
Wat de Bijbel zegt
Wat de Bijbel zegt over Zichzelf
Inleiding
Dat mensen de Bijbel leren lezen en begrijpen vind ik belangrijk omdat ze zo toegang krijgen tot de wijsheid en kracht van haar woorden.
Toen ik 16 jaar was wilde ik de waarheid weten over de betekenis van het leven. Van waar komen we, waarom zijn we hier, kan er iets gedaan worden aan al het kwaad en lijden, tot welk nut is al ons wroeten en ons streven waren de vragen die mijn hoofd in beslag namen.
Ik las boeken van filosofen en geestelijke goeroes maar geraakte nog meer in de war door de vele, dikwijls elkaar tegensprekende meningen. De ene zei dat God dood was, de andere dat God leefde in de bloemen, het gras en de bomen, bij nog een andere waren wijzelf God. Er waren er ook die God voorstelden als veraf en onverschillig of als een nuttig voortbrengsel van de menselijke verbeelding voor het welzijn van de maatschappij. Af en toe las ik wel eens in de Bijbel maar het was moeilijk te begrijpen en verwarrend tot ik iemand leerde kennen die mij leerde de Bijbel te lezen, te bestuderen en te begrijpen
In de Bijbel vond ik eindelijk goed gefundeerde antwoorden op al mijn vragen. Het waren hoopvolle en praktische antwoorden die het mogelijk maken van elke dag een mooie en betekenisvolle dag te maken. Meteen zag ik het als mijn taak om anderen ook te leren lezen in de Bijbel en te begrijpen wat er staat.
Hij die mij leerde de Bijbel te lezen en begrijpen, zei mij dat ik dat niet zou kunnen zonder hulp van boven. Hij toonde mij de woorden van de psalmist die bad tot God en zei: “Ontsluit mijn ogen en laat mij aanschouwen de wonderen van Uw wet.” Psalm 119:18. De wet is een verwijzing naar de Thora of eerste vijf boeken van het Oude Testament. De psalmist erkende zijn eigen onvermogen om dat wat God had geopenbaard te begrijpen.
De Bijbel is een boek dat Zichzelf verklaart. Lees je ergens iets wat je niet goed begrijpt dan krijg je daar uitleg over op een andere plaats. Hoe je die andere plaats of plaatsen vindt zullen we verder zien.
Dikwijls wordt de Bijbel aangevallen, in twijfel getrokken en belachelijk gemaakt. Maar ze kan Zichzelf perfect verdedigen. Ze heeft overtuigende antwoorden op alle kritiek. Ze beschrijft Zichzelf als “levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard… krachtig door God, tot afbraak van bolwerken…en valse redeneringen.” Hebreeën 4:12; 2 Korinthe 10:4, 5
De Bijbel heeft ook in Haarzelf de kracht om te overtuigen. Ze zegt dat men tot geloof komt in haar woorden door ze te horen. “Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God.” Romeinen 10:17
Naast het gebed om hulp is er een tweede belangrijke voorwaarde om de Bijbel te begrijpen. Deze voorwaarde vinden we in de woorden van Jezus: “Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.” Mattheüs 5:3. Arm van geest zijn betekent niet dom zijn maar bereid om te luisteren en te leren zonder vooroordeel. Vooroordelen staan het begrijpen van de Bijbel in de weg.
Een vooroordeel is een oordeel dat voorafgaat aan de feitelijke waarneming. Je kent iemand niet, je hebt hem nog niet gehoord of gezien en toch heb je een mening over hem. Zolang je dit vooroordeel of deze mening vasthoudt kom je er niet toe werkelijk te kennen. Je bent niet arm van geest. Vooroordelen leiden er ook dikwijls toe iets te veroordelen. Met iets te veroordelen keur je het af. Het is niet meer de moeite waard om er aandacht aan te geven. En dat is jammer. Door niet arm van geest te zijn wordt je geestelijk arm.
Over de Bijbel bestaan heel wat vooroordelen die leiden tot het veroordelen van het boek zonder dat gehoord werd wat het werkelijk zegt.
