top of page

Lezen en interpreteren van de Bijbel

Alle Bijbelstudies, lezingen en artikels op deze website van Watdebijbelzegt, zijn voortgekomen uit een lezing en interpretatie van de Bijbel zoals beschreven in deze korte handleiding die zich houdt aan de bijbels-historische methode waarin het de Bijbel zelf is die bepaalt hoe we haar interpreteren. Deze methode erkent dat de openbaring onlosmakelijk verbonden is met historische feiten. Alle Bijbelse figuren en plaatsen hebben echt bestaan en de gebeurtenissen eraan verbonden hebben echt plaatsgevonden. Ze onderscheidt zich daarin van de historisch-kritische methode die het bestaan van wonderen uitsluit, vele bijbelse verslagen herleidt tot verhalen en zelf bepaalt hoe de Bijbel moet gelezen en geïnterpreteerd worden. 

Wat de Bijbel voorop stelt betreffende haar: 

 

  • Oorsprong

De Bijbel is het Woord van God en is het belangrijkste en meest gezaghebbende middel waarmee Hij Zichzelf aan de mens openbaart.

 

De Heilige Geest inspireerde de bijbelschrijvers met gedachten, ideeën en objectieve informatie; op hun beurt drukten zij deze in hun eigen woorden uit. Daarom is de Schrift een ondeelbare eenheid van menselijke en goddelijke elementen, waarbij geen van beide benadrukt moet worden, terwijl de andere verwaarloosd wordt (2 Petrus 1:21).

 

De hele Schrift is door God geïnspireerd en kwam tot stand door het werk van de Heilige Geest. Het kwam echter niet tot stand in een voortdurende reeks ononderbroken onthullingen. De Heilige Geest deelde de waarheid mee aan de bijbelschrijver en hielp deze bij het verwoorden ervan. Elke schrijver benadrukte daarbij dat aspect van de waarheid waarop hij de nadruk moest leggen. Daarom kan enkel een volledig begrip van een onderwerp verworven worden door alles bijeen te brengen wat de verschillende bijbelschrijvers daarover hebben gezegd. Door dit te doen zal men erkennen dat niet alleen de Bijbel Zichzelf verklaart maar dat Zij ook op een consistente en harmonieuze wijze de waarheid weergeeft.  (2 Tim. 3:16; Hebr. 1: 1, 2)

 

Hoewel de Bijbel werd gegeven aan degenen die lang geleden leefden in de voor ons vreemde culturele en maatschappelijke context van het  Nabije Oosten/Middellandse Zee, overstijgt de Bijbel zijn culturele achtergronden om te dienen als Gods Woord voor alle culturele, raciale en situationele contexten in alle tijdperken.

 

  • Autoriteit

De zesenzestig boeken van het Oude en Nieuwe Testament zijn de duidelijke, onfeilbare openbaring

van Gods wil en Zijn verlossingsplan. De Bijbel is het Woord van God, en alleen dit is de standaard waaraan alle leringen en ervaringen moeten worden getoetst (2 Tim. 3:15, 17; Ps. 119:105; Spr. 30:5, 6; Jes. 8: 20; Johannes 17:17.)

 

De Schrift is een authentiek, betrouwbaar verslag van de geschiedenis en Gods handelen daarin. De Schrift legt uit hoe de lezer deze handelingen moet begrijpen en navolgen.  De bovennatuurlijke daden die in de Bijbel worden geopenbaard, zijn historisch waar. De hoofdstukken 1 tot en met 11 van Genesis zijn bijvoorbeeld een feitelijk verslag van historische gebeurtenissen.

