
Wat de Bijbel zegt
De grote strijd
Vragen over het kwaad
Wanneer in de lente de dagen wat warmer beginnen te worden, staan we af en toe met een boekenstand in een druk bezochte winkelstraat van Kortrijk.
Ik herinner mij een kort gesprek met een man die, nadat hij de boeken had bekeken, zei dat hij zich niet kan voorstellen dat er een God bestaat die een wereld heeft geschapen met zoveel kwaad. Ik probeerde hem duidelijk te maken dat het de mens is die door zijn keuzes het kwaad in de wereld brengt en dat God de mens daartoe de vrijheid heeft gegeven. Daarop antwoordde hij dat die God dan klaarblijkelijk niets doet om het kwaad uit de wereld te helpen. Hij gaf mij niet de kans daar verder iets op te zeggen en vertrok met een geërgerd gezicht.
Charles Darwin de grondlegger van de evolutietheorie, worstelde met dezelfde gedachten als de man bij de boekenstand. Na het zien van het vreselijke werk dat parasieten aanrichtten in de darmen van dieren concludeerde hij dat er geen liefdevolle God kan bestaan die dit heeft geschapen. Hij leek hier niet in overweging te nemen dat het mogelijk was dat het kwaad buiten God om binnen een oorspronkelijk goede schepping was gekomen.
Hoewel deze twee mensen niet in God geloven, erkennen ze het bestaan van kwaad in de wereld maar ze kunnen het geen plaats geven in een door God geschapen wereld. Het kwade is voor hen terecht dat wat tegenover de liefde staat en afbreuk doet aan het leven. Ze zien niet in hoe er een liefdevolle God kan bestaan en tezelfdertijd ook kwaad. Deze zou volgens hen toch meteen iets doen om het kwaad te verwijderen. Omdat ze daar niets van merken kan zo’n God in hun ogen dan ook niet bestaan.
We moeten onderkennen dat we dikwijls zaken niet merken omdat we het ook niet willen zien of er de moeite niet voor doen om ze te zien. Zo merken we bijvoorbeeld bij het lezen van het Oude Testament dat God wel degelijk het kwaad van de aardbodem veegt wanneer volkeren onder Zijn verdraagzaamheid de door Hem gestelde limieten van het kwaad hebben bereikt. De uitroeiing van de Kanaänieten is daar een voorbeeld van. (Zie Deuteronomium 7:1, 2; 20:15-17) Dit volk dat kleine kinderen offerde door ze in de handen te leggen van heet gloeiende metalen afgodsbeelden terwijl tromgeroffel het krijsen van hun stem moest onhoorbaar maken, had de laagste diepten van de immoraliteit bereikt en konden niet verder op de goedheid en lankmoedigheid van God rekenen die bedoeld zijn om de zondaar een kans te geven zich af te keren van het kwaad. (Zie Ezechiël 33:11) Deze en andere voorbeelden van Gods ingrijpen worden echter door hen die het bestaan van God verwerpen niet gezien als een bewijs dat God wel degelijk iets doet aan het kwaad. De reden daarvoor is dat ze het uitroeien van een heel volk onder alle omstandigheden beschouwen als immoreel en als genocide. Dit is terecht zo wanneer dit wordt uitgevoerd door eender welk volk zij het in de naam van God of een ideologie behalve wanneer dit volk in opdracht van God, de gever van het leven, tot bescherming van het leven, Zijn oordelen uitvoert. Een beter inzicht in het ontstaan en wezen van de zonde alsook de manier waarop God ermee omgaat kan de mening die mensen hebben over Gods omgang met het kwaad veranderen.
We erkennen allemaal de werking van het kwaad in onszelf. We denken en doen allemaal zaken die liefdeloos zijn en pijn doen aan het leven. Maar wie van ons zou het OK vinden dat hij daarom meteen van de aardbodem zou weggeveegd worden door een God die het kwade niet tolereert? Persoonlijk verkies ik een genadige God die mij helpt het kwade in mijzelf te overwinnen en volmaakt te worden in de liefde. Dat zou ik beschouwen als de beste manier om iets te doen aan het kwaad.
Wat zegt de Bijbel over al deze gedachten? Heeft God het kwaad geschapen of laat God het kwaad toe? Waarom zou Hij dat doen en komt er uiteindelijk op de een of andere manier een einde aan ?
De Bijbel spreekt niet over het kwaad als iets dat onvermijdelijk is. Iets waarvan we iemand of iets anders de schuld kunnen geven. Adam deed dat wanneer hij zei in Genesis 3:12 “De vrouw die U gaf om bij mij te zijn, die heeft mij van die boom gegeven en ik heb ervan gegeten.” Hier legt
Adam de oorzaak van het kwaad niet bij zijn eigen keuze maar bij de vrouw die God gaf. Daarmee duidt hij God aan als de oorzaak van het kwaad.
God echter zegt in Deuteronomium 30:19 “Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden.”