Verschillende gebeurtenissen in de Bijbel spelen zich af in het Sanhedrin of het Joodse gerechtshof. Een van de regels van dit Sanhedrin zegt: “U mag niet partijdig zijn in de rechtspraak: zowel de kleine als de grote moet u aanhoren. U mag voor niemand bevreesd zijn.” Deuteronomium 1:17. De Bijbel vraagt gehoord te worden. Ze kan in uw ogen klein zijn of groot dat doet er niet toe. Zij heeft het recht om voor Zichzelf te spreken. Ze mag Zichzelf uitleggen. Ze mag Zichzelf laten kennen.
Ware kennis van de Bijbel kan enkel verkregen worden wanneer we onze vooroordelen, onze meningen zonder te kennen aan de kant zetten en zonder vooroordeel luisteren.
In deze lezingen zullen we voor elk punt waarover de Bijbel spreekt twee of drie teksten bijeenhalen. Het is een beginsel dat de Bijbel zelf naar voorbrengt wanneer ze zegt: “In de mond van twee of drie getuigen zal elke zaak vaststaan.” 2 Korinthe 13:1
Willen we begrijpen wat de Bijbel zegt over een bepaald onderwerp dan mogen we ons niet baseren op één enkele tekst maar op meerder teksten alsook de context waarin deze zich bevinden. Daarom geef ik altijd de referentie van de tekst zodat u voor uzelf de context kunt lezen.
Wat de Bijbel zegt over Zichzelf
De Bijbel zegt dat God tot ons spreekt door mensen die Hij daarvoor uitkiest.
Zo lezen we in Hebreeën 1:1 “Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.”
God, zegt de tekst, heeft gesproken tot de “vaderen”. Toen deze tekst werd geschreven bestond enkel het Oude Testament, het eerste deel van de Bijbel geschreven voor Christus. De “vaderen” zijn gelovigen die leefden gedurende deze periode. God sprak niet rechtstreeks tot hen maar door de profeten. Hij deed dat niet op een bepaalde manier maar op vele wijzen. De profeten waren personen die God uitkoos om Zijn openbaring of boodschap door te geven.
Een van de vele wijzen die God gebruikte om Zich kenbaar te maken was de persoonlijke ontmoeting. Daarin spreekt God zoals wij tot elkander spreken wanneer we elkaar zien en horen. De Bijbel zegt dat Mozes de schrijver van de eerste vijf boeken van de Bijbel met God sprak van aangezicht tot aangezicht.“De HEERE sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals een man met zijn vriend spreekt.” Exodus 33:11.
“En er is in Israël geen profeet meer opgestaan zoals Mozes, die de HEERE kende van aangezicht tot aangezicht.” Deuteronomium 34:10
Bij anderen heeft God gesproken door visioenen en dromen zoals we lezen in
Numeri 12:6 “Hij zei: Luister toch naar Mijn woorden! Als iemand onder u een profeet is, maak Ik, de HEERE, Mij door een visioen aan hem bekend, spreek Ik met hem door een droom.” Zo vinden we in het boek van de profeet Daniël, een van de Bijbelse boeken, de volgende vermelding in Daniël 7:1 “In het eerste jaar van Belsazar, de koning van Babel, had Daniël op zijn bed een droom en kreeg hij visioenen voor ogen. Toen schreef hij de droom op.”
In veel gevallen begreep de profeet de droom niet. Hij kreeg dan wat meer uitleg. In het voorbeeld van de profeet Daniël zendt God een engel die Daniël in een visioen uitleg geeft. Daniël 9:21 zegt: “terwijl ik mijn gebed nog uitsprak, kwam de man (engel) Gabriël, die ik in het begin in het visioen gezien had, snel aangevlogen en raakte mij aan, omstreeks de tijd van het avondoffer. Hij begon mij te onderwijzen en sprak met mij. Hij zei: Daniël, nu ben ik eropuit gegaan om u de betekenis te doen begrijpen.”
Koning David de schrijver van de Psalmen geeft aan hoe God tot Hem heeft gesproken. Hij zegt in 2 Samuel 23:2 “De Geest van de HEERE (God) heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong.” Deze uitdrukking; de Geest heeft gesproken door of bij monde van vinden we op verschillende plaatsen terug zoals in Markus 12:36 “Want David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd…” Handelingen 28:25 “zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd:…” We zien hier dat verschillende schrijvers van de bijbelse boeken erkennen dat andere profeten niet uit zichzelf hebben gesproken maar dat het God was die door de Heilige Geest tot hen sprak.