 

De Bijbel is niet zoals andere boeken. Het is een ondeelbare mix van het goddelijke en het menselijke. Het verslag van vele details van de seculiere geschiedenis is een integraal onderdeel van het algemene doel om de geschiedenis van de verlossing over te brengen. Hoewel er soms parallelle procedures kunnen worden gebruikt door bijbelonderzoekers om historische gegevens vast te stellen, zijn de gebruikelijke technieken van historisch onderzoek, gebaseerd op menselijke vooronderstellingen en gericht op het menselijke element, ontoereikend voor het interpreteren van de Schrift, die een mengeling is van het goddelijke en menselijke. Alleen een methode die de ondeelbare aard van de Schrift volledig erkent, kan een verdraaiing van de boodschap ervan voorkomen.

De menselijke rede is onderworpen aan de Bijbel, niet gelijk aan of erboven. Vooronderstellingen met betrekking tot de Schrift moeten in harmonie zijn met de beweringen van de Schrift en onderhevig zijn aan correctie daardoor (1 Kor. 2:1-6). Het is Gods bedoeling dat de menselijke rede in de volle omvang gebruikt wordt, maar binnen de context en onder het gezag van Zijn Woord en niet onafhankelijk daarvan.

De openbaring van God in de hele natuur is, wanneer ze op de juiste manier wordt begrepen, in harmonie met het geschreven Woord en moet worden geïnterpreteerd in het licht van de Schrift.

Bijbelse principes voor het interpreteren van de teksten

De Schriften verwijzen naar de Heilige Geest als Hij die de gelovige in staat stelt de Bijbel te aanvaarden, te begrijpen en toe te passen in zijn eigen leven. De Heilige Geest samen met het geschreven woord motiveren de lezer om  goddelijke kracht te zoeken, zich alle Bijbelse beloften toe te eigenen en gehoorzaamheid te tonen aan alles wat God van de mens vraagt.   Alleen degenen die het reeds ontvangen licht volgen, kunnen hopen verdere verlichting van de Geest te ontvangen in het begrijpen en toepassen van het woord. (Johannes 16:13, 14; 1 Kor. 2:10-14).

 

De Schrift kan niet correct worden geïnterpreteerd zonder de hulp van de Heilige Geest, want het is de Geest die de gelovige in staat stelt de Schrift te begrijpen en toe te passen. Daarom moet elke studie van het Woord beginnen met een verzoek om leiding en verlichting van de Geest met de bedoeling God welgevallig te zijn en zich beter toe te rusten voor de opdracht die God aan de gelovige geeft.

 

Degenen die tot het Woord komen om het te bestuderen, moeten dit met geloof doen, in de nederige geest van een leerling die probeert te horen wat de Bijbel zegt. Zij moeten bereid zijn alle vooronderstellingen, meningen en conclusies van de rede te onderwerpen aan het oordeel en de correctie van het Woord zelf. Met deze houding kan de bijbelstudent rechtstreeks tot het Woord komen, en met zorgvuldige studie tot inzicht komen in de essentie van de verlossing, los van enige menselijke verklaring, hoe behulpzaam ook. Voor zo iemand wordt de bijbelse boodschap betekenisvol.

Het onderzoek van de Schrift moet worden gekenmerkt door een oprecht verlangen om Gods wil en woord te ontdekken en te gehoorzamen, in plaats van steun of bewijs te zoeken voor vooropgezette ideeën.

Methoden van Bijbelstudie

Voor de studie van de Bijbel is het belangrijk een vertaling te gebruiken die trouw is aan de betekenis in de talen waarin de Bijbel oorspronkelijk is geschreven, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan vertalingen die zijn gemaakt door een brede groep geleerden en zijn gepubliceerd door een algemene uitgever boven vertalingen die worden gesponsord door een bepaalde denominatie of een beperkte focus hebben. Geparafraseerde vertalingen zoals "Het Boek," "de Bijbel in Gewone Taal," zijn prettig om te lezen maar niet geschikt voor de studie van Gods woord. Geschikte Bijbelvertalingen in het Nederlands zijn: de Herziene Statenvertaling 2010 en de NBG vertaling 1951.