Adam en Eva hadden niet gekozen om God te geloven en te gehoorzamen. Door deze keuze brachten ze het kwaad in de wereld.
God zegt: “kies het leven en niet de dood. Kies het goede en niet het kwade” (Deut.30:19). Zoals we ook lezen in Romeinen 12:9 “Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede.” Dit zegt ons dat God de mens niet geschapen heeft met een onvermijdelijk kwaad maar met de vrijheid om te kiezen tussen goed en kwaad, tussen leven en dood.
De Bijbel verbindt de liefde zoals weergegeven in de wet van God met leven en het kwaad met de dood. Toen iemand aan Jezus vroeg: wat moet ik doen om eeuwig te leven. Zei Jezus tot hem: “wat zegt de Bijbel?" De man antwoordde in Lukas 10:27 “U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.” Jezus zei daarop: “U hebt juist geantwoord. Doe dat en u zult leven.”
God liefhebben en uw naaste als uzelf is een samenvatting van de wet uitgedrukt in de tien geboden. Wie kiest om de wet na te leven, kiest om God en zijn naaste lief te hebben. Hij kiest daarbij voor het leven. Wie kiest om de wet te overtreden door God en zijn naaste niet lief te hebben maar kwaad te doen kiest de dood. Niet liefhebben of kwaad doen is het overtreden van de wet en wordt door de Bijbel aangeduid als zonde zoals we vinden in 1 Johannes 3:4 “Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid.”
God schiep ons met de vrijheid om te kiezen voor het leven door lief te hebben door de wet te onderhouden of te kiezen voor de dood door kwaad te doen door de wet te overtreden.
Is er voor dit laatste, het doen van kwaad, enige zinnige reden? Bestaat er een gegrond argument om de wet van God, de wet van liefde en leven, te overtreden? Kun je zondigen en dan een goede reden ervoor aanbrengen?
Kun je het leven de liefde en al het goede dat daaruit voorkomt vergooien en daarvoor een verklaring geven of een goed excuus hebben, wetende wat de Bijbel zegt in Romeinen 6:23 “Want het loon van de zonde is de dood”?
De Bijbel wijst ons dikwijls op de absurditeit van de zonde. Ze gebruikt de wereld als het beeld voor alles wat zonde is en zegt in Lukas 9:25 “Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden?” En verder in Romeinen 6:20 “… Immers, het einde daarvan is de dood.”
Zal er iemand een koekje uit de doos nemen waarvan gezegd is dat je er moet uit blijven als dat tot gevolg heeft dat je nooit nog een koekje zal kunnen eten? Het gezond verstand zegt nee en toch doen we het.
Wordt ons dan de vraag gesteld waarom, dan zijn er altijd die snel heel wat redenen kunnen bedenken maar een zinnig antwoord kunnen ze niet geven. Hoe hard je ook probeert, je merkt dat er voor de zonde geen excuus bestaat, ze heeft geen zinnige verklaring. En toch is de zonde er gekomen.
Oorsprong en aard van de zonde
De Bijbel laat ons weten dat de zonde voortkwam uit hem die na Christus het meest geëerd was door God en die het hoogst stond in macht en heerlijkheid onder de bewoners van de hemel. Zijn naam was Lucifer wat betekent drager van het licht. Deze gebeurtenis wordt beschreven in woorden die in de eerste plaats gericht zijn aan de koning van Tyrus maar in wezen een beschrijving zijn van degene aan wie deze koning zich had onderworpen en van wie hij zijn macht ontving zoals het geval is bij politieke en religieuze machten die zich tegen God keren (zie Openbaring 13:2). We lezen in Ezechiël 28:12-15 “U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid, u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad: robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed. U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd.”
We hebben hier een beschrijving van Lucifer als een volmaakt wezen levende in de meest paradijselijke omstandigheden. We zouden zeggen: “hij heeft alles om gelukkig te zijn.” We zien geen enkele reden om in opstand te komen tegen Degene die hem heeft geschapen en hem het leven geeft.
We zien niets wat aanleiding geeft om de wet die het fundament is van alle leven te verwerpen. Niettegenstaande lezen we verder in Ezechiël 28:17 “Vanwege uw schoonheid werd uw hart hoogmoedig, u richtte uw wijsheid te gronde vanwege uw luister.” En in Jesaja 14:13 “En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste.”
Aan wie had dit volmaakte wezen, deze Cherub, zijn paradijselijk leven, schoonheid en intelligentie te danken? Niet aan zichzelf. Alles had hij ontvangen van de Schepper. Hij meende echter dat het allemaal van hemzelf was en dat hij het kon verbeteren. Hij meende onafhankelijk van God te kunnen bestaan meer nog gelijk te zijn aan God. Hij meende in staat te zijn zich los te rukken van de bron van alle leven en zijn eigen leven te leiden en te kunnen doen wat goed was in eigen ogen zonder kwalijke gevolgen; zonder de rust en de vrede van zijn bestaan en dat van anderen te verbreken. Hij, die naar de betekenis van zijn naam drager was van het licht, meende zelf het licht te kunnen zijn. De absurditeit van deze gedachte wordt weergegeven in deze korte gelijkenis in Jesaja 10:15 “Zou een bijl zich beroemen tegen wie ermee hakt, of een zaag zich verheffen tegen wie hem trekt? Alsof een staf regeert over wie hem hanteert.”