De tekst in Hebreeën 1:1 zegt ook dat God gesproken heeft door de Zoon. De Zoon is een verwijzing naar Jezus Christus. Toen één van zijn leerlingen aan Hem vroeg: “Toon ons de Vader (toon ons God)” antwoordde Jezus in Johannes 14:9 “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien (heeft God gezien); en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?” Daarmee duidde Jezus aan dat Zijn leven en Zijn woorden een openbaring waren van het karakter en de gedachten van God. Op die manier openbaarde God zich door de Zoon. Hij sprak door Hem tot ons.
Zo verklaart de Bijbel het geheel te zijn van alle openbaringen die God op verschillende wijzen door verschillende mensen over Zichzelf heeft gegeven. De Bijbel noemt deze openbaring ook de onthulling van het geheimenis. Een geheimenis is iets dat we niet uit onszelf kunnen weten het moet aan ons worden bekend gemaakt of geopenbaard. Het geheimenis openbaart Gods voornemen met ons. Het laat ons weten wat Gods bedoelingen zijn met de mens. Het zegt ons wie ons geschapen heeft en waarom wij geschapen zijn. Het toont ons dat we een verkeerde weg bewandelen en hoe we terug op de rechte weg komen. We lezen in Efeze 1:9 “Hij (God) heeft ons in al Zijn wijsheid en inzicht dit mysterie onthuld: Zijn voornemen…”
De Bijbel noemt dit onthulde mysterie ook het evangelie zoals we lezen in Romeinen 16:25 “Hem nu Die in staat is u vast te doen staan, overeenkomstig mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, overeenkomstig de openbaring van het geheimenis…”
Zij tot wie God op vele wijzen heeft gesproken, hebben dat wat God hen heeft geopenbaard opgeschreven. De verzameling van hun werken vormen de Bijbel die dus niet één boek is maar een bundel van 66 geschriften waarvan 40 schrijvers bekend zijn.
De boeken werden geschreven over een periode van 1500 jaar en vertonen een uitzonderlijke harmonie of eenheid. De boeken alhoewel geschreven door veel verschillende auteurs uit verschillende tijden en culturen spreken elkaar nergens tegen. Ze uiten geen verschillende meningen over Gods karakter en bedoelingen. De boeken vullen elkaar aan en geven ons zo een volledige onthulling van het geheimenis. Ze geven ons een duidelijk beeld van wie God is en wat Zijn voornemen is met ons.
De Bijbel zelf geeft een verklaring voor het opmerkelijk feit dat deze boeken één groot samenhangend geheel vormen. Ze zegt in 2 Timotheüs 3:16 “Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid.” Verder zegt ze over God die de Schrift heeft ingegeven in Jakobus 1:17 “Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer.”
De verklaring voor de eenheid van de verschillende geschriften is dat ze één Auteur hebben en dat de Auteur onveranderlijk is van gedachten.
Deze tekst in Timotheüs zegt ook waarom God de Schrift heeft gegeven. Dat is “Om op te voeden in de rechtvaardigheid.” Rechtvaardigheid is het doen van wat goed, juist en waar is in elk aspect van het leven. De Bijbel werd door God ingegeven opdat hij die ze leest ertoe zou komen rechtvaardig te leven. Ze brengt ons leven op een recht spoor waar we het kwade en de leugen overwinnen.
De Bijbel herinnert ons steeds weer aan het feit dat er een Auteur is door herhaaldelijk over Zichzelf te spreken als het Woord van God zoals in Lukas 11:28 “Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren.”
Wanneer de profeten de boodschap die ze van God hadden ontvangen neerschreven, maakten ze duidelijk dat het niet hun woord maar Gods woord was, dat het niet hun gedachten waren maar geïnspireerde gedachten. De profeet Amos bij voorbeeld zegt in
Amos 7:15 “De HEERE haalde mij echter achter de kudde vandaan en de HEERE zei tegen mij: Ga heen, profeteer tegen Mijn volk Israël! Nu dan, hoor het woord van de HEERE."
