top of page

Wat is een ziel?

1. Hoeveel zielen kwamen er uit Jakob voort?

  • Exodus 1:5: "Alle zielen die van Jakob afstamden, waren zeventig zielen."

 

2. Hoeveel zielen bevonden zich met Paulus op het schip?

  • Handelingen 27:37: "Wij waren nu in het schip met in totaal tweehonderdzesenzeventig zielen."

 

Nemen we de NBV dan lezen we: "In totaal waren we met tweehonderdzesenzeventig mensen aan boord." Zo zien we dat wanneer de Bijbel spreekt over een ziel dit verwijst naar de mens.

 

3. Welke twee elementen gebruikte God om een levende ziel of levend mens te vormen? 

  • Genesis 2:7: "toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen (wezen is hier de vertaling van nephesh of ziel. Zie verder)."

​

STOF + ADEM DES LEVENS = ZIEL 

De Bijbelse definitie van ziel is een ademend lichaam. Merk op dat de tekst niet zegt dat aan de mens een ziel werd gegeven, maar dat hij een ziel werd. Een ziel is niet iets dat een persoon bezit, het is de persoon zelf. Een ziel heeft bloed (Jeremia 2:34). Niet alleen mensen worden zielen genoemd maar ook vissen (Openbaring 16:3. Hier is het woord wezen een vertaling van het Grieks psuché dat dezelfde betekenis als het Hebreeuws nephesh heeft) en dieren (Prediker 3:19). 

Het Hebreeuwse woord voor ziel (nephesh) wordt op verschillende manieren vertaald: persoon(mens) (Genesis 14:21 ), uzelf (Leviticus 11:43), leven (Psalm 31:13), Ik (Richteren 16:30), wezens (Genesis 1:21), stuk vee (Leviticus 24:18). Wanneer het vertaald wordt met lichaam is de nephesh gewoonlijk dood (Leviticus 21:11). 

Het Griekse woord voor ziel, psuche, heeft dezelfde betekenis. In Mattheüs 16:25 prijst Jezus iedereen die zijn leven (psuche) wilt verliezen omwille van Christus. Het betekent mensen (handelingen 7:14). Mijn ziel en uw ziel zijn taaleigen uitdrukkingen die de betekenis hebben van ik en jij (Mattheus 12:18; 2 Corinthiërs 12:15). 

​

4. Hoe wordt het proces waarmee God een ziel of levende mens  schiep, bij de dood omgekeerd? 

  • Psalm 104:29: "Verbergt U Uw aangezicht, zij worden door schrik overmand, neemt U hun adem weg, zij geven de geest en keren terug tot hun stof."

​

ZIEL - LEVENSADEM = STOF 

​

"Indien Hij zijn aandacht op hem richtte, zijn geest en zijn adem tot Zich terugnam, dan zou al wat leeft tegelijk de geest geven, en de mens zou wederkeren tot stof." Job 34:14, 15. 

​

5. Kan een ziel sterven? 

  • Ezechiël 18:20: "De mens (nephesh) die zondigt, díe zal sterven." 

​

De "mens" is hier de vertaling van het woord "nephesh" dat op andere plaatsen ook met "ziel" wordt vertaald. De tekst zegt dus dat de ziel die zondigt zal sterven of vergaan tot stof.

​

6. Wat blijft er over wanneer het leven eindigt? 

  • Genesis 3:19: "in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren."

​

7. Wat keert er naar God terug?

  • Prediker 12:7: "en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft."

​

8. Waar bevindt de geest Gods, die wederkeert bij het sterven, zich bij de mens ? 

  • Job 27:3: "zolang mijn adem nog ten volle in mij is, en de geest Gods in mijn neusgaten, zullen mijn lippen waarlijk geen onrecht spreken, en zal mijn tong geen bedrog uiten."

​

De geest Gods is niet de geest of het bewustzijn van de mens. De geest Gods is dat wat aan de mens leven geeft; het is de levenskracht die God schenkt want de mens heeft die niet in zichzelf. 

​

9. Wat bevindt er zich in de neusgaten van een mens?

  • Genesis 7:22: "Alles, in welks neus de adem van de levensgeest was, alles wat op het droge was, stierf."

​

Het Hebreeuwse woord voor geest (vb. Job 3:11), ruach, en het Griekse woord pneuma betekenen adem, wind, of vitaal element. Het is de levensvonk die maakt dat we kunnen leven. Het is de adem van de Almachtige (Job 33:4). Wanneer de Bijbel deze begrippen gebruikt met betrekking tot de mens, wordt nooit vermeld dat ruach of pneuma iets is dat een bewustzijn behoudt na de dood van de mens.

Engelen worden geesten genoemd (Psalm 104:4) omdat zij voor onze ogen onzichtbaar zijn als de adem. Maar de mens bezit niet de natuur van de engelen (Psalm 8:5), en de Bijbel geeft nergens aan dat hij deze natuur na zijn dood aanneemt. 