De opstand van Lucifer culmineerde in een oorlog in de hemel waarover gesproken wordt in Openbaring 12:7 “Toen brak er oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, ook de draak en zijn engelen voerden oorlog. Maar zij waren niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.”
In de hemel waren twee kampen ontstaan. Michaël (wat betekent ‘wie is als God’ een naam die Christus draagt) en zijn engelen stonden tegenover de draak en zijn engelen. Satan had door zijn misleidende woorden heel wat engelen voor zijn zaak gewonnen. Hij had in hun harten twijfel gezaaid over het karakter en de bedoelingen van God en de wet van Zijn koninkrijk en hen wijs gemaakt dat ze zonder God en buiten zijn wet om een veel grotere vrijheid zouden genieten. Dat was precies zoals Hij ook tewerk was gegaan met het eerste mensenpaar zoals we lezen in Genesis 3:1 “De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had; en hij zei tegen de vrouw: Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof?” Merk op hoe de Satan, die de slang als medium gebruikt, onmiddellijk twijfel zaait en God voorstelt als iemand die alles verbiedt.
“En de vrouw zei tegen de slang: Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u.Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven.” De Satan dacht van te kunnen leven zonder God de bron van alle leven.
Hij probeert ook de mens ervan te overtuigen dat hij leven heeft in zichzelf en God niet nodig heeft noch afhankelijk is voor zijn bestaan van de gehoorzaamheid aan de wet waarop het leven is gebouwd. De bewering dat de mens in zichzelf onsterfelijkheid bezit is duidelijk van Satanische oorsprong. Verder zegt hij: “Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend.” Satan stelt God voor als iemand die ons onverantwoorde beperkingen oplegt. Iemand die ons het goede onthoudt. Hij beweert dat door het negeren van Gods woord de weg geopend wordt naar een veel rijker leven waarin wij voor onszelf kunnen bepalen wat goed is en kwaad.
Hij verkondigt de leugen dat we een goed en rijk gevuld leven kunnen leiden buiten de wet van God om.
We lezen verder hoe Eva reageert in Genesis 3:6 “En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.”
De misleidende redeneringen van Satan leiden ertoe dat we de dingen niet meer zien zoals ze werkelijk zijn. Niet alleen zijn redeneringen ook dat waarmee hij de zintuigen aanspreekt. Eva zag in de boom een wonderlijk mooi wezen zitten die kon praten. Dit fenomeen leek voor haar het bewijs te zijn van de bijzondere eigenschappen die de slang toeschreef aan de verboden vrucht. Wat ze waarnam en voelde bevestigde volgens haar wat ze hoorde en ze nam de vrucht vertrouwende op de misleidende gedachte dat er buiten het woord van God een diepere ervaring van vrijheid en geluk lag.
Met gelijkaardige redeneringen en leugens werden ook vele engelen misleidt en volgelingen van Satan.
Velen stellen zich de vraag waarom God niet meteen Satan heeft vernietigd. Zouden we dan niet gespaard zijn gebleven van alle kwaad en ellende?
De aard en draagwijdte van de zonde werd bij haar ontstaan niet begrepen. Nooit eerder had zoiets verwarrends het leven van het universum beroert.
Indien God Satan zonder een begrijpelijke verklaring zou vernietigd hebben dan zou dat het vertrouwen in Hem nog meer geschaad hebben.
Het is niet in Gods aard om zonder duidelijkheid te scheppen in te grijpen. Wanneer wij ons tegen Hem verzetten wil Hij ons tot inzicht brengen en tonen dat er geen enkele zinnige reden bestaat om tegen Hem in te gaan.
Hij wil ons bewust maken van de onredelijkheid van onze keuze zodat we er afstand van doen. Daarom gaat Hij met ons in gesprek met vragen die ons de gelegenheid geven een verklaring te geven voor wat we denken en doen zoals in Jeremia 2:5 “Zo zegt de HEERE: Wat voor onrecht hebben uw vaderen in Mij gevonden, dat zij zich ver van Mij hebben gehouden, dat zij achter nietige dingen zijn aan gegaan– en zelf nietig zijn geworden.” God nodigt hier uit na te denken over wat we doen en een verklaring te geven voor ongeloof en overtreding van Zijn wet. Hij zegt: “Zeg mij eens waarom je Mij verwerpt en de dingen doet die niets opbrengen en je leven nietig maakt. Geef mij eens een goede reden voor de weg die je hebt gekozen te gaan, een weg die tot niets leidt.”