Bij het lezen van de Bijbel valt het ons op dat elke schrijver een andere manier van schrijven heeft en dat wanneer schrijvers over eenzelfde onderwerp spreken ze dat vanuit een andere hoek doen. We kunnen daaruit afleiden dat de Bijbel niet het resultaat is van een dictee. God heeft Zijn woord niet gedicteerd maar ingegeven.
Petrus schrijft in 2 Petrus 1:21 “Want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.”
Dat de Schrift werd ingegeven en de schrijvers door Gods Geest werden gedreven, wijst op inspiratie en niet op dicteren. God heeft door Zijn Heilige Geest licht laten schijnen in het verstand en in het hart van Zijn boodschappers. God heeft dromen en gezichten, symbolen en beelden gegeven, maar de personen aan wie de waarheid werd geopenbaard, hebben zelf de gedachten in menselijke taal gegoten.
Het feit dat elk onderwerp naar voorgebracht in de Schrift door elk van de schrijvers vanuit een andere hoek wordt belicht, zegt ons dat we bij het studeren van een onderwerp in de Bijbel we alles moeten bijeenbrengen wat daarover gezegd is om een juist en totaalbeeld te krijgen van dit onderwerp. Er zijn vier evangeliën. Ze belichten allemaal Jezus leven vanuit een andere hoek. Volledige belichting krijg je wanneer je alle evangeliën samenbrengt.
De Bijbel spreekt over Zichzelf als de openbaring van God de Schepper. Hoe Hij heeft geschapen lezen we in Psalm 33:6,9 “Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht. Want Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er.” Wat God spreekt dat is. Zijn Woord brengt tot stand wat het zegt. Zo is de werkelijkheid ontstaan door het Woord van God. Daarom spreekt de Bijbel over God als Hij “… Die niet liegen kan…” Titus 1:2. Numeri 23:19 zegt “God is geen man, dat Hij liegen zou, Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen?”
God kan niet liegen want wat uit Hem is, is werkelijkheid. Hij spreekt en het is er.
Daarom is God waarheid en Zijn woord is waarheid. Zo zegt Psalm 119:160 “Vanaf het begin is Uw woord waarachtig, al Uw rechtvaardige bepalingen zijn voor eeuwig.” Biddende voor Zijn discipelen zegt Jezus in Johannes 17:17 “Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.”
De Zoon door wie God tot ons sprak zegt verder in Johannes 8:40 “Maar nu probeert u Mij te doden, een Mens Die de waarheid tot u gesproken heeft, die Ik van God gehoord heb.” Over de Geest die de profeten inspireert zegt de Schrift in Johannes 16:13 “Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid”
Het neerschrijven van wat God openbaarde begon bij Mozes. De Bijbel verwijst naar de boeken van Mozes, de eerste vijf boeken van de Bijbel, als naar de wet of de Thora.
De openbaring aan Mozes was een zichtbare gebeurtenis waarvan het volk Israel getuige was. Het was iets wat ze niet mochten vergeten zegt Exodus 20:22 “Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zo moet u tegen de Israëlieten zeggen: U hebt zelf gezien dat Ik met u vanuit de hemel gesproken heb.”
Dit gegeven wordt verschillende keren door latere leiders van Israel aangehaald zoals in Nehemia 9:13 “Op de berg Sinaï bent U neergedaald en hebt U vanuit de hemel met hen gesproken, en U hebt hun rechtmatige bepalingen, betrouwbare wetten en goede verordeningen en geboden gegeven.”
Omwille van de vele overduidelijke bewijzen die God aan het volk had gegeven en waarvan allen getuige waren, werd de profeet en het gezag van zijn woorden als woorden van God door de hele gemeenschap van de gelovigen erkent. Het gezag van Mozes geschriften werd ook bevestigd door deze te plaatsen in de heiligste plaats van de Joodse tempel waar de ark van het verbond stond. Dit lezen we in Deuteronomium 31:26 “Neem dit wetboek en leg het naast de ark van het verbond van de HEERE, uw God, zodat het daar is als getuige tegen u.”
De vijf boeken van Mozes samen met de wet van God of de tien geboden die in de ark lag waren de maatstaf voor elke gedachte en elk gedrag. Ze zeggen ons wanneer we niet rechtvaardig leven wanneer we tegen de waarheid ingaan. Ze getuigen tegen ons wanneer we afdwalen van God en het leven dat in Hem is.
