
Wat de Bijbel zegt
Zal er een wereldregering komen?
1. Waarom vertelt God ons Zijn plannen op voorhand?
-
Johannes 14:29: "En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschiedt, opdat gij geloven moogt, wanneer het geschiedt."
Wanneer iemand iets voorspelt en het komt uit dan krijgen we vertrouwen in zijn woorden. Gebeurt dit meermaals en precies dan sterkt dat ons vertrouwen en geeft het ons de zekerheid dat wat nog niet is vervuld ook zal komen.
2. Wie is een van de profeten waarover Jezus sprak?
-
Mattheüs 24:15, 16 : "Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan, wie het leest, geve er acht op, laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen."
Lees Daniel 2:1-30 en vindt antwoorden op de volgende vragen:
3. Waarom was Koning Nebukadnezar verontrust?
-
Daniël 2:3: "De koning zeide tot hen: Ik heb een droom gehad, en mijn geest is verontrust, zodat ik die droom wil verstaan."
De koning was sterk onder de indruk van de droom die hij gekregen had maar hij was de inhoud ervan vergeten.
4. Wat vroeg hij aan de wijzen?
-
Daniël 2:6: "geef mij dus de droom met zijn uitlegging te kennen."
5. Wie had de droom aan de koning gegeven?
-
Daniël 2:28: "Maar er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart; Hij heeft de koning Nebukadnessar bekendgemaakt wat in de toekomende dagen geschieden zal."
6. Wat werd in de droom getoond?
-
Daniël 2:29: "bij u, o koning, rezen, terwijl gij op uw legerstede laagt, gedachten op over wat er na dezen geschieden zou, en Hij, die verborgenheden openbaart, heeft u bekendgemaakt wat er geschieden zal."
Lees nu de verzen 31-35 en vindt de antwoorden op de volgende vragen:
7. Wat zag Nebukadnesar in zijn droom?
-
Daniël 2:31: "Gij, o koning, had een gezicht, en zie, er was een groot beeld! Dit beeld was hoog, en de glans ervan was buitengewoon; het stond voor u, en de aanblik ervan was schrikwekkend."
8. Van wat was het beeld gemaakt?
-
Daniël 2:32: "Het hoofd van dat beeld was van gedegen goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en lendenen van koper, zijn benen van ijzer, zijn voeten deels van ijzer deels van leem."
9. Wat stelde het hoofd van het beeld voor?
-
Daniël 2:36-38: "Gij, o koning, koning der koningen, aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft, ja, in wiens hand Hij de mensenkinderen, waar zij ook wonen, de dieren des velds en het gevogelte des hemels heeft gegeven, en die Hij tot heerser over die alle heeft gemaakt, gij zijt dat gouden hoofd."
10. Over welk koninkrijk regeerde Nebukadnezar?
-
Daniël 1:1: "In het derde jaar der regering van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnessar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en belegerde het."
11. Wat zal er volgens de verklaring na het gouden koninkrijk van Nebukadnezar komen?
-
Daniël 2:39: "Doch na u zal een ander koninkrijk ontstaan, geringer dan het uwe..."
12. Welke twee naties, voorgesteld door de zilveren borst en armen van het beeld zouden na de val van Babylon de wereldse heerschappij delen?
-
Daniël 5:28: "uw koninkrijk is gebroken en aan de Meden en Perzen gegeven."
13. Door welk dier wordt Medio-Perzië in hoofdstuk 8 voorgesteld?
-
Daniël 8:3, 4, 20: "De ram met de twee horens die je zag, duidt op de koningen van de Meden en de Perzen."
14. Door welk dier werd de ram verpletterd?
-
Daniël 8:5-7: "Terwijl ik ernaar keek, zag ik vanuit het westen een geitenbok aankomen, hij snelde over de uitgestrekte vlakte zonder de grond te raken. De bok had een opvallende horen tussen zijn ogen. Hij naderde de ram met de twee horens die ik bij het kanaal had zien staan, en schoot met een razende kracht op hem af. Ik zag hoe hij op de ram afstormde, hem woedend aanviel en al stotend beide horens van de ram wist te breken. De ram had te weinig kracht om weerstand te bieden. De bok wierp hem omveren vertrapte hem; er was niemand die de ram uit zijn macht kon redden."
15. Naar welke natie verwijst de geitebok?
-
Daniël 8:21: "De harige geitenbok is de koning van Griekenland (Griekse rijk)."
16. Hoe groot zou dit derde koninkrijk worden?
-
Daniël 2:39: "Na u (Babylon)zal een ander koninkrijk opkomen, minder machtig dan het uwe, en daarna nog een, van brons, dat zal heersen over de hele aarde."
17. In hoeveel verschillende delen zou het koninkrijk van Griekenland na de val van de eerste koning verdeeld worden?
-
Daniël 8:8, 21, 22: "De geitenbok maakte zich bijzonder groot, maar op het toppunt van zijn macht brak zijn grote horen af. Daarvoor in de plaats kwamen vier opvallende horens, die naar de vier windrichtingen wezen. De harige geitenbok is de koning van Griekenland. De grote horen tussen zijn ogen is de eerste koning. De horen brak af en er kwamen vier andere voor in de plaats; dat betekent dat er vier koninkrijken uit het volk zullen ontstaan, maar niet met dezelfde kracht."