We horen God soortgelijke vragen stellen in Jesaja 41:21 en Jesaja 1:18 “Kom naderbij met uw aanklacht, zegt de HEERE, kom maar naar voren met uw bewijzen… Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren, zegt de HEERE.”
God zal ook in gesprek gegaan zijn met Satan om hem te laten inzien hoe onzinnig zijn gedachten en beweringen waren. Maar Lucifer bleef volharden in zijn hoogmoed en gebruikte alle middelen om anderen te overtuigen van zijn gelijk. Wat die middelen zijn wordt o.a. beschreven in 2 Thessalonicenzen 2:9 “hem (is een verwijzing naar een religieuze macht die zich onder invloed van satan stelt) wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden.”
Hij die de drager van het licht was doet zich nu voor “als een engel van het licht” (2 Korinthe 11:14). Engel betekent boodschapper. Satan en zijn medewerkers kleden hun boodschap zo aan dat het lijkt alsof het ons meer licht brengt maar in werkelijkheid leidt het tot de duisternis. Daarom wordt hij terecht genoemd in Openbaring 12:9 “de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt.”
God onderscheidt Zich van Satan door enkel de middelen van de liefde zoals waarheid, goedheid en rechtvaardigheid aan te wenden om ons ervan te overtuigen dat wat Satan over Hem zegt onterecht is. God wil dat de trouw van Zijn schepselen berust op waarheid en bewijzen van Zijn rechtvaardigheid en liefde. De profeet Hosea zegt hoe God de afgedwaalden terugbracht in Hosea 11:4 “Ik trok hen met menselijke touwen, met koorden van liefde.” Dat bevestigd de apostel Paulus vanuit zijn eigen ervaring wanneer hij zegt in 2 Korinthe 5:14 “Want de liefde van Christus dringt ons…”
God stond Satan toe zijn werk van opstand en misleiding verder te zetten om de ware aard van zijn opstand en de gevolgen ervan duidelijk te maken voor het hele universum.
Stel iemand krijgt enkele mooie stekken van de voor hem onbekende Fallopia Japonica of Japanse duizendknoop om in zijn tuin te planten. De schenker ervan beweert dat dit de tuin mooier zal maken dan deze ooit is geweest. Ik kom daar in de tuin, herken de stekken van dit verwoestende onkruid en wil ze meteen uitrukken maar ik kan het niet doen want de tuinman houdt mij tegen. Hij gelooft mij niet wanneer ik hem zeg dat dit het meest hardnekkige onkruid is en dat het de hele tuin zal overwoekeren. Alleen het laten staan van de stekken zal hem overtuigen van mijn oprechte bedoelingen en de waarheid van mijn woorden. En inderdaad wanneer ik enkele jaren later de tuin bezoek en er alleen nog Japanse duizendknoop te zien is, komt de tuinman naar mij toe en bekend dat hij nu ingezien heeft hoe hij zich heeft laten misleiden. Het is jammer genoeg waar dat het kwaad zijn kans moet krijgen eer het als kwaad wordt erkent.
De duidelijkheid van Satans ware aard en bedoelingen komt onder andere naar voor in de wrede vervolgingen van hen die God trouw blijven en Zijn woord in acht nemen. Deze vervolgingen begonnen bij de moord van de godvruchtige Abel door zijn broer Kaïn en vinden hun hoogtepunt in de kruisiging van Jezus. Tot hen die Hem vervolgden en plannen smeden om Hem te doden zei Jezus in Johannes 8:44 “U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.“
Satan is niet enkel een moordenaar omdat hij anderen aanstookt tot het vervolgen en doden van hen die God liefhebben maar hij is ook een moordenaar door mensen met zijn leugens aan te zetten tot het overtreden van Gods wet. Zonde is de overtreding van Gods wet en het loon van de zonde is de dood. Wie een ander aanzet tot het overtreden van de wet die leidt iemand naar de eeuwige dood en is daarom in wezen een moordenaar.
Vandaar de sterke uitspraak in Mattheüs 18:6, 7 “Maar wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was. Wee de wereld vanwege al haar struikelblokken, want het is noodzakelijk dat er struikelblokken komen; maar wee die mens door wie zo'n struikelblok er komt!”
Satan's grote leugen is dat de mens de wet van God kan overtreden en doen wat goed is in eigen ogen en leven. Door deze leugen te geloven zijn alle mensen zondaars geworden en staan ze veroordeeld door de wet. De wet eist de dood van de overtreder wat aantoont hoe erg en bedreigend de zonde is voor het leven. Net zoals de Japanse duizendknoop vernietigt de zonde alles wanneer ze kan volgroeien. Wie dit kan inzien kan ook begrijpen waarom de wet de dood eist van de zondaar. De wet is de beschermer van het leven. Zij moet wat het leven bedreigt vernietigen.
