming was. Deze edele gezindheid maakte het ook voor de Heilige Geest gemakkelijk om hen te onderwijzen en tot verdere kennis van de waarheid te brengen.

Zo was het niet bij de Joden in Thessalonici. Deze zagen Paulus en zijn evangelie als een bedreiging voor hun macht. De woorden van Paulus pasten niet in hun politieke spel. Over hen wordt gezegd in Handelingen 17:5 “Maar de Joden die ongehoorzaam waren, werden jaloers en namen enkele slechte mannen uit het marktvolk apart, veroorzaakten een oploop en verstoorden de orde in de stad.” Door zich af te keren van de waarheid brachten ze een oordeel over zichzelf.

“En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet ontmaskerd worden” (Johannes 3:19, 20).

 

Reacties op de waarheid

In het boek handelingen lezen we hoe Paulus na enige schermutselingen met de Joden voor Felix, de Romeinse stadhouder werd gebracht om te getuigen over zijn zaak. Nadat Felix de aanklacht van de Joden had verworpen had hij samen met zijn echtgenote een gesprek met Paulus want hij verlangde meer te horen over het geloof dat Paulus predikte. Dit gesprek vinden we in Handelingen 24:24 “En na enige dagen kwam Felix daar met zijn vrouw Drusilla, die een Jodin was. En hij ontbood Paulus en hoorde hem over het geloof in Christus. En toen hij (Paulus) sprak over rechtvaardigheid, zelfbeheersing en over het toekomstige oordeel, werd Felix zeer bevreesd en antwoordde: Nu kunt u gaan; wanneer ik gelegenheid heb, zal ik u weer laten halen.” De waarheid had Felix kennis gebracht over de ware toestand van zijn zondig leven. Waarheid echter brengt niet alleen kennis ze vraagt ons ook onszelf aan haar over te geven om ons te bevrijden van het kwaad dat ons leven teistert. Dat laatste wilde Felix niet doen, zich overgeven aan de waarheid was hem te veel en daarom heeft hij ook nooit meer naar Paulus geluisterd. Hij verwierp het licht omdat zijn werken boos waren.

De waarheid zal zeer bedroefd geweest zijn met deze reactie van Felix want ze wilde hem goed doen en bevrijden . De waarheid echter kan niet enkel bedroefd zijn, zij kan ook boos zijn.  

Voor Paulus bij Felix werd gebracht verscheen hij voor het Sanhedrin, het Joodse gerecht.

Daar werd hij valselijk beschuldigd van enkele overtredingen omdat zij redenen zochten hem ter dood te brengen omwille van de verkondiging van het evangelie. Voor de raad getuigt Paulus in 

Handelingen 23:1-3 “En Paulus zei, terwijl hij de ogen op de Raad gevestigd hield: Mannenbroeders, ik heb voor God met een volkomen zuiver geweten gewandeld tot op deze dag.

Maar de hogepriester Ananias beval hen die bij hem stonden hem op de mond te slaan. Toen zei Paulus tegen hem: God zal ú slaan, witgepleisterde wand! Zit u hier om een oordeel over mij uit te spreken overeenkomstig de wet, en geeft u bevel, tegen de wet in, mij te slaan?”

Vanwaar die harde woorden: “God zal u slaan, witgepleisterde wand?” Zij die in het sanhedrin zetelden waren de geestelijke leiders, de hoeders van de wet, de bewaarders van Gods woord dat waarheid is. Eerder had Jezus over hen gezegd in Mattheüs 23:2 “De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes; daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het.”Dat zij op de stoel van Mozes zaten betekent dat zij de wet en het woord van God onderwezen. Maar wat deden ze er zelf mee? Vers 3 zegt “maar doe niet overeenkomstig hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet.”

 

Niemand wordt meer door God vervloekt dan hij die de waarheid kent en onderwijst maar ze niet doet. De Bijbel noemt hem een witgepleisterd graf. 

Deze verslagen van verschillende reacties op de waarheid moeten ons ertoe brengen voor onszelf de vraag te stellen, hoe ga ik om met de waarheid? Ben ik als de gelovigen te Berea, als Felix of als de voorzitter van het Sanhedrin die de waarheid kent maar ze niet in de praktijk brengt?

