
Wat de Bijbel zegt
Over het huwelijk
Wat God heeft samengevoegd
De dag van vandaag zijn er een aantal vragen betreffende het wezen van de man en de vrouw en hun onderlinge relatie waar velen geen of geen duidelijk antwoord meer kunnen op geven, vragen waarover steeds meer verwarring bestaat terwijl de antwoorden eeuwenlang voor iedereen vanzelfsprekend waren.
Wat is het huwelijk, wat is het nut ervan voor de samenleving, wat is een man en wat is een vrouw, hebben kinderen voor hun ontwikkeling een vader en een moeder nodig of voldoen een of twee moeders of een of twee vaders ook aan de behoeften van het kind? Dit zijn allemaal vragen en onderwerpen waarover tegenwoordige een Babylonische verwarring bestaat die mensen polariseert en in een identiteitscrisis stort en waar het man-zijn en vrouw-zijn een stille dood sterft.
Tegenover al deze vragen en de verwarring die ze veroorzaken staat het duidelijk antwoord van de Bijbel dat vanaf de schepping onveranderlijk is gebleven. De Bijbel onderwijst dat een gezin altijd begint met een huwelijk tussen een man en degene die kinderen baart en zoogt, de vrouw. De man wordt vader genoemd en de vrouw moeder. Dat huwelijk wordt door Gods woord duidelijk omschreven als een eeuwigdurend verbond in de zin dat het geldig blijft zolang beide partijen van het verbond in leven zijn. Bij het sluiten van dit verbond beloven de man en de vrouw voor God en voor de gemeenschap om, zolang ze leven en onder alle omstandigheden de eenheid die God tussen hen heeft bewerkt te bewaren in wederzijdse liefde en onderwerping om zich samen te wijden aan de vervulling van de unieke opdracht die verbonden is aan het verbond zich daarbij houdend aan de specifieke rol die God aan elk van hen heeft toebedeeld. Deze opdracht bestaat erin kinderen groot te brengen en samen met hen de paradijselijke tuin van Eden uit te breiden en te zorgen in belangeloze dienstbaarheid voor het welzijn van alle leven op deze aarde en de redding van dat wat dreigt verloren te gaan. De opdracht staat beschreven in Genesis 1:28, “En God zegende hen (man en vrouw) en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!”
De drijvende en samenhoudende kracht, de levensadem van het Bijbelse huwelijk is de opoffering van het eigen ik voor het welzijn van de andere. Het is de door liefde gedreven onzelfzuchtige dienstbaarheid die uitgaat naar de wederhelft en de kinderen met het oog op hun volle ontplooiing. Het is de inzet van het hele gezin voor het welzijn van alles waarover heerschappij werd gegeven; de hele schepping. De Duitse filosoof Max Scheler sprak over dit dienen van anderen zo: “Deze grote drang om lief te hebben, te dienen en zich neer te buigen, is het wezen van God.”
(Max Scheler, Ressentiment, trans. Louis A. Coser (1915; Milwaukee: Marquette University Press, 1994), 32.)
Wat de adem betekent voor het lichaam, betekent goed doen voor het huwelijk.
Wanneer dit uit liefde voortkomend principe van belangeloze dienstbaarheid voor het welzijn van het leven van de andere door de ouders in onderwijs en voorbeeld doorgegeven wordt aan de kinderen is dit de verzekering voor een bloeiende, productieve, vindingrijke en vreedzame samenleving.
De opdracht verbonden aan het huwelijk maakt het huwelijk en het daaruit voortkomende gezin het fundament van de samenleving zoals God die heeft gewild.
Het principe van zelfopoffering, dat de levensadem is van het huwelijk, wordt misschien wel het sterkst naar voorgebracht in de woorden van Paulus die zegt in Efeze 5:25, “Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven…” In Filippenzen 2:3 legt Paulus er de nadruk op dat dit niet enkel van de man maar ook van de vrouw wordt gevraagd, zeggende, “Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.” Binnen het huwelijk dat God heeft samengevoegd leeft niemand voor zichzelf.