God toonde zijn liefde voor ons door Zijn Zoon te zenden om de eis van de wet in onze plaats te vervullen. Hij stierf in onze plaats om ons terug eeuwig leven te geven. Dat God ons enkel kon redden van een eeuwige dood door zelf in onze plaats te sterven toont de onveranderlijkheid van Zijn wet en bewijst dat Satan een leugenaar en moordenaar is wanneer hij beweert dat er leven is buiten God en buiten Zijn wet.
Het einde van de zonde
Het kruis is een manifestatie van de ware bedoelingen van Satan en de verstrekkende gevolgen van de zonde. Het toont dat de zonde wanneer volgroeid de Schepper en het leven dat uit Hem voorkomt vernietigt.
Door de kruisiging tot stand gekomen door het moorddadig complot van hen die dienaren van de Satan waren, werd Satan veroordeeld. Elke twijfel over de verderfelijke aard van zijn redeneringen en bedoelingen was weggewerkt bij de hemelse wezens.
De Bijbel zegt dat uiteindelijke alle schepselen dit bewijs van Satans onrecht en Gods onschuld zullen erkennen in Jesaja 45:22-24 “Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand anders. Ik heb gezworen bij Mijzelf – uit Mijn mond is in gerechtigheid een woord uitgegaan en het zal niet terugkeren – dat voor Mij elke knie zich zal buigen, elke tong bij Mij zal zweren. Voorzeker, in de HEERE – zal men van Mij zeggen – zijn rechtvaardige daden en kracht, tot Hem zal men komen. Maar zij zullen beschaamd worden, allen die tegen Hem in woede ontstoken zijn.”
Dan zal door hen die verlost zijn van de macht van Satan het lied worden gezongen in Openbaring 15:3, 4 “En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen! Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden.”
Dan zal ook gebeuren met Satan wat geprofeteerd werd over de koning van Tyrus in Ezechiël 28:18 “Vanwege de overvloed van uw ongerechtigheden door uw oneerlijke handel ontheiligde u uw heiligdommen. Daarom deed Ik een vuur uit uw midden oplaaien, en dat verteerde u. Ik maakte u tot een hoop as op de grond voor de ogen van allen die naar u keken.”
Daarbij zullen allen die Satan heeft misleid en die Gods woord en liefde hebben verworpen met Hem vergaan zoals beschreven in Maleachi 4:1,2 “Want zie, die dag komt, brandend als een oven. Dan zullen alle hoogmoedigen en allen die goddeloosheid doen, stoppels worden. En de dag die komt, zal ze in vlam zetten, zegt de HEERE van de legermachten, Die van hen wortel noch tak zal overlaten. Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn; en u zult naar buiten gaan en dartelen als kalveren uit de stal.”
Nooit meer zal het kwaad de kop opsteken. Het woord van God zegt in Nahum 1:9 “Wat u ook bedenkt tegen de HEERE, Hij Zelf maakt er een vernietigend einde aan. Geen tweede keer zal de benauwdheid opkomen. Omdat zij vervlochten zijn als dorens, en dronken als dronkaards, zullen zij volledig verteerd worden, als dorre stoppels.”
Het hele universum heeft kunnen zien waartoe Satans’ beweringen hebben geleid en zijn getuige geweest van de leugenachtigheid en dodelijkheid ervan. Nooit meer zal het in iemand opkomen God en Zijn bestuur in twijfel te brengen, denkende dat er een beter leven is en grotere vrijheid buiten God.
​
Vijandschap
Nadat Satan het eerste mensenpaar tot zonde had verleidt zei God tegen hem in Genesis 3:15 “En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.”
Doorheen de Bijbel is de vrouw een beeld van Gods volk; zij die getrouw zijn aan Zijn woord. Het Nageslacht of Zaad van de vrouw is Christus (zie Galaten 3:16). Satans vijandschap gaat uit naar de vrouw en naar Christus waartegen hij wat wij noemen de grote strijd voert. Deze grote strijd wordt weergegeven in het visioen in Openbaring 12:1 “En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.” De vrouw hier is een beeld van Gods volk uit het OT. Over haar zegt de tekst verder: “En zij was zwanger en schreeuwde het uit in barensnood en in haar pijn om te baren. En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien hoorns. En op zijn koppen zeven diademen. En zijn staart veegde het derde deel van de sterren van de hemel en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die op het punt stond te baren, om haar Kind te verslinden, zodra zij Het gebaard zou hebben.”
Tegenover de vrouw dat het kind gaat baren staat de draak of de Satan. Hij staat niet alleen maar met een derde van de engelen die hij misleidt heeft en die zijn kant hebben gekozen in de strijd tegen God. Hij is vastbesloten om het Zaad van de vrouw, die hier een voorstelling is van het volk van Israël, te vernietigen maar slaagt daar niet in want de tekst zegt verder: “En zij baarde een Zoon, een mannelijk Kind, dat alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf. En haar Kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon.” Dit laatste is een duidelijke verwijzing naar de opstanding en hemelvaart an Christus. De vervolging van de vrouw echter eindigt hier niet. We lezen in vers zes: “En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen. En zodra de draak zag dat hij op de aarde was neergeworpen, ging hij de vrouw vervolgen die het mannelijke Kind gebaard had. En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang.”