 

Wees voorzichtig en bouw geen belangrijke leerstellige punten op één bijbelvertaling. 

Kies een duidelijk studieplan en vermijdt lukrake en doelloze benaderingen. Studieplannen zoals de volgende worden voorgesteld:

  • Boek-voor-boek analyse van de boodschap

  • Vers-voor-vers-methode

  • Studie die zoekt naar een bijbelse oplossing voor een specifiek levensprobleem, bijbelse bevrediging voor een specifieke behoefte, of een bijbels antwoord op een specifieke vraag

  • Onderwerpstudie (geloof, liefde, wederkomst en andere)

  • Woordenstudie

  • Biografische studie

 

Probeer de eenvoudige, meest voor de hand liggende betekenis te begrijpen van de bijbelpassage die wordt bestudeerd.

Probeer de onderliggende hoofdthema’s van de Bijbel te ontdekken, zoals die te vinden zijn in individuele teksten, passages en boeken.

Twee fundamentele, verwante thema's lopen door de hele Bijbel heen:

  • De persoon en het werk van Jezus Christus

  • De grote strijd, ontstaan in de hemel,  over het karakter van God en de rechtvaardigheid van Zijn wet en de daaruit volgende val van de mens, het daaraan verbonden verlossingsplan, de eerste en tweede komst van Christus, de uiteindelijke vrijspraak van God en Zijn wet, en het herstel van het goddelijke plan voor het universum.

Deze thema's moeten worden ontleend aan de totaliteit van de Schrift en mogen er niet aan worden opgelegd.

Erken dat de Bijbel Zichzelf verklaart en dat de betekenis van woorden, teksten en passages het beste kan worden bepaald door ijverig zo veel mogelijk schriftgedeelten met elkander te vergelijken. 

Bestudeer de context van de betreffende passage door deze te relateren aan de zinnen en paragrafen die er onmiddellijk aan voorafgaan en erna komen. Probeer de ideeën van de passage in verband te brengen met de gedachtengang van het hele Bijbelboek.

 

Ga voor zover mogelijk na wat de historische omstandigheden zijn waarin de passage door de bijbelschrijvers onder leiding van de Heilige Geest werd geschreven.

Bepaal het literaire type dat de auteur gebruikt. Sommige teksten bestaan ​​uit gelijkenissen, spreuken, allegorieën, psalmen en apocalyptische profetieën. 

Erken dat een bepaalde bijbeltekst misschien niet in elk detail voldoet aan de hedendaagse literaire categorieën. Wees voorzichtig dat u deze categorieën niet forceert bij het interpreteren van de betekenis van de bijbeltekst. Het is een menselijke neiging om te vinden wat je zoekt, ook al heeft de auteur dat niet zo bedoeld.

Let op de grammatica en zinsconstructie bij het zoeken naar wat de auteur werkelijk heeft bedoeld. Bestudeer de sleutelwoorden van de passage door hun gebruik in andere delen van de Bijbel te vergelijken door middel van een concordantie en met behulp van bijbelse lexicons en woordenboeken. Vandaag kan dat allemaal digitaal gebeuren door middel van apps zoals Logos, Esword, Blue Letter Bible, Bijbel Online.

Bekijk bij de studie van de bijbeltekst ook de historische en culturele factoren. Archeologie, antropologie en geschiedenis kunnen bijdragen aan het begrijpen van de betekenis van de tekst.

Na het bestuderen zoals hierboven uiteengezet, kun je verschillende commentaren en secundaire hulpmiddelen raadplegen, zoals wetenschappelijke werken, om te zien hoe anderen met de passage zijn omgegaan. Evalueer vervolgens zorgvuldig de verschillende gezichtspunten, uitgedrukt vanuit het standpunt van de Bijbel als geheel.

 

Bijbelse regels voor het interpreteren van de profetieën

De Bijbel beschrijft Gods macht om de toekomst te voorspellen (Jes 46:10).