 

De waarheid verbergt niets

Het woord ‘waarheid’ terug te vinden in de uitspraak van Jezus: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven,” dat woord ‘waarheid’ is de vertaling van het Griekse woord “aletheia’ wat letterlijk betekent “niets verstoppen” of “niets verbergen”. Wanneer een persoon als Jezus dan zegt dat Hij de waarheid is dan moet het van Hem duidelijk zijn dat Hij niets verbergt maar de dingen openbaart en zegt zoals ze werkelijk zijn. Zien we dat in het leven van Jezus?

Toen de joden Jezus hadden gevangen genomen brachten ze Hem in het huis van de Hogepriester. “De hogepriester dan ondervroeg Jezus over Zijn discipelen en over Zijn onderricht. Jezus antwoordde hem: Ik heb openlijk gesproken tot de wereld; Ik heb altijd onderwezen in de synagoge en in de tempel, waar de Joden altijd samenkomen, en Ik heb niets in het verborgen gesproken”(Johannes 18:19, 20). Psalm 40 profeteert over de komende Messias en benadrukt dit aspect van de waarheid dat het niets verborgen houdt. “Ik breng de blijde boodschap van de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen belet ik niet. Ú, HEERE, weet het! Uw gerechtigheid verberg ik niet diep in mijn hart, Uw waarheid en Uw heil verkondig ik. Uw goedertierenheid en Uw trouw verzwijg ik niet in de grote gemeente” (Psalm 40:10-11).

Wanneer God de waarheid spreekt, verbergt Hij niets. Hij brengt alles aan het licht. We moeten dan ook niet verbaasd zijn dat wanneer de Geest der waarheid ons onderwijst we zullen geconfronteerd worden met de dingen in onszelf die niet zo mooi zijn en we niet willen zien. De waarheid echter doet dit niet om je te kwetsen of om je te vernederen maar om je vrij te maken van wat lelijk is.

Dat de waarheid alles doorziet en openbaart, wordt geïllustreerd door een gebeurtenis beschreven in Johannes 8:3-6 “En de schriftgeleerden en de Farizeeën brachten een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was. En toen ze haar in het midden hadden doen staan, zeiden zij tegen Hem: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel. In de wet nu heeft Mozes ons geboden zulke vrouwen te stenigen; U dan, wat zegt U? En dit zeiden zij om Hem te verzoeken, opdat zij iets hadden om Hem aan te klagen. Maar Jezus bukte en schreef met de vinger in de aarde. Nadat Hij dit had gedaan zei Hij: Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen.”

Een Bijbelcommentaar op dit verslag zegt: “Jezus zag een ogenblik het toneel aan — het bevende slachtoffer in haar schande, de hardvochtig uitziende hoogwaardigheidsbekleders, ver­stoken zelfs van elke menslievendheid. Zijn geest van vlekkeloze rein­heid schrok terug voor dit schouwspel. Hij wist met welke bedoeling dit geval tot Hem was gebracht. Hij las het hart, en kende het karakter en de levensgeschiedenis van iedereen in zijn nabijheid. Deze mensen, die zich opwierpen als beschermers van het recht, hadden zelf hun slachtoffer tot zonde gebracht, om een strik voor Jezus te kunnen spannen. Zonder blijk te geven dat Hij hun vraag gehoord had, boog Hij Zich neer, en terwijl Hij Zijn ogen op de grond richtte, begon Hij in het stof te schrijven.
Ongeduldig over zijn uitstel en Zijn ogenschijnlijke onverschilligheid, kwamen de aanklagers naderbij en brachten de zaak dringend onder Zijn aandacht. Maar toen hun ogen, die de blikken van Jezus volgden, de grond bij Zijn voeten zagen, veranderde hun gelaat. Daar, vóór hen, stonden de misdadige geheimen van hun eigen leven neergeschreven.” 

Terecht schrijft de Psalmist over de waarheid in Psalm 139:2, 3, 7, 8.

“HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd.

Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten?

Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar.”