Het blijvende gezag van de thora wordt gezien in latere uitspraken zoals deze van Koning David. Deze zijn de woorden die hij sprak tot zijn zoon Salomon zijn troonopvolger in 1 Koningen 2:3 “Vervul je taak ten behoeve van de HEERE, je God, door in Zijn wegen te gaan, en door Zijn verordeningen, Zijn geboden, Zijn bepalingen en Zijn getuigenissen in acht te nemen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, opdat je verstandig zult handelen bij alles wat je doet, bij alles waar je je op richt.”
De Bijbel geeft zo aan dat de geloofsgemeenschap in het Oude Testament Mozes erkende als profeet van God gezonden en dat zijn geschriften als de openbaring van Gods wil het hoogste gezag hadden onder het volk en in de gemeente van de gelovigen.
God sprak niet alleen door Mozes tot Israel maar ook door andere profeten om het volk te leiden in de uitvoering van hun opdracht en hen daarbij op de weg van de rechtvaardigheid te bewaren. Wanneer een profeet optrad moest men wat hij zei toetsen aan het woord dat eerder werd geopenbaard. De wet van Mozes was de maatstaf waaraan de profeten na hem moesten worden getoetst. Wanneer zij daaraan voldeden werden hun geschriften aan deze wet of maatstaf toegevoegd. Dit onderdeel van het criterium dat moest gevolgd worden om te bepalen of een profeet van God was gezonden, wordt door Jesaja verwoord in Jesaja 8:20 “Terug naar de wet (Mozes) en het getuigenis (verwijzing naar de profeten)! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn.”
Daarnaast was er nog een tweede voorwaarde waaraan de profeet moest voldoen. We vinden deze beschreven in Deuteronomium 18:20 “Wanneer u dan in uw hart zegt: Hoe kunnen wij het woord herkennen dat de HEERE niet gesproken heeft? Wanneer die profeet in de Naam van de HEERE spreekt, en het gebeurt niet en het komt niet uit, dan is dat een woord dat de HEERE niet gesproken heeft. In overmoed heeft die profeet dat gesproken; wees niet bevreesd voor hem.”
Een profeet werd door de geloofsgemeenschap erkend als zijnde door God gezonden indien zijn woorden in overeenstemming waren met wat eerder was geopenbaard en indien zijn voorspellingen uitkwamen. Beweerde iemand een profeet te zijn maar waren zijn woorden en daden in tegenstelling met wat eerder werd geopenbaard en erkend dan was dat een valse profeet. Mohammed, profeet van de Islam zou zo zeker een valse profeet genoemd worden.
Dit criterium om de waarachtigheid van de profeet te toetsen en hem te erkennen als zijnde geïnspireerd door God werd ook door de gelovigen in het Nieuwe Testament gehandhaafd. We hebben in het NT van de Bijbel vele brieven van de apostel Paulus. De aanwezigheid van deze brieven toont aan dat Paulus door de geloofsgemeenschap werd erkend als door God geïnspireerd. Deze erkenning kwam onder andere tot stand omdat men zijn boodschap toetste aan dat wat reeds erkend was als een openbaring van God.
We vinden een voorbeeld in Handelingen 17:10 “En meteen stuurden de broeders Paulus en Silas 's nachts weg naar Berea. Die gingen, toen zij daar gekomen waren, naar de synagoge van de Joden.… zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren.”
De tekst hier vertelt ons dat Paulus onderwees in synagoge van Berea. Net zoals we eerder zagen bij koning David liet Paulus ook weten dat hij geleid werd door de Geest van God. Voor de gelovigen van Berea was dat niet voldoende om Paulus te erkennen als profeet. Zij toetsten zijn woorden aan de reeds erkende Bijbelse boeken of schriften; dat wat eerder was geopenbaard en erkend.
Een andere factor die ook bijdraagt aan de erkenning van de profeet of boodschapper van God is dat andere geïnspireerde boodschappers naar hem verwijzen en zijn teksten gebruiken zoals Petrus doet met de brieven van Paulus wanneer hij zegt in 2 Petrus 3:15 “en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt.”