​

10. Wat gaat er heen wanneer de mens sterft? 

  • Psalm 146:4 Zijn geest gaat uit hem weg, hij keert terug tot zijn aardbodem; op die dag vergaan zijn plannen.

​​

Het woord "geest" in de tekst is de vertaling van het Hebreeuws "Ruach" wat adem betekent. Het woord "geest" verwijst geenszins naar het bewustzijn van de mens. 

​

11. Is er enig verschil tussen de adem van een mens en de adem van een dier? 

  • Prediker 3:19: "Want het lot der mensenkinderen is gelijk het lot der dieren, ja, eenzelfde lot treft hen: gelijk dezen sterven, zo sterven genen, en allen hebben enerlei adem, waarbij de mens niets voor heeft boven de dieren..."

​

12. Is er enig verschil tussen een dode persoon en een dood dier? 

  • Prediker 3:20: "alles gaat naar een plaats, alles is geworden uit stof, en alles keert weder tot stof. Wie bemerkt, dat de adem der mensenkinderen opstijgt naar boven en dat de adem der dieren neerdaalt naar beneden in de aarde"?

​

Een ziel kan vergeleken worden met een gloeilamp die verbonden is met een stroombron. De geest of de levensadem is de stroom. De elektriciteit brengt alleen licht voort wanneer ze door de lamp stroomt. Breekt de draad in de lamp dan wordt de stroom onderbroken en het licht gaat uit. 

Net zoals het licht niet kan bestaan zonder de elektriciteit en de lamp, zo kan ook een levende ziel niet bestaan zonder de door God gegeven levensadem en een werkend lichaam. 

​

13. Kan iemand nadat hij gestorven is terugkeren en verschijnen aan hen die hem hebben gekend? 

  • Job 7:8-10:" Het oog van hem die mij ziet, zal mij niet meer aanschouwen; uw ogen richten zich op mij en ik ben niet meer. Gelijk een wolk verdwijnt en wegdrijft, zo stijgt wie in het dodenrijk nederdaalt, niet weer op. Nimmer keert hij terug naar zijn huis, nooit ziet zijn woonplaats hem weer".


"Want nog weinige jaren zullen komen, en dan zal ik het pad gaan, waarlangs ik niet zal wederkeren." Job 16:22

​

14. Naar wat zullen sommigen luisteren die in de eindtijd van het geloof afdwalen? 

  • 1 Timotheüs 4:1: "Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen..."

​

15. Wat voor geesten zullen verschijnen en wonderen verrichten?

  • Openbaring 16:14: "want het zijn geesten van duivelen, die tekenen doen."

​

16. Welke gedaante nam Satan aan in Eden om zich te vermommen? 

  • Genesis 3:1: " De slang nu was het listigste van alle dieren des velds, die de HERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?"

​

17. Welke andere gedaante kan de Satan aannemen? 

  • 2 Korinthe 11:14: "Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts."

​

18. Hoe kunnen zijn dienaren zich voordoen? 

  • 2 Korinthe 11:15: "Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid."

​

19. Wat kan er gezegd worden over hen die niet spreken naar de wet en het getuigenis (het woord Gods)? 

  • Jesaja 8:20: "Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad."

​​

Zij die beweren dat de geest van de dode onsterfelijk is en ergens verblijft of rondwaart spreken niet naar het duidelijk onderwijs van de Bijbel.

​

20. Wie zou Gods volk om raad moeten vragen in de plaats van zich te richten tot mediums, tovenaars en waarzeggers? 

  • Jesaja 8:19: "En wanneer men tot u zegt: Vraagt de geesten van doden en de waarzeggende geesten, die daar piepen en mompelen. Zal een volk niet zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden vragen?"

​

21. Welk soort mensen zullen onder Gods volk niet gevonden worden?

  • Deuteronomium 18:10, 11: "Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt."

​

22. Wat zijn zij die deze dingen doen? 

  • Deuteronomium 18:12: "Want ieder die deze dingen doet, is de HERE een gruwel."

​

23. Welke woorden gebruikte Paulus voor een bezweerder? 

  • Handelingen 13:10: "Zoon des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien?"

​

24. Kan iemand gemeenschap hebben met God en met duivels? 

  • 1 Korinthe 10:21: "Gij kunt niet de beker des Heren drinken en de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben en aan de tafel der boze geesten."

​

25. Wat zegt God tot ons die omringd zijn met allerlei Satanische invloeden?

  • 2 Korinthe 6:17: "Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine en Ik zal u aannemen."

​

Christenen willen niets te maken hebben met tovenarij, waarzeggerij, horoscopen, boeken, films enz. die te maken hebben met toverij of spiritisme.

bottom of page