De vrouw hier is de gemeente van het Nieuwe Testament; Gods volk nadat Christus ten hemel is opgevaren. Zij wordt vervolgd en vindt een schuilplaats in onherbergzame streken aangeduid in de tekst als de woestijn. Daar verblijft zij gedurende de periode van vervolging. We zullen deze periode meer uitgebreid bespreken in de lezingen over de profetieën.
Na deze periode van vervolgingen komen we in wat de Bijbel aanduidt als de tijd van het einde (zie Daniël 11:40; Daniël 12:4, 7) Het is over die tijd dat Openbaring 12:17 zegt: “En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben.”
Gods gemeente in de tijd van het einde wordt onderscheiden door het feit dat zij al Gods geboden in acht houdt en het getuigenis van Jezus heeft dat is de geest van profetie (zie Openbaring 19:10). Satan weet dat zijn einde nabij is en zet alles in om zij die God vrezen en eren van de aarde weg te vegen. De grote strijd bereikt hier haar hoogtepunt.
Iemand die een gehoor geeft aan Gods liefde en zich bekeert van zijn zondige weg om Gods weg te gaan zoals beschreven in de Bijbel, wordt deel van de vrouw; de gemeente van God. Hierdoor komt hij aan het front te staan van de grote strijd waarin de boze machten alles inzetten om hem van de gekozen weg af te brengen.
De Bijbel zegt in 2 Timotheüs 3:12 “En ook allen die godvruchtig willen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden.” Deze vervolging kan zich manifesteren zoals bij Kaïn en Abel waar Kaïn als onderdaan van Satan zijn broer omwille van zijn godvruchtigheid ombrengt. De vervolging kan zich echter ook afspelen op geestelijk vlak als een strijd in de gedachten tegen leugens en valse redeneringen die de tegenstander op allerhande manieren op ons afvuurt met de bedoeling ons tot zonde te verleiden. In verband daarmee hebben we de aanmaning in 1 Petrus 5:8 “Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.”
Nuchterheid en waakzaamheid zijn noodzakelijk om helder te denken, gefocust te blijven en gericht te bidden. Het is in deze toestand dat de Geest van God ons kan leiden omdat wij zijn stem horen om te onderscheiden wat goed is en kwaad en beslissingen te nemen die in overeenstemming zijn met Gods wil.
In de grote strijd is de enige veilige plaats in de wil van God. Het is dan ook noodzakelijk te doen wat de Bijbel zegt in Hebreeën 12:1, 2 “…laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.” Dit doende kan de Psalmist zeggen in Psalm 16:8 “Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet.”
De strijd waarin we als kind van God zijn terechtgekomen is geen strijd tegen mensen het is een strijd tegen machten die onze eigen vermogens ver te boven gaan. Menselijk gezien is het onmogelijk in deze strijd staande te blijven. Zo lezen we in Efeze 6:12 “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.” Maar we moeten de moed niet in de schoenen laten zakken want we voeren deze strijd onder het bevel van een Koning die nog nooit een gevecht heeft verloren. Hij leidt ons en stelt ons de middelen ter beschikking om de vijand te verslaan. Hij zegt in Efeze 6:13 “Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.”
Een belangrijk onderdeel van deze wapenrusting is het woord van God zoals we lezen in Efeze 6:17 “En neem … het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord”
Paulus getuigt van de doeltreffendheid van deze wapens wanneer hij zegt in 2 Korinthe 10:4, 5 “De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus”
Met het oog op God gericht en door de middelen die Hij ons geeft, is de overwinning zeker daarom komt Hem alle lof toe zoals gegeven in Judas 1:24 “Aan Hem nu Die bij machte is u voor struikelen te bewaren, en u smetteloos te stellen voor Zijn heerlijkheid, in grote vreugde, de alleenwijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, nu en in alle eeuwigheid. Amen.”
Uit ervaring kon Paulus zeggen in 2 Timotheüs 4:18 “En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.” En in 1 Korinthe 10:13 “Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.”
Op grond van al deze beloften en getuigenissen van hen die de strijd hebben gestreden kunnen we zeggen zoals in deze uitspraak: “Geen mens kan zonder zijn eigen toestemming door Satan worden overwonnen. De verleider heeft geen macht om de wil te beheersen of om de ziel tot zonde te dwingen. Hij kan lijden, maar hij kan niet besmetten. Hij kan pijn veroorzaken, maar geen verontreiniging. Het feit dat Christus heeft overwonnen zou Zijn volgelingen de moed moeten geven om op manmoedige wijze de strijd tegen de zonde en Satan te voeren.”– {GC 510.3}
​
Boze Geesten
Engelen spelen in de strijd tussen Satan en zijn volgelingen en God en zijn kinderen een belangrijke rol. Sprekende over de engelen zegt de Schrift in Hebreeën 1:14 “Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven?” En verder in Psalm 103:20 “Loof de HEERE, u, Zijn engelen, sterke helden, die Zijn woord uitvoeren, gehoorzaam aan het woord dat Hij spreekt. Loof de HEERE, al Zijn legermachten, dienaren van Hem, die Zijn welbehagen doen.” Uit deze teksten blijkt dat engelen ten dienste staan van Gods kinderen en machtige daden verrichten om hen te leiden en te beschermen.