Wat de gelovigen erkennen als geïnspireerd of als openbaring van God omdat het voldoet aan het Bijbelse Criterium noemt men de Canon. De Canon is dat wat erkend wordt als Woord van God omdat het voldoet aan de maatstaf. In die zin is de Canon uiteindelijk zelf de maatstaf waaraan alles wordt getoetst om te weten of het leugen is of waarheid.
Jezus erkende de Canon van het Oude Testament. Over de woorden die de opgestane Jezus sprak tot enkele discipelen die verward waren door de gebeurtenissen rondom Zijn lijden en dood zegt de evangelist Lucas in Lukas 24:27 “En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.” Jezus gebruikte de erkende schriften van het OT om aan te tonen dat Hij werkelijk de beloofde Messias was en dat Zijn boodschap en werken volledig in overeenstemming waren met wat God had geopenbaard.
Het Nieuwe Testament werd geschreven door apostelen van Jezus. Zij die met Hem waren geweest en Zijn onderwijs hadden ontvangen. Dit waren Johannes, Matteus, Petrus, Jakobus en Paulus. Lukas en Markus twee van de evangelisten waren beide nauwe medewerkers van de apostelen.
De apostelen die schrijvers waren van Bijbelse boeken legden er de nadruk op dat zij ooggetuigen waren geweest van dat wat ze hebben opgeschreven. Zo zegt de apostel Petrus in 2 Petrus 1:16 “Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.” De evangelist Johannes zegt in 1 Johannes 1:1, 2 “Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard – wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.”
Bij het schrijven van wat ze “gehoord en gezien hebben” verwijzen zij dikwijls naar de Canon van het OT om aan te duiden dat wat ze schreven in overeenstemming was met wat de profeten eerder hadden voorspeld. Een voorbeeld hiervan vinden we in Johannes 19:23, 24 “Nadat de soldaten dan Jezus gekruisigd hadden, namen zij Zijn kleren en maakten vier delen, voor elke soldaat een deel, en zij namen ook het onderkleed. Het onderkleed nu was zonder naad, van bovenaf als één geheel geweven. Zij dan zeiden tegen elkaar: Laten wij dat niet scheuren, maar laten wij erom loten voor wie het zal zijn. Opdat het Schriftwoord vervuld zou worden dat zegt: Zij hebben Mijn kleren onder elkaar verdeeld en over Mijn kleed hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de soldaten gedaan.” Het “schriftwoord” waarover Johannes spreekt, is een verwijzing naar Psalm 22:19 “Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad.”
Johannes de langstlevende apostel die ook het boek Openbaring heeft geschreven sluit de Canon van de Bijbel af met deze woorden in Openbaring 22:6, 18, 19 “En hij zei tegen mij: Deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig. En de Heere, de God van de heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden om Zijn dienstknechten te laten zien wat met spoed moet gebeuren. Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn.”
Conclusie
​
De Bijbel is heel duidelijk over Zichzelf. Ze is een openbaring van God; de openbaring van Gods voornemen met de mens.
De Bijbel is het woord van God opgeschreven door geinspireerde Schrijvers en getuigen van het leven van Jezus Christus. De Bijbel is de waarheid waaraan niets mag toegevoegd of veranderd worden. De Bijbel is de maatstaf voor elke gedachte en alle gedrag. De Bijbel is door God ingegeven om ons tot een rechtvaardig leven te brengen.
Hoe je de Bijbel leest en begrijpt
Ingesteldheid
De Bijbel zegt in 1 Korinthiërs 2:12 “Maar de natuurlijke mens - de mens zoals hij is - neemt de dingen van de Geest van God - Gods woord - niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden.” De natuurlijke mens is niet geestelijk ingesteld daarom kan hij wat door de Geest werd geopenbaard niet begrijpen en heeft hij hulp nodig van boven. Alleen onder leiding van Gods Geest kan hij het woord begrijpen en juist toepassen.
Het lezen en de studie van de Bijbel kan maar vruchtbaar zijn wanneer zij begint met een gebed om wijsheid en verstand. Dit is kenmerkend voor zij die “arm van geest” zijn.
In zijn brief aan de gemeente van Efeze laat Paulus weten dat hij voor hen bidt opdat God hen inzicht zou geven in het woord. Hij zegt in Efeze 1:17, 18 “Dat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem, namelijk verlichte ogen van uw verstand…”
De Bijbel heeft de belofte dat ons gebed om hulp zal verhoord worden in Johannes 14:26; 16:13 “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen…Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid…”
We leren bij wanneer we wat we geleerd hebben ook toepassen. De wetenschapper maakt pas vooruitgang in zijn werk wanneer hij daarbij zijn kennis toepast.