Dat het huwelijk, het verbond tussen een man en een vrouw, en het daaruit voortkomende gezin van fundamenteel belang zijn voor het leven dat God heeft geschapen, blijkt onder andere uit het feit dat zij een prominente plaats innemen in de tien woorden die het leven besturen. Het kan niet aan de aandacht van wie de wet aandachtig leest, ontsnappen dat deze geheel gericht is op het huwelijk en de daarmee verbonden opdracht. Zo zegt het tweede gebod bij voorbeeld wat de gevolgen zijn voor het nageslacht wanneer het principe van de dienende liefde als levensadem van het huwelijk niet gevolgd wordt. In Exodus 20:5 verbiedt het gebod afgoderij,
“U zult zich daarvoor (afgod) niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten.” De vaderen waarvan hier sprake is zijn zij die de kinderen voorafgaan, zij die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van de kinderen. Onder de vaderen vallen in de eerste plaats de ouders van de kinderen. Hun misdaad is afgoderij. Ze hebben iemand of iets boven of in de plaats van God gesteld. Afgoderij houdt in dat het principe van zelfopoffering, de levensadem van het huwelijk, wordt vervangen door het streven naar de vervulling van de eigen verlangens wat ten koste gaat van het welzijn van de andere. Afgoderij is de aanbidding van demonen (Deuteronomium 32:17) die het principe van zelfopoffering voor het welzijn van anderen hebben verworpen en zichzelf dienen. De opdracht om zorg te dragen voor de bloei van het leven, in de eerste plaats dat van de kinderen, wordt niet meer vervuld door hen die afgoden dienen. Dit, zegt het gebod, heeft grote gevolgen voor de nakomende geslachten.
Hedendaagse studies leggen een duidelijke link tussen gebroken en disfunctionele gezinnen en misdaad, mentale ziektes, uitgesproken zelfzucht, en gebrekkige socialisatie bij het nageslacht. Het is niet moeilijk om te begrijpen dat wanneer dit bepaalde proporties begint aan te nemen, wat het vandaag ook doet, dit een steeds grotere belasting legt op het welzijn, de samenhorigheid en de productiviteit van de samenleving.
Wanneer echter de dienende liefde binnen het gezin wordt bewaard door verbonden te blijven met God en door Hem op de eerste plaats te stellen dan brengt dat de grote zegeningen die God in Zijn barmhartigheid ons wil schenken zoals wordt weergegeven in Exodus 20:6, “maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen.”
Wat opvalt bij het lezen van het vierde gebod is dat het uitgedrukt wordt in termen van het gezin. Het gebod zegt, “Maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is” (Exodus 20:10). Het gebruik van de woorden ‘zoon’, ‘dochter’ ‘dienaar’ uw vee…geeft aan dat sabbatvieren in de eerste plaats een beleving is van de gezinnen die als onderdeel van deze beleving ook samenkomen in de gemeente om God te eren.
Het vijfde gebod zegt in Exodus 20:12, “Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.”
Dit gebod vraagt gehoorzaamheid aan en respect voor de ouders en wat ze ondernemen voor het uitvoeren van de opdracht verbonden aan het huwelijk. Wanneer nageleefd, zorgt het gebod ervoor dat de familiebanden worden behouden zodat niemand vereenzaamt, verarmt of hulpeloos wordt. Het gebod gaat in tegen de trend om ten koste van alles, ook de familie zijn eigen ambities na te streven. Het gebod zorgt ook voor continuïteit in de uitvoering van de opdracht waaraan de ouders zich gewijd hebben. Kinderen die hun ouders eren zetten de opdracht verder en zo wordt het welzijn verzekert van alle leven op aarde.
Het zevende gebod dat zegt in Exodus 20:14 “U zult niet echtbreken,” kunnen we ook zien als de belofte dat wanneer man en vrouw hun verbondenheid met God bewaren ze onder alle omstandigheden ook de eenheid in liefde kunnen bewaren en trouw blijven aan hun opdracht.
Het tiende gebod zegt in Exodus 20:17 “…U zult niet begeren de vrouw van uw naaste…” Het gebod beoogt de bewaring van het huwelijksverbond van de gezinnen die er zijn.
We mogen concluderen dat alle geboden erop gericht zijn het gezin en de vervulling van haar opdracht te behouden wat het behoudt van alle leven inhoudt.
In onze beschrijving van het bijbelse huwelijk dat we daarnet hebben gegeven, merkten we op dat het God is die man en vrouw samenvoegt. Het is Hij die de eenheid bewerkt en behoudt.
Dit gegeven wordt duidelijk naar voor gebracht in het Genesis - verslag.
Laten we beginnen met de tekst in Genesis 1:26 - 27 “En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; …En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.”
Merk op dat de mens werd geschapen naar het beeld van de Godheid.
De schepping van de mens was een samenwerking van de Vader, de Zoon en de Geest. Vandaar dat er staat geschreven: “laten wij mensen maken.”
Daarom kunnen we stellen dat de relatie van de man en de vrouw bedoeld was om een weerspiegeling te zijn van de relatie die er bestond binnen de Godheid, een relatie gekenmerkt door liefde, belangeloze dienstbaarheid, eenheid en respect voor elkaars functie, elkaars rol, binnen de eenheid.