 

De vastheid van de waarheid

Er is nog een ander aspect van de waarheid dat naar voorgebracht wordt in het OT in Jeremia 10:10 “De HEERE God is echter de Waarheid, Hij is de levende God, een eeuwig Koning.”

Het woord “waarheid” hier is de vertaling van het Hebreeuwse woord ‘ehmeth.’ Letterlijk betekent dit woord, standvastigheid, zekerheid, getrouwheid.

In het eerste jaar van het middelbaar op het college reed ik elke dag naar school met een vriend uit de straat. Op een regenachtige morgen toen we samen op weg waren, geraakte de snelbinder die mijn boekentas op zijn plaats hield los. Boekentas en boeken lagen gestrooid op het natte wegdek. Dat was al erg maar het ergste was dat mijn “vriend” nog even achterom keek en dan verder doorreed. Alleen stond ik daar in de regen. ‘T is hem vergeven maar ik zal het nooit vergeten.

Op wie kun je 100% vertrouwen? Wie kan je 100% zekerheid geven? Wie is 100% standvastig in alles wat hij beweerd en belooft? Er is niemand onder de mensen die zo is behalve de waarheid die mens geworden is. Over Hem lezen we in Deuteronomium 32:4 “Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is, want al Zijn wegen zijn een en al recht. God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij.” Ook psalm 62:7-9 spreekt over Hem in die zin: “Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen. In God is mijn heil en mijn eer; mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God. Vertrouw op Hem te allen tijde, volk; stort uw hart uit voor Zijn aangezicht.”

Vastheid, vertrouwen en zekerheid verdwijnen wanneer de mens God verwerpt en daarmee ook de waarheid. Ten tijde van het boek Richteren worden dergelijke perioden uit het bestaan van Israël beschreven; perioden waarin ze God als hun rots en koning verwierpen. Een voorbeeld hiervan vinden we in Richteren 17:5-6 “En de man Micha had een godshuis. Ook maakte hij een efod en afgodsbeeldjes, en wijdde een van zijn zonen om voor hem tot priester te zijn. In die dagen was er geen koning in Israël: een ieder deed wat juist was in zijn ogen.”

Wanneer iedereen zijn waarheid heeft, een waarheid die hij elke dag naargelang hoe hij zich voelt kan veranderen, hoeveel waarheid is er dan nog? Wie zich de ene dag vrouw voelt en de andere dag man of wat dan ook, weet die nog wat hij werkelijk is en waarom hij er is? Alle vastheid en zekerheid is uit zijn leven verdwenen. 

Dat steeds meer mensen existentiële angsten hebben omdat ze niet meer weten waarom ze hier zijn en wat ze hier doen, heeft alles te maken met het ontbreken van de waarheid in hun leven. Want alleen de waarheid kan vastheid, zekerheid en rust geven. Mensen hebben van alles bedacht, van medicijnen en verdovende middelen tot gevaarlijke sporten en exotische afgodendiensten,  om deze angsten te onderdrukken. En velen blijven hierbij omdat ze doen als Felix. 

De waarheid echter die blijft roepen en zegt in Mattheüs 11:28 “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel.”

 

Besluit

De Bijbel zegt ons dat de waarheid een persoon is. Het is Jezus Christus. Het is Hij die liefde is, 

die ons heeft geschapen en leven geeft. Het is Hij die de straf voor onze overtreding heeft betaald met zijn eigen leven. Het is Hij die elk moment bidt voor ons en ons de gave schenkt van de Geest der waarheid.

De waarheid heeft het allerbeste met ons voor. Wie ze aanneemt door Gods woord aan te nemen wordt bevrijdt van alle levens-vernietigende gedachten en handelingen. Wie ze verwerpt brengt het oordeel over zichzelf omdat hij zich afkeert van het leven want de waarheid zegt ook: ik ben het leven. 

De waarheid brengt alles aan het licht zodat ons leven niet gedreven wordt door leugens. Wie op haar bouwt kent zekerheid en diepe vrede. Waarom dan niet de liefde tot de waarheid aannemen? 

Inleiding
De Geest der waarheid
Liefde voor de waarheid
Leerling van de waarheid
Reacties op de waarheid
De waarheid verbergt niets
De vastheid van de waarheid
Besluit
bottom of page