Zo is het ook met het groeien in de kennis van de Bijbel die zegt in Openbaring 1:3 en Spreuken 2:1-6 “Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij… Mijn zoon, als je mijn woorden aanneemt, en mijn geboden bij je opbergt, om je oor acht te doen slaan op de wijsheid, als je je hart neigt naar het inzicht, ja, als je roept om het verstand, je stem laat klinken om inzicht, als je het zoekt als zilver, het naspeurt als verborgen schatten, dan zul je de vreze des HEEREN begrijpen, de kennis van God vinden. De HEERE geeft immers wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en inzicht.”
Leraars
Niettegenstaande de Bijbel spreekt over de hulp van Gods Geest bij de studie van Zijn woord geeft ze ook aan dat we ons door andere gelovigen kunnen laten helpen.
Zo lezen we in 1 Korinthe 12:28 “God nu heeft sommigen in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars…” God geeft aan sommige gelovigen in de gemeente de gave om Zijn woord te onderwijzen. Deze leraars kunnen onderwijzen bij persoonlijk contact, door lezingen of door middel van boeken, websites en apps. Deze lezingen hebben als doel inzicht te geven in de centrale themas van de Bijbel en de eindtijd-profetieën van het boek Daniël en Openbaring. Daarmee zou de lezer voldoende kennis moeten hebben om zelf de Bijbel te bestuderen en uit te leggen.
Tekst en context
Ik heb in deze lezing gebruik gemaakt van heel wat teksten uit de Bijbel. Ik heb deze teksten uit hun context genomen. Door dit te doen kan ik een andere betekenis geven aan de tekst, ik kan ze misbruiken. Maar wees gerust, ik heb dat niet gedaan, ik heb rekening gehouden met de context. Doe dat ook wanneer je de Bijbel bestudeert.
De Bijbel bespreekt heel wat onderwerpen. Deze onderwerpen worden door de schrijvers van verschillend kanten belicht. Wil je een juist beeld krijgen dan moet je alles bijeenbrengen wat over een onderwerp wordt gezegd. Pin jezelf niet vast op één enkele tekst. Je krijgt een juist beeld van wat de Bijbel zegt wanneer je zoveel mogelijk teksten over een onderwerp samenbrengt. We zullen in latere lezingen zien hoe we dat doen.
Studiebijbel
Er bestaan verschillende bijbelvertalingen die elk een specifiek doel hebben. Niet elke bijbelvertaling is geschikt voor de studie van de Bijbel. De Bijbel in de gewone taal, de Basisbijbel en het Boek zijn vertalingen die het lezen van de Bijbel aangenamer maken maar je kan ze niet gebruiken om de Bijbel ernstig te bestuderen.
Voor een gedegen studie heb je een Bijbel nodig waarvan de tekst zeer getrouw blijft aan de grondtekst en waar veel referenties worden gegeven zodat je teksten over een bepaald onderwerp aan elkaar kunt koppelen. Het is ook nuttig om wat schrijfruimte te hebben zodat je notities kunt nemen. Een goed voorbeeld van een studiebijbel is de Notitiebijbel in de Herziene Statenvertaling. Lees je in deze Bijbel Mattheüs 7:7 “Bidt en u zal gegeven worden.” dan vind je daar een referentie naar Jakobus 1:5,6 “En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt.” Zoals je merkt krijg je door deze twee teksten over het bidden samen te voegen veel meer informatie. De Notitiebijbel bevat heel veel referenties wat helpt om een duidelijker beeld te krijgen van wat de Bijbel zegt.
Je kunt de Herziene Statenvertaling ook Online gebruiken. Deze online Bijbel heeft naast referenties ook een zoekfunctie wat handig is om meteen de teksten over een bepaald onderwerp te vinden. Dit is de link naar deze Bijbel: https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/genesis/1
In verdere lezingen komt er nog meer informatie over het studeren en interpreteren van de Bijbel.
Moge de God die Zichzelf heeft geopenbaard u verder helpen in het begrijpen van Zijn woord.