Nu lezen we dat God eerst Adam schiep, en Hij schiep hem als een sociaal wezen. “Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem” (Genesis 2:18 - 23). Adam werd geschapen met de behoefte aan een wederhelft. Deze wederhelft kan beschouwd worden als een hulp in dezelfde zin zoals we vinden in Psalm 33:20 , “Onze ziel verwacht de HEERE, Hij is onze hulp en ons schild.” Zoals God ons als hulp volledig maakt — ons in staat stelt te doen wat we alleen niet zouden kunnen — zo zouden ook de beide wederhelften elkaar volledig maken. Deze hulp vond Adam niet bij de dieren die God tot Adam bracht. De dieren in paren te zien, versterkte enkele zijn besef van nood aan een wederhelft. Hij kon echter zelf in deze behoefte niet voorzien. Het was God die dat deed toen Hij uit de zijde van Adam een rib nam en daaruit een vrouw bouwde en deze tot Adam bracht.
Adam erkent meteen in Eva iemand zoals hij zelf is en heeft haar lief. Genesis 2:23 zegt: “Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen.”
Nadat God man en vrouw heeft gemaakt om elkander te vervolledigen, voegt Hij hen ook samen zeggende “Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn” (Genesis 2:24).
In deze woorden vinden we de instelling van het huwelijk dat man en vrouw tot één vlees maakt. Dat laatste “tot één vlees zijn,” houdt in dat elkeen, man en vrouw de andere zou behandelen als ware het zijn eigen vlees. Wat in overeenstemming is met het grote principe van de wet die zegt: “doe niet aan een ander wat je ook niet aan jezelf zou doen.”
Paulus herhaalt dit gegeven in zijn brief aan Efeze wanneer hij zegt: “Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Heere doet met Zijn gemeente” (Efeze 5:28). Deze wederzijdse koestering van het gehuwde paar wordt bezongen in Hooglied 6:3, “Ik ben van mijn Liefste en mijn Liefste is van mij…”
In een gesprek met de schriftgeleerden betreffende de mogelijkheden tot scheiding van man en vrouw zei Jezus in Mattheüs 19:4-6, “En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft,
en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.”
Jezus merkt hier op dat het huwelijk bedoeld is als een samenvoeging van God. God wordt hier aangeduid als degene die de man en de vrouw samenbrengt maar ook alles voorziet om de samenvoeging in stand te houden.
Waarom bidden we? Is het niet omdat we beseffen dat datgene wat we willen gerealiseerd zien onmogelijk tot stand kan komen zonder Gods hulp? Een goed huwelijk kan niet zonder Gods hulp gerealiseerd worden, het is trouwens Zijn werk. Daarom is bidden meer dan ooit op zijn plaats in deze fase van het leven waar we verlangen en zoeken naar een geschikte partner. We hebben daarbij niet enkel in gedachte de verbondenheid met de wederhelft maar ook de specifieke opdracht die met het huwelijk gepaard gaat. Velen vergeten dat laatste wanneer ze hun wederhelft zoeken en stellen zich niet de vraag of degene die ze voor ogen hebben, bereid en geschikt is om de opdracht verbonden aan het huwelijk samen te volbrengen.
Een huwelijk gerealiseerd vanuit een ernstig bidden waarin het hart ten volle bereid is Gods weg te gaan in voortdurende gemeenschap met Hem, dat huwelijk kan beschouwd worden als een drievoudig snoer waartegen niets is opgewassen. Daarover spreekt Prediker 4:12, “En als iemand de één overweldigt, zullen die twee tegen hem standhouden. Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken.”
De waarheid dat God het is die samenvoegt en het huwelijk tot stand brengt vinden we ook terug in Spreuken 19:14, “Huis en bezit zijn een erfenis van de vaderen, maar een verstandige vrouw (man) is van de HEERE.”
Ik kan mij niet herinneren dat er bij het onderwijs vanuit Gods woord in voorbereiding op mijn doop sterke nadruk gelegd werd op deze zaken betreffende het huwelijk en de daarmee verbonden opdracht. Ik heb ook al moeten vaststellen dat het soms helemaal geen deel uitmaakt van de voorbereiding op een leven met God.
Maar God is genadig naar hen die ongewild nog onwetend zijn betreffende zijn wegen. Hij heeft het mij gemakkelijk gemaakt. Voor mijzelf had ik besloten vooralsnog niet bezig te zijn met het vinden van een vrouw en het stichten van een gezin. Het leven van Paulus sprak mij sterk aan en ik had mij voorgenomen hem te volgen in zijn levenswijze en avonturen met God. Deze had echter voor mij een andere weg. Gods stem was mij niet onbekend en Ik hoorde Hem opnieuw tot mij spreken toen ik daar waar ik werkte iemand ontmoette die ik nooit eerder had gezien. Het was een jonge vrouw en bij het eerste moment van onze ontmoeting voor we ook maar een woord gesproken hadden zei God: “dit is je vrouw”.