Profetie heeft een moreel doel. Het is niet louter geschreven om de nieuwsgierigheid naar de toekomst te bevredigen. Enkele doeleinden van profetie zijn het versterken van het geloof (Johannes 14:29) en het bevorderen van een heilig leven en de bereidheid tot de Advent (Mattheüs 24:44; Openbaring 22:7, 10, 11).

De focus van veel profetie ligt op Christus (zowel Zijn eerste als tweede komst), de kerk en de eindtijd.

De normen voor het interpreteren van profetie zijn te vinden in de Bijbel zelf: De Bijbel neemt nota van tijdprofetieën en hun historische vervullingen; het Nieuwe Testament citeert specifieke vervullingen van oudtestamentische profetieën over de Messias; en het Oude Testament zelf presenteert individuen en gebeurtenissen als typen van de Messias.

In de nieuwtestamentische toepassing van oudtestamentische profetieën worden sommige letterlijke namen geestelijk: Israël vertegenwoordigt bijvoorbeeld de kerk en Babylon een afvallige religie die de wereld doordringt van haar leer.

Er zijn twee algemene soorten profetische geschriften: niet-apocalyptische profetie zoals gevonden in Jesaja en Jeremia, en apocalyptische profetie zoals gevonden in Daniël en de Openbaring. Deze verschillende typen hebben verschillende kenmerken:

  • Niet-apocalyptische profetie richt zich tot Gods volk; apocalyptisch is universeler van aard.

  • Niet-apocalyptische profetie is vaak voorwaardelijk van aard en zet Gods volk de alternatieven uiteen: zegen in plaats van gehoorzaamheid en vloek in plaats van ongehoorzaamheid; apocalyptisch benadrukt de soevereiniteit van God en Zijn controle over de geschiedenis.

  • Niet-apocalyptische profetieën springen vaak over van de plaatselijke crisis naar de eindtijddag van de Heer; apocalyptische profetie presenteert de loop van de geschiedenis vanaf de tijd van de profeet tot het einde van de wereld.

  • Tijdprofetieën in niet-apocalyptische profetieën duren over het algemeen lang, bijvoorbeeld 400 jaar Israëlische dienstbaarheid (Gen. 15:13) en 70 jaar Babylonische ballingschap (Jer. 25:12). Tijdprofetieën in apocalyptische profetieën worden over het algemeen in korte termen geformuleerd, bijvoorbeeld 10 dagen (Openb. 2:10) of 42 maanden (Openb. 13:5). Apocalyptische tijdsperioden staan ​​symbolisch voor langere perioden van werkelijke tijd.

 

Apocalyptische profetie is zeer symbolisch en moet dienovereenkomstig worden geïnterpreteerd. Bij het interpreteren van symbolen kunnen de volgende methoden worden gebruikt:

  • Zoek naar interpretaties (expliciet of impliciet) in de passage zelf (bijvoorbeeld Dan. 8:20, 21; Openb. 1:20).

  • Zoek naar interpretaties elders in het boek of in andere geschriften van dezelfde auteur.

  • Bestudeer met behulp van een concordantie het gebruik van symbolen in andere delen van de Bijbel.

  • Een studie van oude documenten uit het Nabije Oosten kan licht werpen op de betekenis van symbolen, hoewel schriftuurlijk gebruik deze betekenissen kan veranderen.

De literaire structuur van een boek is vaak een hulpmiddel bij de interpretatie ervan. De parallelle aard van Daniëls profetieën is daar een voorbeeld van.

 

Parallelle verslagen in de Schrift vertonen soms verschillen in details en nadruk (vgl. Matt 21:33, 34; Markus 12:1-11; en Lukas 20:9-18; of 2 Koningen 18-20 met 2 Kronieken 32). Wanneer u dergelijke passages bestudeert, onderzoek ze dan eerst zorgvuldig om er zeker van te zijn dat de parallellen daadwerkelijk naar dezelfde historische gebeurtenis verwijzen. Veel van Jezus’ gelijkenissen zijn bijvoorbeeld bij verschillende gelegenheden aan verschillende toehoorders en in verschillende bewoordingen verteld.