Een illustratie hiervan vinden we in het verslag van de poging van Assyrië om met een machtig leger Jeruzalem in te nemen. We lezen hierover in 2 Koningen 19:35 “Het gebeurde in diezelfde nacht dat de engel van de HEERE ten strijde trok en in het leger van Assyrië honderdvijfentachtigduizend man neersloeg. Toen men de volgende morgen vroeg opstond, zie, het waren allemaal dode lichamen. Daarop brak Sanherib, de koning van Assyrië, op. Hij trok weg en keerde naar zijn land terug; en hij bleef in Ninevé.” Een minder spectaculaire maar even wonderlijke tussenkomst van een engel wordt vermeld in Handelingen 5:18 “En zij sloegen hun handen aan de apostelen en zetten hen vast in de openbare gevangenis. Maar een engel van de Heere opende 's nachts de deuren van de gevangenis, bracht hen naar buiten en zei: Ga in de tempel staan en spreek tot het volk al de woorden van dit leven.”
Gods engelen strijden niet enkel tegen mensen die Gods kinderen willen kwaad doen, ze strijden ook tegen de gevallen engelen of boze geesten.
Engelen zijn geesten en kunnen een menselijke vorm aannemen. De Schrift zegt in Hebreeën 13:2 “Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.” Boze geesten gebruiken deze mogelijkheden dikwijls om zich voor te doen als gestorven personen met de bedoeling ons te misleiden met boodschappen die ertoe dienen ons af te brengen van de goede weg van Gods woord. Gevallen engelen hebben ook een grote invloed op hen die zich wagen op de weg van het spiritisme en het occulte.
Zolang we in de wil van God blijven hebben we van deze gevallen engelen niets te vrezen want zoals we lezen in Psalm 34:7 “Deze ellendige riep en de HEERE hoorde; Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen, en redt hen. Proef en zie dat de HEERE goed is; welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt.”
De Bijbel zegt overduidelijk dat we niet alleen staan in de strijd. Machtige wezens staan aan onze zij zodat we niet hoeven te vrezen zolang we blijven wandelen in de wil van God en geen dingen doen waarvan de goede engelen een afkeer hebben.
​
De strikken van de Satan
Satan en zijn engelen hebben vele manieren bedacht om ons te strikken.
Paulus schrijft in 2 Korinthe 11:3 “Maar ik vrees dat, zoals de slang met zijn sluwheid Eva verleid heeft, zo misschien ook uw gedachten bedorven worden, weg van de eenvoud die in Christus is. Want als er iemand komt die een andere Jezus predikt, die wij niet gepredikt hebben, of als u een andere geest ontvangt dan die u ontvangen hebt, of een ander evangelie, dat u niet aangenomen hebt, dan verdraagt u dat best.”
Satan misleidde Eva door twijfel te zaaien over en een verkeerde interpretatie te geven aan Gods woorden. Daarbij oefende hij een sterke invloed uit op het zintuigelijk. Hij combineert een vals evangelie met wonderlijke verschijnselen. Zij die dergelijke methoden aanwenden om mensen af te brengen van gehoorzaamheid aan Gods woord worden door de Schrift “valse apostelen” genoemd zoals Paulus zegt in 2 Korinthe 11:13-15 “Want zulke lieden zijn valse apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn overeenkomstig hun werken.”
We herkennen deze valse leraars wanneer we blijven bij de eenvoud die in Christus is. Deze eenvoud kenmerkt zich door een onderwerping aan wat het Woord van God zegt en wat de Geest van God ons daarover leert wanneer wij in nederigheid en geloof bidden om inzicht. Jezus Christus zelf is ons voorbeeld daarin. Door gebed had Hij een voortdurende gemeenschap met de Vader en stelde Hij zich als mens onder de leiding van Gods Geest. Onder deze omstandigheden was Hij in staat elke aanval af te slaan met te zeggen: “er staat geschreven.” Elke strikvraag bedoeld om het geloof aan het wankelen te brengen werd gecounterd met de wedervraag: “wat leest gij in Gods woord.”
Valse leraars maken dikwijls gebruik van wonderen om te overtuigen van hun gelijk. We lezen in 2 Thessalonicenzen 2:9 “hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen” Deze manifestaties van het werk van boze geesten doen zich ook voor in kerken die zich niet houden aan het woord van God.