Ik heb dus nooit moeten bidden om een goede vrouw, mij nooit moeten afvragen is het die of die enz. Ik zei Here als dit uw wil is dan is het goed, ik zal niets ondernemen en laat het samenvoegen aan u toe.
Na heel wat onwaarschijnlijke gebeurtenissen is dat dan ook gebeurt en zo gebleven tot op vandaag omdat we God altijd op de eerste plaats hebben gezet in ons huwelijk.
Wanneer God kan samenvoegen en samenhouden omdat man en vrouw daar ook voor kiezen, elke dag van hun samenzijn, ontstaat er iets krachtigs en moois waartegen het kwaad niet opgewassen is.
Wie het anders wil proberen spant zich tevergeefs in zoals de Schrift zegt in
Psalm 127:1, “Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.”
Indien God niet de bouwmeester is van het huwelijk dan neemt een ander zijn taak over met dikwijls rampzalige gevolgen voor zowel man als vrouw zoals beschreven in volgende uitspraak.
“Niemand kan zo effectief het geluk en de bruikbaarheid van een vrouw ruïneren en het leven tot een hartverscheurende last maken als haar eigen echtgenoot; en niemand kan een honderdste deel zoveel doen om de hoop en aspiraties van een man te temperen, zijn energieën te verlammen en zijn invloed en vooruitzichten te ruïneren als zijn eigen vrouw. Velen gaan een huwelijk aan dat leidt tot een falen in dit leven en het verlies van het eeuwige leven.” AH 43.1
Satan is niet dwaas. Hij weet dat het welzijn van de hele schepping steunt op het door God samengevoegde huwelijk en de uitvoering van de daaraan verbonden opdracht. Hij doet dan ook alles wat in zijn macht ligt om deze goddelijke instelling te ondermijnen. Tegenover de kwade machten van de Satan echter staat Gods onwankelbare belofte van de “wijngaard” die we kunnen beschouwen als een beeld van het huwelijk. De Schrift spreekt daarover in Jesaja 27:2, “Op die dag zal er een wijngaard zijn van bruisende wijn; zing ervan in beurtzang! Ik, de HEERE, bescherm hem, elk ogenblik bevochtig Ik hem. Opdat de vijand hem niet kan beschadigen, bescherm Ik hem nacht en dag.”
De opdracht
Laten we wat dieper ingaan op de opdracht die God geeft aan hen die Hij heeft samengevoegd. De opdracht vinden we in Genesis 1:28, “En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!”
Het echtpaar krijgt de opdracht kinderen voort te brengen en groot te brengen. Dit grootbrengen of opvoeden staat in functie van het vervolg van de opdracht die zegt de aarde te onderwerpen en te heersen over het leven dat zich daarin bevindt. De tuin van Eden was een voorbeeld van wat het onderwerpen van de aarde betekende. Het was Gods opdracht om de tuin verder uit te breiden over de gehele aarde en te zorgen of heersen over het leven daarin naar het beeld van God. Van God die over alles heerst wordt gezegd dat Hij goed doet aan allen en leven geeft in overvloed.
Hetzelfde principe van belangeloos dienen tot het welzijn van de andere dat de levensadem is van het huwelijk en het gezin is ook het principe dat het heersen over alle leven moet kenmerken.
Ten allen tijde goed doen voor anderen, voor mens, dier en plant is het doel van de opvoeding en de vervulling van de opdracht. Het vraagt naast een belangeloze inzet van alle vermogens ook een grondige kennis van de noden van alles wat God heeft geschapen want hoe kun je goed doen voor iets wat je niet kent en waarvan je de noden niet begrijpt? Dit laatste is geen eenvoudige opdracht.
Gloria Steinem herhaalde vaak het verhaal over een uitje naar een rivier samen met haar lerares aardrijkskunde op de universiteit. Gloria zag een vrij grote schildpad die een heuvel opklom tot waar een weg was. Bezorgd dat de schildpad zou worden overreden als ze de weg zou halen, pakte Gloria hem op, liep met hem de heuvel af en zette hem terug in het water. Haar professor zei stilletjes tegen haar: "Je weet dat die schildpad waarschijnlijk een maand over het onverharde pad is gekropen om zijn eieren in de modder aan de kant van de weg te leggen - je hebt hem net terug in de rivier gezet.” Natuurlijk voelde Gloria zich vreselijk. Hoewel ze de beste bedoelingen had, deed ze absoluut het ergste voor deze schildpad.”(The End of Woman: How Smashing the Patriarchy Has Destroyed Us, by Carrie Gress.). Gloria maakte deze fout omdat ze geen kennis had van de werkelijke noden van de schildpad.