 

In gevallen waarin er verschillen lijken te zijn in parallelle verslagen, moet men erkennen dat de totale boodschap van de Bijbel de synthese van al zijn delen is. Ieder boek of schrijver communiceert datgene waartoe de Geest hem heeft geleid te schrijven. Ieder levert zijn eigen bijzondere bijdrage aan de rijkdom, diversiteit en verscheidenheid van de Schrift. De lezer moet elke bijbelschrijver de kans geven om naar voren te komen en gehoord te worden, terwijl hij tegelijkertijd de fundamentele eenheid van de goddelijke zelfonthulling erkent.

 

Wanneer parallelle passages op discrepantie of tegenstrijdigheid lijken te wijzen, zoek dan naar de onderliggende harmonie. Houd in gedachten dat verschillen te wijten kunnen zijn aan kleine fouten van kopiisten, of het resultaat kunnen zijn van verschillende accenten en materiaalkeuze van verschillende auteurs die schreven onder de inspiratie en leiding van de Heilige Geest voor verschillende doelgroepen onder verschillende omstandigheden.

 

Het kan onmogelijk blijken om kleine verschillen in detail met elkaar te verzoenen, die mogelijk niet relevant zijn voor de belangrijkste en duidelijke boodschap van de passage. In sommige gevallen moet het oordeel mogelijk worden opgeschort totdat er meer informatie en beter bewijsmateriaal beschikbaar is om een ​​schijnbare discrepantie op te lossen.

De Schrift werd geschreven met het praktische doel om de wil van God aan de menselijke familie te openbaren. Om bepaalde soorten uitspraken echter niet verkeerd te interpreteren, is het belangrijk om te erkennen dat ze gericht waren tot volkeren van oosterse culturen en tot uiting kwamen in hun denkpatronen.

 

Uitdrukkingen als ‘de Heer verhardde het hart van Farao’ (Ex. 9:12) of ‘een boze geest van God…’ (1Sam 16:15), de vervloekingspsalmen, of de ‘drie dagen en drie nachten’ van Jona vergeleken met de dood van Christus (Matt. 12:40), worden gewoonlijk verkeerd begrepen omdat ze tegenwoordig vanuit een ander gezichtspunt worden geïnterpreteerd.

 

Voor het begrijpen van dergelijke uitdrukkingen is achtergrondkennis van de cultuur van het Nabije Oosten onmisbaar. De Hebreeuwse cultuur kent bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid toe aan een individu voor daden die hij niet heeft begaan, maar die hij wel heeft laten gebeuren. Daarom geven de geïnspireerde schrijvers van de Schrift gewoonlijk de eer dat God actief datgene doet waarvan we in het westerse denken zouden zeggen dat Hij dat toestaat of niet verhindert, bijvoorbeeld de verharding van Farao’s hart.

 

Een ander aspect van de Bijbel dat de moderne geest verontrust, is het goddelijke bevel aan Israël om oorlog te voeren en hele naties te executeren. Israël was oorspronkelijk georganiseerd als een theocratie, een burgerregering waardoor God rechtstreeks regeerde (Gen. 18:25). Zo’n theocratische staat was uniek. Het bestaat niet meer en kan niet worden beschouwd als een direct model voor de christelijke praktijk.

 

De Schrift vermeldt dat God personen aanvaardde wier ervaringen en uitspraken niet in harmonie waren met de geestelijke beginselen van de Bijbel als geheel. We kunnen bijvoorbeeld incidenten aanhalen die verband houden met alcoholgebruik, polygamie, echtscheiding en slavernij. Hoewel de veroordeling van zulke diepgewortelde sociale gewoonten niet expliciet is, onderschreef of keurde God niet noodzakelijkerwijs alles goed wat Hij toestond en verdroeg in de levens van de aartsvaders en in Israël. Jezus maakte dit duidelijk in Zijn uitspraak met betrekking tot echtscheiding (Matt 19:4-6, 8).