Ze brengen een vals evangelie en bekrachtigen dit door genezing van zieken en andere wonderen. Mozes waarschuwde voor deze praktijken in Deuteronomium 13:1-4 “Als in uw midden een profeet opstaat of iemand die dromen heeft, en u een teken of wonder geeft, en dat teken of dat wonder waarvan hij tot u gesproken had, komt en hij zegt: Laten we achter andere goden aan gaan, die u niet kent, en laten we die dienen, luister dan niet naar de woorden van die profeet of naar hem die die dromen heeft! Want de HEERE, uw God, stelt u dan op de proef om te weten of u de HEERE, uw God, liefhebt met heel uw hart en met heel uw ziel. Achter de HEERE, uw God, moet u aan gaan, Hem moet u vrezen, Zijn geboden moet u in acht nemen en Zijn stem gehoorzamen; Hem moet u dienen en u aan Hem vasthouden.“
Wonderen zijn geen bewijs voor de waarachtigheid van wat de wonderdoener beweert. De Schrift zegt in Jesaja 8:20 “Terug naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn.”
In de Bijbel staat Babylon voor het bolwerk van Satan. Het is het geheel van wereldse en religieuze instellingen die hij gebruikt om zijn valse leer te verspreiden. Deze leugens waarmee hij de wereld misleidt, worden voorgesteld door de wijn van Babylon. Wijn is een bedwelmende drank die de geest benevelt zodat de dingen niet meer gezien worden zoals ze werkelijk zijn. Wijn neemt de nuchterheid en waakzaamheid, noodzakelijk om in de strijd stand te houden, weg.
Een van de leugens die de wijn van Babylon bevat leert dat wat je doet met je lichaam geen invloed heeft op je geest. Zo gaan mensen ongezond leven, eten en drinken en beseffen niet dat ze daarmee hun geest benevelen en de verlangens naar het verhevene en hemelse onderdrukken waardoor de lagere begeerten de overhand krijgen. Dat wat eeuwige waarde heeft en het leven betekenis geeft wordt door hun vertroebeld denken niet waargenomen.
Jezus zei: "een mens zal niet leven van brood alleen maar van elk woord dat uit de mond van God komt." (Matteus 4:4). Daarmee toont Hij het belang van ons dagelijks te voeden met Gods woord. Dat vraagt dat we daarvoor tijd aan de kant zetten. Satan zorgt dat dit niet gebeurt door ons bezig te houden met het najagen van zaken die niet van wezenlijk belang zijn of door ons te injecteren met een overdosis aan ambitie waardoor we het altijd veel te druk hebben. Hij schept tal van denkbeeldige behoeften waardoor we steeds bezig blijven zoekende naar bevrediging als hongerige en dorstige mensen. Daartegenover stelt de Bijbel de woorden van Jezus in Johannes 6:35 “En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.”
Satan introduceert methoden van Bijbelstudie waar alleen de menselijke redenering bij betrokken is. Hij is daar aardig goed in geslaagd met als gevolg dat er zoveel verschillende meningen bestaan over de Bijbel want enkel het gebruik van de menselijke redenering brengt de mens niet tot eenheid maar tot strijd en verwarring. Hij wil bovenal verhinderen dat iemand in nederigheid en biddend om leiding van Gods geest het woord van God benadert want hij weet dat zo iemand het woord zal begrijpen en in de kracht ervan ook in de grote strijd als overwinnaar zal staan. Hij weet ook dat zij die dit doen tot de eenheid komen waarvoor Christus bidt in Johannes 17:21 en dat dit de wereld zal overtuigen van de kracht van Gods liefde en gerechtigheid.
We moeten bij de studie van Gods woord blijven bij de methode die de Bijbel zelf naar voor brengt. Het is belangrijk deze methode te kennen en te handhaven.
Satan probeert methoden van interpretatie te introduceren die het woord van God neutraliseren zodat we het niet zien als de woorden van eeuwig leven. Hij zorgt ervoor dat we aan het woord niet meer het hoogste gezag geven maar dat ons eigen denken deze plaats inneemt.
Besluit
Met alles wat tot nu toe werd gezegd, hebben we een duidelijk beeld van de Grote Strijd die er gaande is tussen God en de aartsbedrieger Satan.
Hij die de lichtdrager was en zelf het licht wilde zijn, is duisternis geworden een duisternis waarmee hij ons allen wil bedekken zodat we het licht niet meer zien en uiteindelijk samen met hem verloren gaan in de dood die hij heeft gekozen door de liefde en het leven te verwerpen in het overtreden van Gods wet.
In het woord van God vinden we onze verlossing van deze duisternis want daarin schijnt het ware licht op ons. Wie het wil volgen zal ook een strijd moeten strijden maar hij heeft sterke beloften waarin hij de zekerheid kan vinden van bescherming en overwinning. Dat hij die dit doet steeds de woorden indachtig moge zijn die we lezen in Jakobus 1:12 “Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.”