De opdracht krijgt nog een verbreding in de context van de zonde. Het belangeloos of onzelfzuchtig dienen van de anderen om het leven tot volle bloei te brengen is er nu ook op gericht om dat leven te redden van de eeuwige dood. In deze context wordt het nu ook de opdracht van de ouders om aan hun kinderen de methode van Jezus door te geven.
Deze methode wordt samengevat in het boek Ministry of Healing: “Alleen de methode van Christus zal echt succes opleveren bij het bereiken van de mensen. De Verlosser mengde zich onder de mensen als iemand die hun welzijn wenste. Hij toonde Zijn sympathie voor hen, voorzag in hun behoeften en won hun vertrouwen. Toen gebood Hij hen: “Volg Mij.” (Ellen G. Whte, The Ministry of Healing, 143.)
In de opdracht vindt elk mens dat waarvoor zijn leven bedoeld is en wat aan zijn leven betekenis geeft. De opdracht is goed te doen aan allen, mens, dier en plant door deze zo te leren kennen dat de ware noden duidelijk zijn en deze belangeloos bediend kunnen worden. Dit staat in schril contrast met wat vele mensen vandaag nastreven. Vele mensen vandaag menen dat we hier zijn om ons goed te voelen niet om goed te doen, en ze streven naar een goed gevoel ten koste van alles, zelfs hun eigen familie en zichzelf. Velen vinden het zelfs een hindernis voor hun eigen leven om nog kinderen groot te brengen. Men zegt dat we leven in de tijd van het hedonisme, het streven naar het hoogste genot en de minst mogelijke pijn.
De ware Christen daarentegen leeft voor de vervulling van de opdracht, hij leeft om goed te doen ook al kost het pijn. In Christus vinden ze degene die hen daarin is voorgegaan.Degene die voor ons gestorven is opdat wij mogen leven. Degene die arm geworden is opdat wij zouden rijk zijn.
Als Vader en moeder dat kunnen meegeven aan hun kinderen dat de zin van het leven erin bestaat goed te doen ook al kost het pijn en zich in te zetten voor dat wat dreigt verloren te gaan, dan en dan alleen is het huwelijk geslaagd.
Binnen deze opdracht hebben de Vader en de moeder hun specifieke rol of verantwoordelijkheid. Ze zijn geschapen naar het beeld van de godheid waarbinnen ook verschillende rollen bestaan ons bekend als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Verschillende rollen betekent echter niet ongelijkheid of ondergeschiktheid. Elke persoon van de godheid bevat in zich alle kwaliteiten van de godheid en zijn daarom evenwaardig.
De man en de vrouw hebben verschillende verantwoordelijkheden te vervullen binnen hun eenheid waarin ze als gelijken tegenover elkaar staan. De liefde die ze voor elkaar hebben komt onder andere tot uiting in het aanvaarden, respecteren en ondersteunen van de hen door God gegeven verantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheden van de andere worden niet begeerd en de eigen verantwoordelijkheden worden niet verwaarloosd.
De Vader
De Vader van het gezin wordt in het Engels de Husband genoemd. Hij is verantwoordelijk voor het bijeenhouden van het gezin.
De tuin waarin God de mens plaatste was de plaats waarbinnen het eerste gezin zou opgroeien. Adam, de Vader van het eerste gezin kreeg de opdracht om de tuin te bewaren. Daarmee werd hij verantwoordelijk gesteld voor het buitenhouden van alles wat kwaad kon berokkenen aan het gezin.
Wanneer Herodus een bedreiging vormt voor het gezin van Jozef aan Maria is het Jozef die wordt aangesproken om maatregelen te nemen en zijn gezin te beschermen.
We moeten inzien dat wanneer de Vader hier zijn verantwoordelijkheid ter harte neemt dit ten goede komt aan de taak die de moeder heeft te vervullen. Het ontlast haar en geeft haar ruimte en energie.
Over Abraham zei God in Genesis 18:19, “Want Ik heb hem uitgekozen, opdat hij aan zijn kinderen en zijn huis na hem bevel zou geven om de weg van de HEERE in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen, …” God spreekt hier over Abraham als de priester en herder van het gezin. De Vader als herder vindt zijn voorbeeld in de opperherder die zegt in Johannes 10:10-11 “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.” De Goede Herder drijft zijn schapen niet maar past zich aan aan hun tred zoals we lezen over de aartsvader Jakob die tegen zijn Broer Esau zei in Genesis 33:13, “Mijn heer weet dat de kinderen zwak zijn, en dat ik zogend kleinvee en zogende runderen bij mij heb; als men die maar één dag opjaagt, zal al het kleinvee sterven. Laat mijn heer toch vóór zijn dienaar uit gaan; ik wil op mijn gemak verdergaan, naar de gang van het vee dat vóór mij is en naar de gang van de kinderen, totdat ik bij mijn heer in Seïr kom.”