 

De geest van de Schrift is er een van herstel. God werkt geduldig om de gevallen mensheid uit de diepten van de zonde naar het goddelijke ideaal te verheffen. Daarom moeten we de daden van zondige mensen, zoals vastgelegd in de Bijbel, niet als model aanvaarden.

 

De Schrift vertegenwoordigt de ontvouwing van Gods openbaring aan de mens. De Bergrede van Jezus vergroot en verruimt bijvoorbeeld bepaalde concepten uit het Oude Testament. Christus Zelf is de ultieme openbaring van Gods karakter aan de mensheid (Hebreeën 1:1-3).

 

Hoewel er een overkoepelende eenheid in de Bijbel bestaat van Genesis tot Openbaring, en hoewel de hele Schrift gelijkelijk geïnspireerd is, koos God ervoor om Zichzelf aan en door menselijke individuen te openbaren en hen te ontmoeten waar zij zich bevonden in termen van geestelijke en intellectuele gaven. God Zelf verandert niet, maar Hij ontvouwde Zijn openbaring geleidelijk aan de mensen naarmate zij die konden bevatten (Johannes 16:12). Elke ervaring of verklaring uit de Bijbel is een door God geïnspireerd verslag, maar niet elke verklaring of ervaring is noodzakelijkerwijs normatief voor het hedendaagse Christelijke gedrag. Zowel de geest als de letter van de Schrift moeten begrepen worden (1 Kor. 10:6-13).

 

Het einddoel van de bijbelstudie is de persoonlijke toepassing  van de test.  Stel vragen als: “Wat is de boodschap en het doel dat God wil overbrengen door middel van de Bijbel?” “Welke betekenis heeft deze tekst voor mij?” “Hoe is het vandaag van toepassing op mijn situatie en omstandigheden?” Wanneer u dit doet, moet u erkennen dat hoewel veel bijbelpassages een lokale betekenis hadden, zij niettemin tijdloze principes bevatten die van toepassing zijn op elk tijdperk en elke cultuur.

Conclusie

De Bijbel, met zijn door God gegeven waarheden uitgedrukt in de taal van mensen, presenteert een eenheid van het goddelijke en het menselijke. Zo’n eenheid bestond in de natuur van Christus, die de Zoon van God en de Zoon des mensen was. Het is dus waar voor de Bijbel, net als voor Christus, dat ‘het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewoond.’ Johannes 1:14. 

 

Zoals het onmogelijk is voor degenen die de goddelijkheid van Christus niet aanvaarden om het doel van Zijn incarnatie te begrijpen, is het ook onmogelijk voor degenen die de Bijbel louter als een menselijk boek zien om de boodschap ervan te begrijpen, hoe zorgvuldig en rigoureus hun methoden ook zijn.

 

Zelfs Christelijke geleerden die de goddelijk-menselijke aard van de Schrift aanvaarden, maar wier methodologische benadering ervoor zorgt dat ze grotendeels stilstaan ​​bij de menselijke aspecten ervan, lopen het risico de bijbelse boodschap van haar kracht te ontdoen door deze naar de achtergrond te degraderen terwijl ze zich concentreren op het medium. Ze vergeten dat medium en boodschap onafscheidelijk zijn en dat het medium zonder de boodschap een leeg huls is die niet in de vitale spirituele behoeften van de mensheid kan voorzien.

 

Een toegewijde christen zal alleen die methoden gebruiken die volledig recht kunnen doen aan de tweeledige, onafscheidelijke aard van de Bijbel. Hij zal zich inspannen om de boodschap ervan te begrijpen en toe te passen om zo het geloof te versterken.

bottom of page