De grote horen tussen de ogen van de geitebok verwees naar Alexander de Grote. Alexander stierf op jonge leeftijd zonder gezorgd te hebben voor een opvolger om te heersen over zijn koninkrijk. Naar het woord van de profetie werd zijn gebied verdeeld in vier kleinere koninkrijken en dat bleef zo tot de komst van het volgende wereldrijk.
18. Wat kwam er vervolgens op?
-
Daniël 8:9 : "Uit één daarvan kwam nog een horen op ..."
19. Naar welk soort koning verwees deze kleine horen?
-
Daniël 8:23: "En in het laatst van hun koningschap (de vier horens), als de boosdoeners de maat hebben volgemaakt, zal er een koning opstaan, hard van aangezicht en bedreven in listen."
In lijn met de vorige profetieën in Daniël 2 en 7 wordt hier de val van het Griekse rijk voorspeld en de opkomst van het Romeinse rijk; het laatste grote wereldrijk.
20. De ram was groot (v.4), de geit was zeer groot (v.8). Hoe groot was de kleine horen in vergelijking met die twee?
-
Daniël 8:9: "Uit één daarvan kwam nog een horen op, die eerst klein was, maar geweldig uitgroeide..."
De Herziene Statenvertaling zegt "uitzonderlijk groot." Dit is in vergelijking met het "hij maakte zich groot" van de ram en het "uitermate groot" van de bok. We kunnen hieruit afleiden dat dit laatste rijk niet moest onderdoen voor de vorige.
"Uit één daarvan," betekent uit één van de windrichtingen en niet uit een van de koninkrijken. De kleine hoorn was een macht die van buiten het Griekse rijk kwam en het ten val bracht.
21. Naar welke richting verspreidde dit koninkrijk zich?
-
Daniël 8:9 : "En uit een daarvan kwam weer een horen voort, die klein begon, maar die zeer groot werd tegen het zuiden, tegen het oosten en tegen het Sieraad"
Rome kwam ten opzichte van Palestina vanuit het westen en overheerste Egypte, Syrie en Palestina(Sieraad).
22. Aan welk metaal werd volgens de droom van Nebukadnezar haar sterkte vergeleken?
-
Daniël 2:40: "en een vierde koninkrijk zal hard zijn als ijzer; juist zoals ijzer alles verbrijzelt en vermorzelt; en gelijk ijzer, dat vergruizelt, zal dit die allen verbrijzelen en vergruizelen."
23. Wat zou er vervolgens met dit koninkrijk gebeuren?
-
Daniël 2:41: "En dat gij de voeten en de tenen gezien hebt deels van pottenbakkersleem en deels van ijzer, betekent, dat dit een verdeeld koninkrijk wezen zal"
Het Romeinse rijk was het laatste wereldrijk. Het werd door Germaanse stammen opgedeeld. Daaruit kwamen later de Europese naties.
24. Hoe beschrijft de profetie de pogingen van latere koningen om zich te verenigen?
-
Daniël 2:42, 43: "en de tenen der voeten deels van ijzer en deels van leem; ten dele zal dat koninkrijk hard zijn, en ten dele zal het broos zijn. Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem."
25. Welke profetische uitspraak heeft de moderne heersers verhinderd om een wereldrijk te stichten?
-
Daniël 2:43: "Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengt met leem."
Sinds de val van Rome heeft de mens steeds opnieuw geprobeerd om de wereld onder één bestuur te brengen. Het woord van God zegt dat dat niet kan gedaan worden zoals ook klei niet aan ijzer kan kleven. Daarom zijn alle pogingen tot het stichten van een wereldrijk mislukt.
26. Wanneer zal God Zijn eeuwig koninkrijk opzetten?
-
Daniël 2:44: "Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan."
27. Wat zal Gods koninkrijk met de koninkrijken van de mens doen?
-
Daniël 2:44: "het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid"
28. Door wat wordt Gods koninkrijk in de droom van Nebukadnezar voorgesteld?
-
Daniël 2:45: "juist zoals gij gezien hebt, dat zonder toedoen van mensenhanden een steen van de berg losraakte en het ijzer, het koper, het leem, het zilver en het goud verbrijzelde."
29. Wat zei Daniel over de getrouwheid van de droom en de verklaring ervan?
-
Daniël 2:45: "De grote God heeft de koning bekendgemaakt wat na dezen zal geschieden; de droom is waarachtig en zijn uitlegging betrouwbaar."
“ De koning gaf Daniel ten antwoord: In waarheid, uw God is de God der goden en de Heer der koningen, en Hij openbaart verborgenheden: daarom hebt gij deze verborgenheid kunnen openbaren." Daniel 2:47.
De symboliek van Daniel 2
Hoofd van Goud--------------Babylon------(605-539 VC)
Borst en armen van zilver---Medo-Perzie--(539-331 VC)
Buik en heupen van koper---Griekse rijk-------(331-168 VC)
Benen van ijzer--------------Romeinse rijk---------(168VC-AD476)
Voeten van ijzer en klei-----Moderne naties-(Sinds AD476)
Steen---------------Gods koninkrijk
Hoofdstuk 8
Ram-----------Medo Perzie
Geit---------Griekse rijk
Vier horens----Griekse verdeelde rijk
Kleine Hoorn ----- Rome (wereldlijk en geestelijk)