Merk op dat Adam en Eva na de zondeval aangesproken worden betreffende hun specifieke verantwoordelijkheden binnen het gezin. De uitvoering van hun taak zal bemoeilijkt worden door het kwaad dat ze hebben binnengelaten. Eva wordt aangesproken als moeder en Adam als voorziener.
Tot Adam zegt God In Genesis 3:19 “In het zweet van uw gezicht zult u brood eten totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren.” Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de Vader te voorzien in voedsel, onderdak en alle middelen die het gezin in staat stelt comfortabel te leven.
Ook hier weer kunnen we vaststellen dat wanneer de Vader deze verantwoordelijkheid ten volle nakomt de vrouw als moeder ook ten volle haar verantwoordelijkheid kan nakomen wat niet het geval is wanneer zij ook voorziener wordt zoals vandaag de gewoonte is.
Vanuit zijn verantwoordelijkheden is de vader ook geroepen samen met de moeder de kinderen op te voeden met het oog op de opdracht om goed te doen aan alles wat leeft en te redden wat verloren gaat. De Schrift spreekt tot de vaders in Efeze 6:4 “En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere.”
De Vader is ook de minnaar en vriend van zijn vrouw. Hij is medeverantwoordelijk om de eerste liefde in stand te houden en neemt tijd om te luisteren en samen te overleggen, toont dagelijks genegenheid en verwaarloost de intieme momenten niet. De Schrift laat niet na om af en toe het gordijn opzij te trekken om ons binnen te laten in het allerheiligste van het huwelijk zoals in Spreuken 5:18 “Moge je levensbron gezegend zijn en verblijd je over de vrouw van je jeugd: een zeer lieflijke hinde, een bevallig steengeitje. Laten haar borsten jou te allen tijde dronken maken, dool voortdurend rond in haar liefde.”
Gezien de verantwoordelijkheden van de Vader en de ruimte en ondersteuning die zij geven aan de moeder in het vervullen van haar verantwoordelijkheden is het niet moeilijk te begrijpen dat het ontbreken van de vaderfiguur op vele vlakken de opvoeding van de kinderen schaadt.
De moeder
“Een vrouw is op haar best in haar zelf - opofferende liefde als moeder”
Ik heb al dikwijls moeten zeggen “dat is waar” wanneer ik kijk hoe mijn vrouw en anderen die ik ken in liefde moederen op een manier waarop ik het nooit zou kunnen omdat het zoals zij het hebben ik het niet in mij heb. Het kind dat ze gebaard heeft is in een bijzondere zin haar eigen vlees en zij koestert het als haar eigen vlees. Daarom is het ook belangrijk dat een vrouw weet wie ze is en waarom ze er is. Dat ze Gods plan kent voor haar vrouw zijn.
Fysisch onderscheidt de vrouw zich duidelijk van de man door wat haar lichaam kan namelijk kinderen baren en zogen. Een vrouw kan leven op aarde brengen en met haar andere kwaliteiten moeder zijn voor dat leven op de manier zoals de Schrift het verheerlijkt. Het is aan de moeder dat de Grootste lofprijzing in Gods woord ten deel valt. De mensheid heeft haar bestaan en overleving enigszins aan haar te danken. Haar moederzijn kan vergeleken worden met de rivier des levens.
De tekst die daarin alle andere overtreft vinden we in Spreuken 31:10-12 “Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven.” Die waarde wordt enkel nog toegeschreven aan de wijsheid Gods: “Welzalig is de mens die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt, zij is kostbaarder dan robijnen. Al jouw wensen zijn met haar niet te vergelijken”(
Spreuken 3:13-15). Verder zegt de lofprijzing: “Op haar vertrouwt het hart van haar echtgenoot, en bezit zal hem niet ontbreken. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven.”
“De moeder - vrouw voedt niet alleen het leven met de melk uit haar borsten maar ook met haar moeder - wijsheid waarin ze beter dan wie dan ook weet en voelt wat de andere echt nodig heeft.
Dit is wat filosoof Edith Stein bedoelde toen ze zei: "De ziel van een vrouw is... om een schuilplaats te zijn waarin andere zielen zich ontvouwen.” (Edith Stein, Essay on Woman (Washington, D.C.: ICS Publications, 1996), 132.) Ook de ziel van de man kan zich pas ten volle ontvouwen wanneer hij aan zijn zij een vrouw heeft die haar God-gegeven taak vervult. Bij zijn vrouw vindt hij de nodige steun en wijsheid die hem in staat stelt zijn verantwoordelijkheden te vervullen. Deze vrouw begeert niet wat van de man is maar verlustigt zich in haar vrouw - en moeder - zijn.
We lezen verder in Spreuken 31:16 “Zij zet haar zinnen op een akker, en verwerft die, van de vrucht van haar handen plant zij een wijngaard. Zij omgordt haar heupen met kracht, zij maakt haar armen sterk. Zij merkt dat het met haar zaken goed gaat, haar lamp dooft 's nachts niet.”
Het gezin is een onderneming waarin de vrouw een leidende rol heeft. Zij gebruikt wijselijk de vermogens die er zijn om de onderneming gezond en succesvol te maken en haar kinderen vinden daarin kostbare lessen die hen zullen voorspoedig maken in hun leven.
Dat dit vers geen pleidooi is voor de carrière - vrouw die haar gezin ondergeschikt maakt aan haar ambities, blijkt uit wat we verder lezen in Spreuken 31:27 - 28 “Zij houdt de gangen van haar huisgezin in het oog, en brood van de luiheid eet zij niet. Haar kinderen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar echtgenoot roemt haar.”
Het feminisme is in wezen een begeren van de verantwoordelijkheden van de man en een verwaarlozen van de eigen verantwoordelijkheden wat eindigt in een vernietiging van het vrouw - zijn dat het best tot haar recht komt in de zelf - opofferende liefde van de moeder.
“Algemene geluksstatistieken bevestigen dat vrouwen het moeilijk hebben onder de huidige omstandigheden en daarom medische hulp zoeken. Zelfmoord, depressie, middelenmisbruik en seksueel overdraagbare aandoeningen zijn de afgelopen vijf decennia dramatisch toegenomen. Vrouwen worden niet gelukkiger, ze krijgen alleen meer medicijnen.”
(Fragment uit: "The End of Woman: How Smashing the Patriarchy Has Destroyed Us" door Carrie Gress).
In tegenstelling tot hen die de kwalijke gevolgen van het feminisme ervaren staat de vrouw die in verbondenheid met God en het moederzijn haar ware identiteit beleeft en daarin het hoogste geluk vindt zoals beschreven in Spreuken 31: 25 - 26, “Kracht en glorie zijn haar kleding, zij lacht de komende dag toe. Zij doet haar mond open met wijsheid, onderricht uit genegenheid ligt op haar tong.”
In een commentaar op deze lofprijzing van de godsvruchtige vrouw lezen we
“We kunnen gerust zeggen dat de onderscheidende plichten van de vrouw heiliger, zijn dan die van de man. Laat de vrouw de heiligheid van haar werk beseffen en in de kracht en vrees voor God haar levensmissie op zich nemen. Laat haar haar kinderen opvoeden voor bruikbaarheid in deze wereld en voor een thuis in de betere wereld.” (Ellen G. White AH 231.1)
“De vrouw en moeder mag haar kracht niet opofferen en haar vermogens niet laten sluimeren, volledig leunend op haar man. Haar individualiteit kan niet samensmelten met die van hem. Ze moet voelen dat ze de gelijke is van haar man - om aan zijn zijde te staan, zij trouw op haar plichtspost en hij op de zijne. Haar werk in de opvoeding van haar kinderen is in elk opzicht net zo verheffend en veredelend als welke plichtspost hij ook mag vervullen, zelfs als het is om de opperste magistraat van de natie te zijn.” ( Ellen G. White AH 231.2)
Kinderen hebben een vader nodig en een moeder. Bij de opkomst van de twee werkende ouders dacht men dat kinderen zelfvoorzienend waren. Men was de mening toegedaan dat kinderen overgelaten aan zichzelf en de instellingen als creches, en de school konden opgroeien tot evenwichtige en verantwoordelijke mannen en vrouwen. Niets is echter minder waar gebleken. De mentale gezondheid van kinderen is nog nooit zo slecht geweest als in deze tijd waar de familie banden verbroken zijn of sterk onder druk staan door de manier waarop we leven in het vervullen van onze eigen ambities en verlangens.
Gevolgen van de zondeval
Terwijl voor de zondeval de beleving van het huwelijksverbond en de vervulling van de opdracht daarmee verbonden, de vreugde van het leven was, zorgde de zondeval voor een extra belasting die onoverkomelijk leek te leiden tot veel ellende om niet te spreken van een complete mislukking.
Enkele van de meest ingrijpende gevolgen van de zondeval staan beschreven in Genesis 3:16
“Tegen de vrouw zei Hij (God): Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen.”
In dit vers en het volgende dat we zullen lezen zien we dat de gevolgen vooral doorwegen op de specifieke rol van man en vrouw. De zwangerschap en de bevalling maken de vrouw na de zondeval zeer afhankelijk en daardoor ook kwetsbaar. Maar ook in de opvoeding krijgt de moeder te maken met een soms pijnlijke en zware strijd tegen het kwaad dat ook grip probeert te krijgen op de harten van haar kinderen.
Daar bovenop heeft de vrouw de sterke neiging om niet meer tevreden te zijn met haar rol en deze van de man te begeren. Dit is ook de eigenlijke betekenis van de uitdrukking: “Naar uw man zal uw begeerte uitgaan.” Letterlijk vertaald staat er “u zult naar uw man reiken”. Dit betekent dat vanaf de zondeval alle vrouwen meer of min beladen zijn met de neiging de man tegen te werken en zich te beijveren in het overnemen van zijn rol terwijl ze haar eigen rol als moeder verwaarloost.
Uit het toegeven aan deze neiging is een wereldwijde beweging ontstaan die we feminisme noemen. Een beweging die in tegenstelling met wat ze aangeeft het vrouw zijn heeft teniet gedaan in zoverre dat haar aanhangers niet eens meer kunnen antwoorden op de vraag: “wat is een vrouw.” Satan is de grondlegger van de ideeën van deze beweging waarvan hij ook Eva kon overtuigen. “Ze (Eva) was volmaakt gelukkig in haar Eden-huis aan de zijde van haar man; maar, net als de rusteloze moderne Eva's, voelde ze zich gevleid dat er een hogere sfeer was dan die welke God haar had toegewezen. Maar toen ze probeerde hoger te klimmen dan haar oorspronkelijke positie, viel ze er ver onder. Dit zal zeker het resultaat zijn met de Eva's van de huidige generatie als ze nalaten hun dagelijkse levenstaken vrolijk op zich te nemen in overeenstemming met Gods plan. (Ellen G. White, 3T 483.1)
De man na de zondeval is beladen met de neiging over zijn vrouw te heersen op de manier waarop Satan heerst want door de zonde draagt de mens niet meer het beeld van God maar dat van de misleider. De man die aan deze neiging toegeeft, onderdrukt en bemoeilijkt het vrouw zijn. Hij ziet de vrouw niet meer als zijn helper en gelijke in de vervulling van de opdracht om goed te doen. Zij wordt de mindere, de minnares, de concurrent, de meid of erger, de slaaf. Hij heeft aanleiding tot minachting van het patriarchaat en versterkt de neiging binnen de vrouw om zijn plaats te begeren. De grootste slachtoffers hiervan zijn de kinderen.
We zien dat de zondeval een aanslag pleegt op de levensadem van het huwelijk. De zelfopofferende liefde, de impuls om goed te doen is niet meer vanzelfsprekend en wordt verhinderd door de sterke neiging om te streven naar het zich goed voelen door het nastreven van de eigen verlangens en ambities waarbij de andere dient om die verlangens en ambities te verwezenlijken.
Deze zondige neigingen in man en vrouw zijn sindsdien de oorzaak geweest van veel strijd en ellende binnen het gezin en het falen van vele huwelijken met de daaraan verbonden opdracht waardoor de hele schepping zucht en kreunt.
Gelukkig vinden we in de Bijbel de volgende woorden, “maar waar de zonde is toegenomen, daar is de genade meer dan overvloedig geweest” (Romeinen 5:20). Gods plan voor het huwelijk en de vervulling van de opdracht is nog steeds van kracht. In de genade die Hij ons schenkt door Jezus Christus ligt de mogelijkheid om het heilig verbond van het huwelijk te behouden en de opdracht uit te voeren.
In Christus vinden we de zelfopofferende liefde die de levensadem is van het huwelijk. In Hem vinden we de wijsheid om de werkelijke noden van alles wat leeft te begrijpen en om goed te doen en ons leven tot zegen te stellen van al wat leeft zodat het overvloedig mag leven.
Hij nodigt man en vrouw uit zich altijd met Hem te verbinden gedrongen door Zijn liefde en in voortdurend gebed. Altijd voor ogen hebbende het voorbeeld van Jezus die Zijn leven gaf opdat wij leven zouden hebben. De mannen en de vrouwen die het verbond met elkaar en met God op die manier aangaan zijn de hoop van de kinderen de samenleving en het leven op aarde.​